#Ut/2024-
voorgaande
voorgaande
Om de kosten van de controle-
De enorm lage prijzen voor zuivelproducten in de dertiger jaren waren oorzaak, dat vernieuwingen zoveel mogelijk achterwege bleven. In het jaar 1931 zien we slechts vermeld vervanging van de eerste stoomketel voor een grotere. Door de omstandigheden gedwongen werd naar alle kanten uitgezien, om iets hogere opbrengst te bereiken. Zo ontstond in 1933 de afdeling roomijs, welke tot heden nog bestaat. De meerdere opbrengst uit deze afdeling was vooral in die jaren zeer welkom.
In 1934 werd op bescheiden wijze het zilveren jubileum van de fabriek gevierd. In dat zelfde jaar trof het bestuur een grote slag door het vrij plotseling overlijden van het lid G. Schimmel. Door zijn prettige omgang en goed inzicht in de zaak, liet zijn heengaan een leegte in het college. In dit jaar herdachten ook de heren A. Brouwer, C. Smink en P. Hilhorst hun 25-
De gestadige stijging van de melk maakte het noodzakelijk dat meer room tegelijk kon worden verkarnd, en zo werd in 1935 aangekocht een grote karn van de Fa. v. d. Ploeg te Apeldoorn, met een toninhoud van 7500 L. In dit zelfde jaar werd ook een ontijzeringstoestel aangeschaft voor verbetering van het boterwaswater. In 1936 werd het bestaande warmwaterbakje vervangen door een grote warmwaterboiler. Om de naam van de Hollandse boter in het buitenland omhoog te halen werd ingesteld het Zuivelkwaliteits controle bureau. In Juli 1937 werd besloten tot dit bureau toe te treden.
Hoewel de boterprijzen in deze jaren buitengewoon laag waren en reeds van overheidswege steun aan de veehouderij werd verleend was de melkproductie steeds stijgende. Zodat in 1937 de aanvoer de 7 millioen K.G. overschreedt.
De fabriek met verbouwd ketelhuis in 1916
Bij gelegenheid van het 12 ½ -
Zittend van links naar rechts: Th. Hartman, 1925 -
Staande: P. Hilhorst, 1909-
De fabriek in 1926 na vergroting van het karnlokaal
M. W. Van Dijk, Bestuurslid van 1909-
Dagelijks werd ondervonden, dat het fabrieksgebouw te klein werd voor deze omzet. Melkvaten waren al geplaatst boven op het platdak van de fabriek. Met het bestaande gebouw was echter geen mogelijkheid te vinden om verbetering aan te brengen.
Met het bestuur werden verschillende nieuwe bedrijven bezichtigd. De bondsarchitect, de Heer Feenstra te Arnhem, werd om advies gevraagd, die een plan voor verbouw ontwierp. Op 24 October werd een algemene vergadering gehouden, waarin de bouwplannen werden besproken. Met algemene stemmen werd het voorstel van het bestuur tot verbouwing volgens het ingediende plan aangenomen. Reeds op 25 November werd tot aanbesteding overgegaan, en het werk werd gegund aan de Gebr. Timmerman uit Wierden, voor de som van f 40.900.-
In verband met de ongekend hoge melkaanvoer in 1939 (8.6 millioen) ontstond met recht het zo vaak genoemde "ondermelk-
Waar de ingebruikname van de nieuwe fabriek samenviel met het dertigjarig bestaan, werden plannen gemaakt voor een officiële opening. Met uitnodiging aan de leden tot bezichtiging van het nieuwe bedrijf. De mobilisatie van begin September, het in beslag nemen van localiteiten in de fabriek voor militaire legering. maakte het onmogelijk deze plannen uit te voeren. Zelfs het bestaan van het gebouw leed nog groot bezwaar daar de fabriek midden in de verdedigingslinie kwam te liggen.
Zo naderde de nooit te vergeten dag 10 Mei 1940, waarop de gehele bevolking van Hoogland kwam te evacueren. Met welke gevoelens we ons mooie bedrijf gingen verlaten, laat zich niet beschrijven, zo min de grote vreugde bij de terugkeer, waar zowel gebouwen als inventaris ongeschonden werden aangetroffen te midden van afgebrande woningen.
Ondermelk bascule
Karnlokaal in 1935
Bestuur en Commissie bij de ingebruikneming van de bestuurskamer 1939
Onder de druk der omstandigheden daalde de hoeveelheid aangevoerde melk met reuze schreden. Van ruim 8 -
Het voorjaar 1945 werd voor de fabriek fataal. De nood in de stad was zo groot, dat het grootste gedeelte der geproduceerde melk van de boerderij werd afgehaald, het zelf karnen nam hand over hand toe en slechts het resterende werd aan de fabriek geleverd. Daardoor kon de fabriek niet veel aanvullingsmelk voor de steden leveren omdat er practisch geen aanvoer was. Toen door oorlogshandelingen de bruggen welke toegang tot de stad gaven werden vernield, was alle communicatie verbroken. Zo naderde langzaam de bevrijdingsdag, maar de dag nadat de eerste Canadezen onze gemeente hadden betreden, vernielden de bezetters onze schoorsteen, die wonder boven wonder op het fabrieksterrein terecht kwam zonder verder schade te berokkenen dan glasschade. Nog waren we niet aan het eind van onze beproevingen. Enkele dagen nadat het dorp gedeeltelijk bevrijd was, werd de fabriek door granaten getroffen. Het reservoir in de watertoren werd gedeeltelijk vernield, alsmede het lokaal boven de melkontvangst waar een koeler werd doorschoten. Niet zodra waren de oorlogsdagen voorbij, of pogingen werden aangewend om zo spoedig mogelijk weer aan het werk te komen, want nu zaten de leden niet òm maar mèt melk verlegen, daar Hoogland nog steeds van de buitenwereld was afgesloten. Onze onvergetelijke assistent J. v. Eyden, die toestemming had om Amersfoort te betreden, wist een ijzeren schoorsteen te bemachtigen, die zodra de nodige vergunningen waren verkregen, naar de fabriek werd vervoerd en daar als noodschoorsteen opgesteld. Tijdens onze gedwongen werkeloosheid werd de fabriek "Eemlandia" te Bunschoten bereid gevonden ook de melk van Hoogland te verwerken.
Op 8 Mei werd de eerste melk ontvangen en reeds op 14 Juni werkte de fabriek weer op eigen kracht. Meteen herleefde ook weer de lust tot melkleveren, zodat 1945 nog een aanvoer gaf van ruim 3 millioen.
Nu geleidelijk weer normale toestanden intraden, werd ook weer gedacht de fabriek op peil te houden. Door de hoge eisen gesteld aan eerste klas aanvullingsmelk werd behoefte gevoeld aan een pasteur, speciaal voor consumptiemelk. Met medewerking van Bedrijfschap voor Zuivel en Voedselvoorziening in Oorlogstijd werd vergunning tot aankoop verleend.
Laboratorium
Helaas duurde het tot October 1947 eer de Alfra-
Dit apparaat voldoet uitstekend, niet alleen voor consumptiemelk, maar evenzeer voor poedermelk. Ook aan deze laatste dient extra zorg te worden besteed in verband met uitbreiding van de Z.K.B.-
Om te zorgen, dat de vrijgekomen ondermelk door eigen bedrijf geheel kan worden verwerkt, is in 1948 nog een tweede poedermachine aangeschaft.
Een dezer huizen behoorde aan de botermaker van de fabriek. Het was vanzelfsprekend. dat hem en zijn gezin huisvesting werd verleend in de fabriek. en wel in de lokaliteiten welke voor militaire legering waren gebezigd.
Na terugkeer van het vee, waarmede nog enkele weken gemoeid waren, kon de fabriek haar werk hervatten, maar wat voor vee werd terugontvangen? Veel van het goede was achter gebleven en minderwaardig teruggekregen. Met veel moeite werd hier en daar nog wat controle-
De voorschriften inzake teruglevering ondermelk maakte het wenselijk. dat de fabriek aansloot bij de afdeling melkproducten-
Vanaf 1940 werd vanuit de fabriek moeite gedaan om te komen tot een vereniging voor T.B.C.-
Nu de fabriek is ingeschakeld in de consumptiemelkvoorziening, werd moeite gedaan twee geëmailleerde tanks te krijgen welke voor consumptiemelk beter geschikt zijn dan de bestaande houten vaten.
Om de verbetering van de veestapel te bespoedigen werd in de algemene vergadering van Maart 1944 besloten de subsidie te verlenen voor die stieren. welke aan gestelde eisen voldeden. Inderdaad is de laatste jaren uitstekend mannelijk fokmateriaal aangeschaft. waarvan wij met belangstelling de resultaten tegemoet zien.
Melkontvangst. Op de voorgrond ‘melkdruppelaar’
Centrifuge lokaal na de verbouwing 1939
De fabriek na de verbouwing in 1939
Personeel in 1939
Laboratorium
Op 25 April 1946 trof onze fabriek een grote slag door het plotseling overlijden van onze assistent J. v. Eyden. Op 9 Juni 1922 werd hij als assistent benoemd. Reeds bij de aanvaarding van zijn functie toonde hij zich als een man, wie nooit iets te veel was, waar het de fabriek betrof. Hij was een voorbeeld van ijver en plichtsbetrachting. Moest vroeg begonnen worden of waren de werkzaamheden laat beëindigd, Van Eyden was aanwezig. Bij plaatsing van machinerieën of montage was de assistent de leidende persoon .. Tot slot was het ook Van Eyden die de hele buitendienst verzorgde voor de consumptieijs-
Tot September 1943 heeft hij onafgebroken zijn werk verricht, toen veiligheidsmaatregelen hem noopten, veiliger streken op te zoeken.
Onmiddellijk na de bevrijding meldde hij zich, hoewel hij als B.S.-
J. VAN EYDEN. Assistent 9-
Ons verslag zou niet volledig zijn, indien ook niet het personeel zou worden vermeld. De geest van samenwerking welke onder de leden heerst, treffen we ook onder het personeel.
Trouw in het vervullen van hun plicht, steeds samenwerkend tot onderhoud van de fabriek, medewerkend tot verbetering der producten. Noemden we boven reeds twee zilveren jubilarissen, bij het afscheid van de voorzitter werden gehuldigd de Heren D. v. Dijk en D. Uppelschoten, wier 25-
In vogelvlucht hebben wij getracht U een overzicht te geven over de periode van 40 jaren, waarin de fabriek heeft bestaan. We hebben gezien de moeilijke jaren en ook de jaren van voorspoed, maar tot slot willen wij even memoreren, de geest van samenwerking in onze vereniging. Door deze samenwerking hebben wij de moeilijkheden het hoofd kunnen bieden. Het laat zich aanzien dat we nog lang niet aan het einde der moeilijkheden zijn, maar gezien hetgeen is gepresteerd in de afgelopen periode, behoeven we de toekomst ook niet te donker in te zien. Met vertrouwen op Gods onmisbare Zegen gaan we weer een nieuw tijdvak beginnen.
Ook de Heer C. Smink, vice-
Bestuur en Commissie 1949
Personeel 1949
Directeur W. H. Gudde achter zijn bureau 1949
Hoogland -
CZ. Hoogland delen uit jaarverslag 1948 met terugblik op 40 jaar zuivelfabriek “Hoogland”
Geen venster -