Zoeken binnen deze pagina ‘ctrl. f’ zoekvak

1877

1875

Tijdschrift uitgegeven door de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid, 1876 (39)

Kaasfabrieken.   (Dl. Verslag van Congres)

“Hoe is de stand der kaasfabrieken in Noord- en Zuid-Holland?”

De geschiedeuis der kaasfabrieken is nog zeer jong; zij dagtekent slecht van voor een jaar of tien. Te Broek in waterland en in de omstreken van Amsterdam konden zij niet slagn, omdat de melk voor de de stad noodzakelijk was. De fabriek in Anna-Paulowna werkt niet meer; zij is gesloten met een groot verlies. Moest men de fa­briek in den Wieringerwaard nog oprigten, men zou het niet doen. Het Nieuwe Diep ligt er te digt hij, waar men 6½ cent van de liter melk maakt en alzoo meer voordeel behaalt, dan met de moeiten der kaasfabrieken.

De fabrieken moeten nu de melk van verschillende veehouders opkoopen en dan vermengen. Dit geeft een zonderlinge smaak aan de kaas.  Het zuiver karakter der kaas gaat door de fabrikatie verloren. Het werd dan ook moreel onmogelijk geacht om goede kaas te maken, wanneer niet zuivere melk, onvervalscht en onver­mengt, tot grondstof dient. De eenige fabriek, die goede waar aflevert, is die te Waddinxveen, maar deze fabriek behoort aan iemand, div alleen de melk van zijne eigen beesten bezigt. Ten getalle van p.m. 170. Over het algemeen kan men dus zeggen, da de stand der fabrieken in Noord­. Holland niet gunsteg is.