#NBr/2020-
voorgaande
voorgaande
BHIC Archief Den Bosch
Geplaatst als © versie
Historisch overzicht
Ontstaan van lokale zuivelcoöperaties in Zuid-
Tegen het einde van de 19e eeuw was de positie van de boeren in Noord-
Om gezamenlijk de uitbuiting van de boeren te lijf te gaan, werd in 1892 in het Limburgse Tungelroy (gemeente Weert), op initiatief van J.J.C. Ament, schoolhoofd aldaar, de eerste natuurboterfabriek in Zuid-
Tungelroy kreeg spoedig veel navolgers. Nog in 1892 kwamen in de provincie Limburg coöperatieve zuivelfabrieken tot stand in Buggenum, Hunsel, Meijel en Stramproy, terwijl de eerste fabriek in Noord-
Een soortgelijke ontwikkeling vond plaats in Zuidwest-
De coöperatieve zuivelbereiding in Zuid-
Pas in het begin van de Tweede Wereldoorlog kwam de coöperatieve gedachte weer centraal te staan. In 1941 werd te Heerlen een grote coöperatie opgericht die vele particuliere bedrijven in de omgeving overnam.
Na de economische crisis van de jaren dertig veranderde het beeld van de melkveehouderij en de zuivelindustrie. Stond voorheen de boterproduktie centraal, waarbij de ondermelk (=ontroomde melk) terugging naar de boerderij, nu begon de vraag naar consumptiemelk te stijgen. De produktie van melk en dus het overschot aan ondermelk nam toe door verbetering van de voedermethoden en verhoging van het aantal koeien per bedrijf. Enkele bedrijven besloten over te gaan tot de produktie van melkpoeder en kaas, andere verkochten hun ondermelk aan particuliere fabrieken. In 1926 werd door een aantal zuivelcoöperaties in Noord-
Het ontstaan en samengaan van regionale zuivelcoöperaties *
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) laatste wijziging 13-
Vanaf het einde van de jaren veertig vonden in de zuivelindustrie vele concentraties en fusies plaats. Deze verliepen langs twee lijnen, die van de melkverwerking en die van de afzet van zuivelprodukten.
De concentratie van de melkverwerking kreeg op twee manieren gestalte. Eén methode bestond uit het stichten van een of meer centrale produktiebedrijven door een aantal ondernemingen, met als doel slechts een deel van de melk voor gezamenlijke rekening te verwerken. De deelnemende fabrieken behielden dan eigen functies. Daarnaast kwamen fusies voor waarbij het beheer van een aantal bedrijven volledig onder één centrale leiding kwam. Bleven de oorspronkelijke coöperatieve verenigingen bestaan, dan was sprake van een economische fusie. Bij een juridische fusie hieven de melkveehouders hun verenigingen op en werden lid van de nieuw gevormde vereniging.
De tweede concentratievorm, namelijk die van de afzet, hield de oprichting in van een coöperatieve verkoopvereniging door een aantal coöperatieve zuivelverenigingen, met als doel de gezamenlijke verkoop van zuivelprodukten.
Na de Tweede Wereldoorlog benoemde het ZNZ-
De bedoeling was dat elke kringcoöperatie de melk van haar leden zelf zou verwerken en het overschot zou doorgeven aan de CZNZ. Vandaar zou deze na eventuele be-
Ongeveer de helft van de 72 bij de CZNZ aangesloten lokale coöperaties sloot zich in eerste instantie bij een kringcoöperatie aan.
Ter bevordering van de handel in en produktie van consumptiemelk(artikelen) werd door voornoemde kringcoöperaties en de coöperaties De Eendracht te Helmond en De Mijnstreek en Omgeving te Heerlen in 1958 de N.V. Melorma te Roermond opgericht. In 1971 werd de doelstelling uitgebreid tot het '...(doen) verrichten/bevorderen van research, ontwikkeling en marketing op het gebied van de produktie en verkoop van (melk)produkten en aanverwante artikelen'.* De reden van deze statutenwijziging was het overnemen van de activiteiten van de N.V. voor Research, Ontwikkeling en Marketing van Melkinrichtingsprodukten ROM te Eindhoven. De ROM was in 1965 opgericht door een veertiental Zuidnederlandse coperatieve zuivelverenigingen en werd in 1973 weer opgeheven.* In 1972 werd de N.V. Melorma omgezet in een B.V. met beperkte aansprakelijkheid en gevestigd te Eindhoven. Begin 1973 bundelden Campina, De Maasvallei en de Zuidelijke Melkbedrijven-
Foto Ament
Foto Hoogeloon
De zuivelbonden in Zuid-
Met name om de particuliere boterhandel in Zuidoost-
Gedurende vele jaren was de belangrijkste doelstelling van de bond de organisatie van de boterverkoop. Deze verliep aanvankelijk via de in 1895 door de bond in Maastricht opgerichte botermijn, later via de afdeling Boterexport van de ZNZ. Het doel dat het bestuur met de oprichting van de botermijn voor ogen stond was 'dat zuivere, onvervalschte roomboter van de coöperatieve vereenigingen van den bond onder voortdurende controle, hier uitsluitend wordt geveild, zoodat de koopers voor vervalschingen en bedrog zijn gevrijwaard'. Een andere instelling van de ZNZ, het Botercontrolestation Maastricht BCM, opende op 23 april 1904 zijn poorten. In 1931 werd het BCM zelfstandig.
In 1908 werd de inspectiedienst, later accountantsdienst ingesteld. Deze dienst gaf inlichtingen over het inrichten en bijhouden van een goede boekhouding en controleerde de administraties van de aangesloten verenigingen, zowel wat betreft het financieel beheer als de technische bedrijfsuitkomsten. De leden waren verplicht deze controles toe te laten.
De bedrijfscontroledienst, ingesteld in 1931, had ten doel de aangesloten fabrieken in de gelegenheid te stellen regelmatig zowel chemische als bacteriologische onderzoeken te laten verrichten.
Verder hield de ZNZ zich onder meer bezig met de gezamenlijke inkoop van goederen en hulpstoffen voor de leden, met controles op de vetgehaltebepaling en het wegen van melk, technische hulp aan de fabrieken, bestrijding van tbc onder het rundvee en het organiseren van melkcursussen.
De ontwikkeling van de ZNZ in de beginjaren was stormachtig. Het aantal aangesloten bedrijven was in het jaar 1900 opgelopen tot 128, een verviervoudiging in 7 jaar tijds! In dat jaar kwam ook de eerste stoomzuivelfabriek van de bond tot stand, doordat de handkrachtfabriek te Stramproy in een stoombedrijf werd omgezet.
De oprichting van DMV-
De fusie leidde tot een grote verwevenheid van Campina-
Op 1 januari 1979 werd de oprichtingsakte van DMV-
Behalve twee zuivelbedrijven, respectievelijk Nutricia te Cuijk en Menken te Oud-
Sinds januari 1990 werken DMV-
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door
(volledig): Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 187 DMV -
(verkort): BHIC, 187 DMV -
Voor de gebieden waarbinnen de diverse coöperaties werkzaam waren, zij verwezen naar de in noot 1 genoemde publikatie van J. Andrik.
Stukken betreffende de lokale coöperaties zijn niet alleen in het desbetreffende archiefonderdeel te vinden, maar ook in de twee series rapporten van accountantsdiensten. Bovendien kunnen nog foto's van melkfabrieken aanwezig zijn in het onderdeel Documentatie. Zowel tot de accountantsrapporten als tot de foto's kan eenvoudig middels de index toegang verkregen worden.
Geen frame -
Inventaris
Zuid-
DMV-
De Meijerij in Veghel, 1926 -
Bergeijk, voorheen Sint-
Zevenbergschen Hoek Zevenbergschen Hoek, 1901 -
ZNZ Zuid-
Zuid-
CZNZ Coöperatieve Zuivelvereniging Zuid-
ZEV Coöperatieve Zuivelexport-
BZB Brabantse Zuivelbond in Breda, 1909 -
ROM N.V. voor Research, Ontwikkeling en Marketing van Melkinrichtingsproducten in Eindhoven, 1965 -
CZOZ Coöperatieve Zuid-
Melorma in Roermond, 1958 -
================================================
Sint-
Coöperatieve Zuivel-
Coöperatieve Zuivelvereniging De Kempen in Eindhoven, 1947 -
Sint-
De Hoop in Boxtel, 1903 -
Sint-
Sint-
Sint-
Het Haantje in Limpde, 1898 -
De Beersen in Middelbeers, 1918 -
Sint-
Sint-
Sint-
Sint-
Hollandia in Valkenswaard, 1893 -
Coöperatieve Zuivelvereniging Ament in Weert 1948 -
Sint-
Sint-
(L) Sint-
De Hoogstraat in Ell, 1909 -
(L)Sint-
De Eendracht in Heeze, ... -
Coöperatieve Zuivelvereniging Sibema, tot 1966 genaamd Zuid-
De Hoop in Asten, 1893 -
De Oude Molen in Asten, 1893 -
Asten-
Sint-
De Zomerbloem in Someren, 1908 -
De Eendracht in Beek en Donk, 1893 -
De Boterbloem in Boekel, 1912 -
Sint-
De Mijnstreek en omgeving in Heerlen en Brunssum, 1941 -
De Eendracht in Helmond, 1906 -
Sint-
Helpt Elkander in Hoeven, 1901 -
De Eendracht in Gemert, 1915 -
Coöperatieve Zuivelvereniging De Maasvallei in Roermond, 1971 -
=======
(L)Coöperatieve Zuivelvereniging Midden-
(L)Sint-
(L)De Driesprong in Maasbracht, 1909 -
(L)Sint-
(L)Sint-
(L)Sint-
(L)Sint-
=======
(L)Coöperatieve Zuivelvereniging Noord-
(L)Sint-
Wilhelmina in Broekhuizen,1897 -
(L)Sint-
(L)Sint-
(L)Sint-
=======
De Eendracht in Sint Anthonis, 1907 -
Sint-
Sint-
Onder Gods Zegen in Dinther, 1916 -
De Volharding in Haps, . . . -
=====
(L)Sint-
(L)H. Maria in Panningen, 1908 -
(L)Helden en Omstreken in Panningen, 1954 -
=====
(L)Sint-
(L)Venray in Venray, 1904 -
(L)H. Maria in Oostrum, 1912 -
Sint-
Sint-
De Maaskant in Lith, 1914 -
Sint-
Sint-
Combo in Oss, 1963 -
Cunera in Oss, 1971 -
Sint-
Sint-
Sint-
Coöperatieve Zuivelvereniging Centraal Brabant in Tilburg, 1971 -
Coöperatieve Tilburgsche Melkinrichting CTM in Tilburg , 1913 -
Dongen in Dongen, 1899 -
Sint-
Sint-
Raamsdonk-
Sint-
De Hoop in Rijen, 1897 -
Sint-
Sint-
Coöperatieve Melkinrichting Sint-
Eerste Langstraatse Stoomzuivelfabriek in Drunen, 1905 -
Sint-
De Toekomst in Sprang-
Sint-
Het Anker, voorheen Vol Verwachting, in Roosendaal, 1903 -
VCZ West-
Verenigde Coöperatieve Zuivelbedrijven VCZ Brabant -
De Hoop in Huijbergen, 1914 -
Sint-
Wouwse Coöperatie in Wouw, 1894 -
De Hoop in Etten-
Kloosterzande in Kloosterzande, 1927 -
Walcheren in Middelburg, 1916 -
Bevelandse Melkcentrale, voorheen Het Hart, in Wemeldinge, 1929 -
Sint-
De Eensgezindheid in IJzendijke, 1929 -
Aardenburgse Roomboterfabriek in Aardenburg, 1927 -
Landbouwers Welvaren in Zundert, 1899 -
Coöperatieve Melkinrichting en Zuivelfabriek Martinus in Breda, 1911 -
De Hoop in Baarle-
Landbouwers Welvaren in Chaam, 1899 -
De Eendracht in Ulicoten, 1899 -
Sint-
Zuidelijke Melkbedrijven Breda in Breda, 1963 -
BMI De Hoop in Breda, 1960 -
De Eendracht in Oosterhout (Oosteind), 1899 -
Sint-
Sint-
Sint-
Sint-
Stichting / Coöperatieve Vereniging Zuidelijke melkbedrijven ZM in Tilburg, 1961 -
De Goede Verwachting in Gilze, . . . -
Sint-
De Boerenbond in Schijndel, 1901 -
Specificatie foto's inventarisnr 1569
laatste wijziging 13-
▲ Schema ontstaan DNV-
▲ Aanwijzingen voor de gebruiker
Het archief en inventarisatie
In 1986 werd het proces-
In overleg met de heer Seegers werd besloten hoe de nog niet geschoonde bestanden geselecteerd moesten worden. Overigens was de eerste selectie al door DMV-
Onderzoek in het archief van Venray toonde al snel aan dat het archief veel minder compleet was dan de eerste indruk had doen voorkomen. Weliswaar waren de 'kernstukken' die bij liquidatie van zuivelfabrieken veelal door de opvolger overgenomen werden, zonder veel lacunes aanwezig, anders was dit bij de meeste andere series: zij vielen eerder door hun leemten dan door hun volledigheid op. Als voorbeeld hiervan kan de correspondentie dienst doen, waarvan naast enkele series circulaires slechts een pak brieven uit de jaren 1936-
Verreweg het grootst in omvang was het boekhoudkundige deel van het archief. Nadat daarvan het materiaal afgescheiden was dat voor een melkfabriek niet-
Wat van het boekhoudkundig archief deze selectie overleefde, vormde geen chronologisch aaneengesloten geheel, waardoor het voor de historicus die met dit soort bronnen toch meer naar ontwikkeling en beweging zoekt dan naar het evenement, niet erg waardevol was. Het nut van het bewaren van stukken kwam daarmee te liggen op een louter museaal vlak. Dit schiep de mogelijkheid om uit de tot nu toe van de vernietiging gespaarde series voorbeeldexemplaren te bewaren, waarmee kan worden volstaan indien we willen laten zien hoe een boekhouding van een coöperatieve melkfabriek er uit zag. Het archief van de Coöperatieve Zuivelfabriek Venray beslaat nu nog 6 m'.
De indeling van de archieven weerspiegelt de vele concentraties en fusies die zich in de Zuidnederlandse zuivelwereld in de twintigste eeuw voltrokken hebben. Uiteraard is dit beeld niet volledig aangezien van veel zuivelfabrieken het archief niet of niet compleet bewaard is gebleven. Per onderdeel zijn de coöperaties alfabetisch op plaats van vestiging geordend. Coöperaties echter waarvan de rechten al voor de grote fusies in de jaren zestig en zeventig waren overgegaan dan wel die een onderling samenwerkingsverband waren aangegaan, zijn ondergebracht bij de vestigingsplaats van de coöperatie die deze rechten had overgenomen c.q. bij de vestigingsplaats van het samenwerkingsverband. De bij ieder onderdeel aangegeven datering slaat op de begin-
In 1964 ontstond uit De Kempen de Coöperatieve Zuivelvereniging Campina G.A., waaruit in 1976 op haar beurt de Coöperatieve Zuivelvereniging (sedert 1979 Melkveehoudersvereniging) Campina B.A. voortkwam. Aangezien de oude administratie na de schaalvergroting in 1976 doorliep, vormde zich één doorlopende serie archiefbescheiden van de twee laatstgenoemde zuivelverenigingen. Deze is dan ook bij de inventarisatie als eenheid gehandhaafd.
Binnen ieder onderdeel kon een vaste indeling worden aangehouden: statuten, jaarverslagen, notulen en overige stukken. Alleen het archief van de Coöperatieve Zuivelfabriek Venray wijkt hiervan af. De foto's van en betreffende fabrieken zijn in een aparte rubriek Documentatie ondergebracht, omdat ze al voorheen een aparte verzameling vormden. De foto's van bestuursleden zijn in het archief van de betreffende coöperatie gelaten, waarin ze bij de inventarisatie aangetroffen werden.
De verschillende rapporten van accountantsdiensten zijn als twee series aangetroffen en als zodanig, onder andere om praktische redenen, in tact gelaten. In de ene serie, aanwezig in het archief van de ZNZ, bevinden zich rapporten van de interne accountantsdienst van de ZNZ, de CZNZ en de CZOZ, alsmede rapporten van externe bureaus; de andere serie bleek ondergebracht in het archief van de BZB en bevatte rapporten van de BZB, de CZOZ en externe bureaus.
J.C.M. Andrik, Th.F. van Litsenburg en J. G.M. Sanders, 1991
▲ Het archief en inventarisatie
▲ Inleiding
▲ De zuivelbonden in Zuid-
Intussen was in 1899 te Eindhoven de Noord-
In 1947 werd de ZNZ ingrijpend gereorganiseerd. Naast de bestaande vereniging werd de Coöperatieve Zuivelvereniging Zuid-
De CZNZ was werkzaam op drie terreinen: organisatorisch, commercieel en produktietechnisch. Zij stimuleerde een verdere samenwerking tussen de coöperatieve zuivelbedrijven.
Na wijziging van de statuten van de ZNZ in 1947, gingen vrijwel alle leden over naar de CZNZ. Per 1 januari 1948 waren lid van de ZNZ: de CZNZ, CCM Bergeijk (toen nog St. Bernardus), CCM De Meijerij Veghel en de zuivelfabrieken in Asten, Berghem, Berlicum en Dinther. Sedert die datum had de CZNZ een stemoverwicht in de algemene ledenvergadering van de ZNZ. De bestuursleden van de ZNZ hadden ook zitting in het CZNZ-
▲ Het ontstaan en samengaan van regionale zuivelcoöperaties
▲ De oprichting van DMV-
In de jaren zestig en zeventig vonden verdere concentraties en fusies van coöperatieve zuivelverenigingen binnen het (C)ZNZ-
In 1964 ontstond de Coöperatieve Zuivelvereniging Campina G.A. te Eindhoven uit een fusie van de kringcoöperaties De Kempen en Ament. In het begin van de jaren zeventig sloten ook de
kringcoöperatie Sibema en een aantal lokale coöperaties zich bij Campina aan.
In het stroomgebied van de Maas fuseerden in 1971 de kringcoöperaties Midden-
In 1972 trad ook de zogenaamde Cunera-
In het werkgebied van de BZB kwam in 1964 de Verenigde Coöperatieve Zuivelbedrijven (VCZ) West-
De Coöperatieve Tilburgsche Melkinrichting CTM en de Coöperatieve Melkinrichting St. Jan, centra van de zuivelindustrie rond respectievelijk Tilburg en 's-
In de omgeving van Breda ontwikkelde zich de coöperatie Martinus met fabrieken te Baarle-
Als verkooporganisatie trad in het midden en westen van Noord-
In 1976 fuseerden de aldus ontstane coöperaties Campina, De Maasvallei, Brabant-
▲ Kenmerken
Kenmerken
Vindplaats origineel:
Locatie Den Bosch
Categorie:
Industrie, Handel en Dienstensector
laatste wijziging 13-
▲ Inventaris
Versie 1991 ophalen 1991_inventaris-