BEZINNING EN POSITIEBEPALING

G. H. E. M. van Waes, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Zuivelbond F.N.Z., neemt de ondertitel van dit werkje tot hoofdthema van zijn inleiding

EEN LEVEND BEDRIJF VERNIEUWT ZICH STEEDS   

C. F. Roosenschoon, hoofdredacteur van het Officieel Orgaan van de F.N.Z., beschrijft in grote trekken de historische ontwikkeling en de daaruit voortgevloeide schakering van de coöperatieve zuivelindustrie in Nederland

ENIGE INTERNATIONALE ELEMENTEN   

mr. dr. J. Linthorst Homan, hoofd der gecombineerde nederlandse permanente vertegenwoordiging bij de EEG en bij de Europese Gemeenschap voor atoomenergie, geeft daarna de internationale atmosfeer aan die sinds de Tweede Wereldoorlog van grote, zij het indirecte betekenis voor de zuivelcoöperatie is geweest

LANDBOUWBELEID EN MELKPRIJSBELEID   

drs. W. Ie Mair, directeur voor de Internationale Landbouweconomische Aangelegenheden bij het Ministerie van Landbouw en Visserij, schetst ver­volgens het doel en de methode van de regeringsmaatregelen ten behoeve

van de landbouw en van de melkveehouderij in het bijzonder

ONTWIKKELING VAN DE INKOMENSPOSITIE VAN DE VEEHOUDERIJ SINDS 1950   

ir. H. Dijkstra, hoofd van het bedrijfseconomisch onderzoek bij het Land­bouw-Economisch Instituut, laat in aansluiting daarop zien welk effect dit beleid op het inkomen van de boer heeft gehad

ERVARINGEN MET DE PUBLIEKRECHTELIJKE BEDRIJFSORGANISA­TIE BIJ DE ZUIVEL   

ir. B. van Dam, voorzitter van het Produktschap voor Zuivel, verdiept zich in de consequenties die de opvattingen omtrent de publiekrechtelijke bedrijfs­organisatie hebben gehad ten aanzien van de reeds lang bestaande instellingen

voor marktordening op zuivelgebied

MARKTONDERZOEK OP ZUIVELGEBIED   

ir. F. L. K. van der Kloot Meyburg, directeur van het Nederlands instituut voor Agrarisch Marktonderzoek, - een veel nieuwere gedachte dan de marktordening op zichzelf - geeft een indruk van hetgeen bij een dergelijk onderzoek naar de afzetkansen van produkten aan middelen wordt gehanteerd en welke resultaten mogelijk zijn

DE ZUIVEL IN DE STRIJD OM DE CONSUMENTENGULDEN   

drs. S. W. Meihuizen, economisch medewerker van de F.N.Z., toont in een uitvoerige studie aan dat het zuivelaandeel in het uitgavenpakket relatief ge­ringer wordt, hetgeen de noodzaak van grondig marktonderzoek onderstreept

COLLECTIEVE PROPAGANDA VOOR MELK EN ZUIVELPRODUKTEN   

J. A. Geluk, voorzitter van Het Nederlands Zuivelbureau, geeft een be­schrijving van wat inmiddels, vooral sinds 1950, is gedaan om het gebruik van de produkten van de zuivelindustrie te bevorderen .

EN BESCHOUWING OVER DE ONTWIKKELING VAN HET ZUIVEL­ONDERZOEK   

prof. dr. J. W. Pette, hoofddirecteur van het Nederlands Instituut voor Zuivel-Onderzoek, karakteriseert de taak en de werkwijze van de weten­schappelijke research, zoals die in de afgelopen tien jaar in het N.I.Z.O. gestalte hebben gekregen .

DE KWALITEIT IN HET BRANDPUNT   

ir. B. Zijlstra, directeur van het Zuivel Kwaliteits-Controle Bureau geeft, na een uitvoerige beschouwing over de begrippen die bij kwaliteitsbeoordeling ge­hanteerd worden, een breed opgezet overzicht betreffende de bereikte resultaten.

DE ZUIVELTECHNISCHE ONTWIKKELING IN DE LAATSTE DECADE   

prof. ir.. S. Hartmans, hoogleraar in de zuiveltechnologie aan de Landbouw­hogeschool, sluit hierbij in zeker opzicht aan met een beschrijving van de technische verbeteringen die in de zuivelindustrie de laatste jaren werden aangebracht, en waarvan vele nog in ontwikkeling zijn.

DE BOER EN ZIJN ZUIVELCOÖPERATIE   

mr. dr. H. F. W. M. van Haastert, juridisch medewerker van de F.N.Z., beschrijft hoe de in vrijwel elk opzicht veranderde omstandigheden ook hun invloed hebben op de verhouding boer-zuivelcoöperatie. Hij geeft zijn visie op de wijze waarop deze verhouding het best ten goede kan worden beïnvloed.

FINANCIERING EN FINANCIËLE CONSOLIDATIE VAN DE COÖPERA­TIEVE ZUIVELINDUSTRIE   

dr. R. Kuperus, directeur van de Coöperatieve Zuivelbank te Leeuwarden, belicht een geheel andere zijde van dit vraagstuk, nl. de wijze waarop de coöperatieve fabrieken worden gefinancierd en hoe groot de behoefte aan investeringen na de Tweede Wereldoorlog is geweest.

HET CONCENTRATIEVERSCHIJNSEL IN DE ZUIVELINDUSTRIE   

drs. H. Schelhaas, economisch medewerker van de F.N.Z., gaat dieper in op de gevolgen van technische, economische en financiële eisen van deze tijd met betrekking tot de bedrijfsgrootte. Hij geeft een overzicht van de ontwikkeling der concentratiegedachte in de na-oorlogse tijd, in het bijzonder sinds 1950.

VERBREDING VAN DE COÖPERATIEVE ZUIVELVERKOOP   

drs. J. A. Heerkens, directeur van de commerciële afdeling van de Coöpera­tieve Zuivelvereniging „Zuid-Nederlandse Zuivelbond", beschrijft vervolgens hoe de intrinsieke kracht van de zuivelcoöperatie werd versterkt door de con­centratie van de afzet in verkoopverenigingen, en welke perspectieven dit biedt

INITIATIEVEN VAN TECHNISCH-WETENSCHAPPELIJKE AARD   

dr. ir. G. Posthumus, hoofd van het laboratorium van de Geldersch-Over­ijselsche Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken, behandelt een geheel ander activiteitsveld van de coöperatieve organisatie en geeft een beschrijving van de hoogst belangrijke resultaten die mede door bondsresearch in de laatste jaren zijn bereikt

BEDRIJFS- EN ARBEIDSECONOMISCHE ANALYSE   

ir. P. Stallinga, secretaris van de Bond voor Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland, behandelt een derde hoogst actuele taak van de regionale organi­satie der zuivelcoöperatie, nl. vergelijking van bedrijfsresultaten en onderzoek

naar de meest rationele werkwijzen  

VAN DE AUTOCRATISCH NAAR DE DEMOCRATISCH GELEIDE ONDERNEMING   

drs. U. Hettinga, de sociaal-economische specialist van de F.N.Z., stelt hierna de menselijke verhoudingen in het bedrijf in het volle licht, een terrein waarop pionierswerk valt te verrichten

DE VERHOUDING BOER-BURGER   

C. F. Roosenschoon besluit deze opstellenbundel. Hij concludeert dat, waar zuivelkwesties in het geding zijn, rekening moet worden gehouden met zeer uiteenlopende invloeden, zowel zakelijke als emotionele, die de stemming van de afnemers bepalen.

EXTRA IN DEZE ‘HERUITGAVE’ EEN UITGEBREID TREFWOORDREGISTER

 ◄   Terug naar blz-1

Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl