#Fr.f/2020-
voorgaande
voorgaande
Zuivelhistorienederland.nl
Zuivelcontrole in de periode van 1901 tot 1940
Botercontrolestations
De botercontrolestations zijn opgericht in verband met “knoeierijen met boter in Nederland”, die reeds vóór het ontstaan van de margarine-
Het eerste botercontrolestation is opgericht in Friesland (17 januari 1901), drie maanden later gevolgd door het botercontrolestation in Zuid-
De belangrijkste doelstelling van de botercontrolestations was weer vertrouwen te wekken bij de afnemers (ook de buitenlandse) voor de onvervalstheid van het door de controlestations gecontroleerde product. De zuivelfabrieken hebben –hoewel zij soms zeer tegenstrijdige belangen hadden-
De samenwerking tussen de overheid en het in grote mate zelfwerkzame bedrijfsleven mag als geslaagd worden beschouwd, te meer daar het bedrijfsleven zelf ook het controleapparaat financierde. De oorspronkelijke garantie van echtheid en onvervalstheid werd in de loop van de jaren uitgebreid. Het Rijksbotermerk garandeerde de afnemer de afwezigheid van conserveringsmiddelen en schadelijke kleurstoffen, een maximum vocht-
Kaascontrolestations
De geschiedenis van de “kaaskwestie” was de reden voor het oprichten van kaascontrole-
In Nederland werden vette kaassoorten geproduceerd: de volvette Goudsche en Edammer dagkaas. Doordat sommige zuivelfabrieken van sterk afgeroomde melk kazen gingen maken in de vorm van Goudse en Edammer kaas is aan de faam van de vanouds Nederlandse kaassoorten veel schade toegebracht. Natuurlijk werden deze magere kazen in de handel lang niet altijd verkocht voor wat ze waren. De kazen werden veelal verkocht voor de echte volvette Goudsche en Edammer dagkaas. Het gevolg hiervan was dat de afnemers het vertrouwen dat zij voorheen in die van ouds bekende en beroemde kaassoorten hadden, gaandeweg verloren.
Het spreekt vanzelf dat deze “knoeierijen” in de kaashandel ten slotte op grote schade voor de eerlijke producenten van vette kaas moesten uitlopen.
Het eerste kaascontrolestation is opgericht op 19 februari 1906 (Kaascontrolestation Noord-
In de beginjaren is het invoeren van kaasmerken een groot struikelblok geweest. Zo waren er opdrukmerken (KCZH), indrukmerken (het “Friesche merk” en het “Hoornsche merk”) en tenslotte het “caseïnemerk” bestaande uit een doorzichtig plaatje van kaasstof dat aan de achterzijde in spiegelschrift was bedrukt en dat bij de bereiding in de kaas werd geperst met de bedrukte kant onder. Dit laatste merk is uiteindelijk als het Rijksmerk ingevoerd.
Melkpoedercontrole
In 1926 is -
vermengd met boter van bedenkelijke kwaliteit als vol melkpoeder werd verkocht.
Op 12 juli 1937 werd het ZKB in Amsterdam opgericht. Voortaan kon geen boter, kaas en melkpoeder meer worden uitgevoerd zonder een ZKB-
Zuivelcontrole in de oorlogsjaren 1940-
In 1940 brak de tweede wereldoorlog uit. Er werden veel overheidsmaatregelen uitgevaardigd, zoals het verplicht leveren van een gedeelte van de productie aan de zuivelcentrale voor verkoop aan het buitenland (lees: Duitsland). Op een gegeven moment mocht er zelfs geen boter meer terug naar de veehouders. In 1941 werd voor consumptiemelk een standaardisatieregeling afgekondigd en werd het in feite voor veehouders onmogelijk nog melk aan de consument te leveren. Ook werden alle boterproducenten (en later ook de boterompakkers en –handelaren) verplicht zich aan te sluiten bij een botercontrolestation. Aangeslotenen bij de botercontrole kregen in 1942 toestemming, om onder bepaalde voorwaarden margarine in kleinverpakking in voorraad te hebben en te distribueren. In de crisisjaren werd het rijksbotermerk ook gebruikt als heffingsmerk en in de jaren 1940 tot 1948 deed het rijksbotermerk tevens dienst als distributiezegel.
Zuivelcontrole vanaf 1945 tot 1970
Het was duidelijk dat door de oorlogsjaren de zuivelfabrieken wat apparatuur en inrichting betrof achterop waren geraakt. Er was sprake van veel slijtage en geen vernieuwing. In 1944 was de fabrieksdirecties aangeraden om reeds nu plannen voor te bereiden tot modernisering van de fabrieksinventaris en voor het ontwerpen van eventueel nodige verbouwingen. Het duurde wel tot 1948 voordat de aanvoer van melk weer op het niveau wasvan 1939.
In 1956 ontstond een meningsverschil over de vraag of de betaling naar kwaliteit van boerderijmelk publiekrechtelijk (nl. door het Productschap Zuivel ) of door privaatrechtelijke instellingen geregeld zou moeten worden. De overheid wilde een publiekrechtelijke regeling. Uiteindelijk werd een compromis bereikt: de controle zou worden uitgevoerd door privaatrechtelijke controle-
Het COM (Centraal Orgaan Melkhygiëne, 1957-
In 1957 werd een begin gemaakt met de uitbetaling van boerderijmelk naar vet-
Zuivelcontrole vanaf 1970
Oprichting COZ
In de loop van de tijd was de organisatie van de Nederlandse zuivelcontrole ondoorzichtig geworden.
Begin zeventiger jaren werd binnen het bedrijfsleven overeenstemming bereikt over de herstructurering van de zuivelcontrole. De basis daarvan lag in de Landbouwkwaliteitswet van 1971, die in 1973 van kracht is geworden. In 1975 waren er nog vijf botercontrolestations, drie kaascontrolestations voor fabriekskaas en één voor boerenkaas, het Controlestation voor Melkproducten (CvM) en het Zuivel-
dat jaar is door het zuivelbedrijfsleven het Centraal Orgaan Zuivelcontrole (COZ) opgericht, waarin de activiteiten van alle privaatrechtelijke zuivelcontrole-
Het COZ (Centraal Orgaan Zuivelcontrole, 1975-
Het COZ was op haar beurt een voortzetting van diverse boter-
Ontstaan COKZ
In 1992 zijn het COZ, het COM en de Regionale Organen Melkhygiëne gefuseerd in het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (statuten COKZ, 30 maart 1992, Stcrt. 1992, 63).
Het COKZ is opgericht als privaatrechtelijke stichting, met als instellingsgrondslag de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971 nr. 371). Sinds 1994 heeft het COKZ de status van ZBO1
Het COKZ verricht sinds 2007 uitsluitend nog publieke taken in opdracht van de ministeries van EL&I en VWS, de NVWA en het Productschap Zuivel..
Boter-
Nog aan toevoegen alg. informatie uit Zuiveljaarboeken
Algemene informatie Boter-
1975 Oprichting COZ.
Centaal Orgaan Zuivelcontrole
1992 COKZ
Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel
1992 Opgericht COKZ
Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel