#Dr.b/2020-
/drenthe
voorgaande
voorgaande
‘Meester’ Crone: 1e secretaris ‘Drentse Zuivelbond’
Meester Crone op zijn bankje ca. 1925
▲ ‘Meester’ Crone
▲ ‘Meester’ Crone
‘Meester Crone’
Bron: Officieel Orgaan 5 juni 1929 integrale overname
G. F. CRONE 80 jaar.
Op den dag, dat dit nummer van het Off. Orgaan verschijnt, wordt de heer G.F. Crone, erelid van den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Drenthe, 80 jaar, met welk feit wij hem hartelijk gelukwensen.
De heer Crone, geboren in de provincie Groningen, is reeds op jeugdigen leeftijd als ,,meester” in Oudemolen gekomen en is daar steeds blijven wonen, omdat deze streek hem lief was geworden.
Hij beperkte zijn arbeid niet alleen tot zijn omgeving, maar ontplooide deze ook over de gehele provincie, toen hij in 1900 tot secretaris-
Hieraan werd zeer terecht door den Bond uiting gegeven, toen hij bij zijn aftreden tot eere-
Zijn arbeid voor den Zuivelbond dateert van 1900-
Het waren de jaren dat men nog mag spreken van het Landschap Drenthe, met zijn grote heidevelden, vele landwegen en weinig kunstwegen, en in die jaren was het de heer Crone, die bijna voor elke vergadering te Assen een wandeling maakte van 2 x plm. 10 K.M. langs heidepaden en landwegen. Is het wonder, dat hij, lopende door de schilderachtige streken van Drenthe, de lange Duitsche pijp in de hand, overpeinzende de onderwerpen, die hem betreffende den Zuivelbond bezig hielden, frisch in de vergaderingen verscheen?
Het ging er toen alles nog erg gemoedelijk naar toe. Wanneer in een vergadering b.v. een besluit genomen was, waarmede de fabrieken in kennis moesten worden gesteld, och, dan wandelde de heer Crone over Rolde, Balloo, Loon, Gasteren, Anloo, Annen, Vries, Tinaarloo, Zeegse in het donker naar Oudemolen, om de boodschappen over te brengen, een afstand van wel ruim 30 K.M. Wij kunnen ons in de tegenwoordige wereld, nu alles zo snel gaat, daarvan eigenlijk geen goede voorstelling meer maken.
Bij het 10-
In het voorwoord heeft de heer Crone toen geschreven:
"A1s ,,telg” in het Grollooërholt ontsproten, is de Bond in 10 jaren tijds een krachtige boom geworden, die, goed beworteld, zijn beschermende takken over de Zuivelbelangen van Drenthe uitstrekt, om het product in naam en daad te verbeteren, de onkosten te verminderen, tot voordeel van allen die de Zuivel hun bestaantrachten te verbeteren”.
Het gehele verslag tintelt van het streven om de boerenbelangen te dienen en wat moet het ontmoedigend zijn geweest voor de heren Schrage, destijds voorzitter, en Crone, secretaris, die tijdens hun functie den Bond in den loop der jaren hadden zien groeien van 7 miljoen L. melk, die door de aangesloten fabrieken werd verwerkt, tot 50 miljoen L. toen van 1908 tot 1910 het ledental van den Bond belangrijk terugliep door het bedanken van een 20-
Gelukkig heeft dit den heer Crone niet ontmoedigd, verder voor de boerenbelangen werkzaam te zijn en een mooie bekroning op zijn werk ontving hij, toen hij in 1920 door volhardenden arbeid en zijn onverwoestbaar optimisme zijn plannen verwezenlijkt zag, n.l. de aanleg van een wegennet, waardoor Oudemolen uit zijn isolement geraakte en de gelegenheid tot het in cultuur brengen van grote complexen heidegrond mogelijk werd.
Op het kruispunt van deze wegen te Oudemolen is toen een monument ter herinnering aan den heer Crone voor zijn vervullingen arbeid geplaatst, een duurzame, zerken "Crone-
H.M. de Koningin erkende de verdiensten van den heer Crone, door hem te benoemen tot Ridder in de orde van Oranje Nassau.
In zijn jeugd, in de kracht van zijn leven, werkzaam in een streek, zeer geïsoleerd en nog weinig voelende voor schoolonderwijs werkte de heer Crone als „meester”, als raadsman als huisvriend en het is den meer ingewijden niet onbekend, hoe hij, voelende de noodzakelijkheid van ontwikkeling, bij slecht weer, flink gelaarsd, langs ondergelopen landwegen de kinderen op armen en rug torsende. ophaalde, om ze toch vooral maar op school te krijgen.
Een leerplichtwet kende men toen niet, maar het verlangen, de jeugd te ontwikkelen, leefde in den heer Crone en dat was voldoende.
In de malaisejaren, na den Frans-
„Wij vragen een instelling van praktisch nut voor den „Drentschen boer”.
Van het kleine 20-
De bank, die in het leven werd geroepen, heeft tot voor enkele jaren bestaan. Zij heeft haar nut bewezen, maar is later door ontwikkeling van de boerenleenbanken overbodig geworden. Het belangrijke vraagstuk van het kredietwezen voor den boer werd in zijn antwoord op die prijsvraag reeds aangesneden en in den loop der jaren is wel gebleken, van welk een omvangrijke betekenis dit is.
De heer Crone heeft een welbesteed leven achter zich en mag zich gelukkig nog in een goede gezondheid verheugen, zelfs zoo, dat de Zuivelbond hem op zijn laatste algemene Mei-
Wij wensen hem en den Zuivelbond toe, dat dit zich nog menigmaal zal kunnen herhalen.
Assen, Juni 1929. WERUMËUS BUNING
Geen frame -