#Dr.a/2020-08-06

voorgaande

versie-7.0

‘Knipsels’ waar uit blijkt dat er in 1903 een Coöp. Handkracht boterfabriek werd opgericht, die de bestaande fabriek over nam - zie tekst in statuten. Directeur werd H. Puite uit Witten

Nr in systeem

126

Jaar, datum opricht.

1901

Jaar, datum sluiting

1909 of iets later !

Naam vereniging

 Coöp. Was ‘Zuidbarge’

Adres

?

Plaatsnaam

Zuidbarge

Gemeente oud

Emmen

Gemeente nieuw

Emmen

Part., Coöp. of NV.

Part. / Coöp. (1903)

Hand / Stoom

Hand

Produkten

Boter

Malerij

Nee

Wat na sluiting

?

Wat ca. 1988

?

Wat ca. 2005

?

Zuidbarge Part. H. Timmer 1901-1903 / Coöp. ‘Zuidbarge’ 1903-1909> ?

Fabrieken in de omgeving:

Noorbarge   CSZF. ‘Noordbarge’ 1893-1988

Westenesch CZ. ‘Emmen’ 1893-1949

Zuidbarge   Part. Timmer, 1901-1903

                   Coöp. ‘Zuidbarge’ 1903-1909 ?

Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

 1903-12-16 Statuten Coöp. Zuivelfabriek ‘Zuidbarge’ te Zuidbargen

Vervolg niet gevonden op www.Delpher....


 Het gaat hier om de, in 1903 aangestelde. directeur H Puite....


Vervolg knipsels gaan ook over deze persoon.


 In begin 1914 wordt H. Puite directeur van het stoomzuivel fabriekje te Wijster, hij komt dan uit Eexterveensch kanaal....daar is echter nooit een boterfabriekje geweest, wel in Eexterveen, maar daar kom ik hem niet tegen.

Gezocht op ‘Directeur’/ ‘Puite’ kom ik hem voor het laatst tegen in een advertentie van de te koop staande stoomzuivelfabriek en directeurswoning te Wijster! - Nog bewoond door H. Puite.

#Zuidbarge

Een boterfabriek te Zuidbarge? door Gerard Waasdorp


Op 13 april 1901 valt er een brief vanuit Westerbork bij Burgemeester en Wethouders van de gemeente Emmen in de bus. De afzender is Harm Timmer, een koopman en houthandelaar welke in de eerstgenoemde plaats woont. In de brief meldt hij dat hij het voornemen heeft een handkrachtboterfabriek op te richten in Zuidbarge. Als plek geeft hij aan “op de zuidzijde van het kadastraal perceel sektie D nr.6793”.

Alleen bij de Wit, en R. Hoving, blz 54

De Wit dacht dat Zuidbarge voorloper was van latere DOMO fabriek. Dit is echter Noordbarge!


PDAC 17 april 1901.

“Naar we vernemen staat het plan van den heer Timmer te Westerbork om in Zuidbarge een handkrachtfabriek op te richten thans vast, Het wordt dus één fabriek al fabriek.”  Via scriptie R. Hoving blz. 54 en onderstaand knipsel....

Het genoemde perceel was in eigendom van Roelof Evers, landbouwer te Zuidbarge. Het huis wat op het perceel stond werd in 1900 afgebroken.

Hij overlegd de door de hinderwet in artikel 5 gevraagde stukken en vraagt of B&W hem de vergunning wil verlenen.

In de gevraagde stukken omschrijft hij de handkrachtboterfabriek.


Het perceel rond voornoemd wordt als volgt begrenst:

noordelijk door perceel D nr.6792 eigendom van de  Markegenooten van Noord- en Zuidbarge

-     zuidelijk door perceel D nr.7567, als noordelijk

oostelijk door perceel D nr.7567, als noordelijk

westelijk door perceel D nr.6790, eigendom van Hendrik Hadders en cons. te Zuidbarge

 

De fabriek wordt van steen en krijgt een pannen dak en zal dienen tot de vervaardiging van boter uit melk. Het proces bestaat uit het ontroomen van melk door middel van één of twee centrifuges die met de hand worden gedraait, het afkoelen en zuren der room en het met de hand karnen tot boter. Daarnaast verklaart hij dat de door hem op te richten handkrachtboterfabriek  “geen inrichting is die onder de veiligheidswet valt”.

Op de plattegrond zien we dat de inrichting bestaat uit:

een werklokaal met daarin de 2 centrifuges, groot 6 bij 6 meter. Hier zullen ook de karnen opgesteld staan.

een ruimte waar de melk ontvangen wordt, groot 4 bij 4.5 meter

een kantoor groot 4 bij 1.5 meter

Deze ruimten zijn 3 meter hoog.


Daarnaast zijn er nog:

een kelder welke zich onder het kantoor bevind, groot 4 bij 1,5 meter en 1,70 meter hoog.

een turfschuur welke zich onder de overstekende kap bevind, groot 4,5 bij 2,5 meter

een paardestal welke zich onder de overstekende kap bevind , groot 4,0 bij 2,5 meter


Op 22 april 1901 hangt de onbezoldigd rijksveldwachter op het terrein te Zuidbarge een publicatie op betreffende de voorgenomen oprichting van de fabriek. Zo konden de inwoners van Zuidbarge hier kennis van nemen en eventueel bezwaar aantekenen. Op 6 mei 1901 zit de Burgemeester W.Tijmes te wachten op mondelinge of schriftelijke bezwaren van de Zuidbargenaren. Op het gemelde uur verschijnt er niemand zodat de bouw doorgang kan vinden.

Maar dan nemen B&W van Emmen een ander besluit. In de vergadering van 03-06-1901 besluiten ze “de verzochte vergunning te weigeren.


De reden wordt in de Emmer Courant van 08-06-1902 het besluit openbaar gemaakt en wordt als volgt omschreven: “omdat de inrichting in de bebouwde kom van het gehucht gesitueerd is en niet is aangeduid op welke wijze zal worden voorzien in de afvoer of berging van het bij de fabricage afkomstige vuile water waardoor te vrezen is voor het verspreiden van vuil en van walgelijke uitdampingen”.

 

Dit wordt Harm Timmer schriftelijk medegedeeld. Deze brief wordt op 08-06-1901  aan hem uitgereikt door de burgemeester van Westerbork, de heer. Kijmmell.


Harm Timmer is het hier niet mee eens. Hij gaat in beroep bij de Raad van State te ’s-Graven-hage welke aan B&W te Emmen op 15-10-1901 een brief sturen waarin ze de memoriën en bewijsstukken waarop ze hun beslissing genomen hebben voor 29-10-1901 aan hen moeten opsturen.


Op 17-01-1902 komt er echter vanaf het Provinciaal Bestuur van Drenthe een bericht naar B&W van Emmen dat zij bericht hebben gehad van de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid dat de behandeling van van het beroep is gestaakt. Zij ontvangen alle meegestuurde documenten terug. Het blijkt uit een brief van B&W van Emmen, welke niet gedateerd is, blijkt Harm Timmer zelf zijn beroep te hebben ingetrokken.


In 1906 werd het perceel eigendom van Lambert Hindriks, landbouwer te Odoornerveen. Hij bouwde er weer een huis op.


Wilt u meer weten over Zuidbarge kijk dan op de website www.suytberghe.nl. Heeft u aanvullingen of heeft u gegevens aangaande Zuidbarge die u delen wilt dan kan dat via de website en/of via de secretaris van uw vereniging.


Bronnen gemeentearchief Emmen:

hinderwetvergunning,  –1.777.13, doos periode 23-11-1886 t/m 20-09-1901

ingekomen stukken, 1901 nr.’s 283a, 333, 404, 750 en jaar 1902 nr.51.

notulenboek vergaderingen B&W, periode 20-05-1894 tot 05-01-1903

Emmer Courant dd. 08-06-1901

kadasterboeken, artikelen 2253 en 7176.