#Fr.a/2020-08-05

voorgaande

versie-7.0

Boornbergum - 2/2

Boornbergum * C.Z. Boornbergum / Mei Inoar Ien ** 1903 - 1967

Op heden den 26sten Maart 1903”, zo begint het notulenboek, „heeft er eene bijeenkomst plaats bij van Weemen te Boornbergum van belanghebbenden bij de oprichting eener Coöperatieve Stoomzuivelfabriek te Boornbergum. Eenige dergelijke bijeenkomsten zijn hieraan reeds voorafgegaan.” Dit zou de constituerende vergadering worden. Notaris Keuning uit Beetsterzwaag was[147] aanwezig en las de ontwerp-statuten voor. Deze voorlezing „wordt geheel zonder stoornis of aanmerkingen volbracht; ieder verklaart er zich mee tevreden, waarna de acte door de belanghebbenden ten bedrage van zeker meer dan 100 personen wordt ondertekend.” „Van dit oogenblik af kan de Boornbergumer coöperatieve stoomzuivelfabriek als gevestigd worden be­ schouwd.” Het was zeker een emotionele gebeurtenis, want het verslag vermeldde: „Bijzonder was de geest, die er heerschte onder de aanwezigen, ieder was vol ambitie, zonder evenwel tot hartstocht over te slaan, orde en harmonie beheerschten het geheele gezelschap zoodanig, dat zelfs de heer Keuning zich gedwongen gevoelde hierover een complimentje te maken, vertrouwende dat harmonie en verdraagzaamheid zouden blijven bestaan ten voordele van de belanghebbenden en tot bloei van het dorp.” Er bestond toen in Boornbergum een particuliere zuivelfabriek van J. G. de Boer en de vraag kwam op of die zou worden gekocht of dat het beter was een geheel nieuwe fabriek te bouwen. Er werden enkele deskundigen geraadpleegd en deze keurden het bestaande fabrieksgebouw af. Nochtans besloot men, na vele onderhandelingen, tot koop voor de somma van f 7.250,-. Men wist, dat dit gebouw ingrijpend zou moeten worden verbouwd en uitgebreid. En dat viel financieel nogal tegen ook. Maar het voordeel van deze handelswijze was, dat de particuliere fabriek van de kaart was verdwenen en er dus geen concurrentie was. De vertimmering kwam gereed op 29 februari 1904. Gedurende die periode werd de melk verwerkt in Oudega en Olterterp. Inmiddels was op 3 augustus 1903 als direkteur benoemd F. Anema uit Marssum, die een belangrijk aandeel had in de  verbouw.  


Tekst en foto’s uit  “100 jaar zuivelindustrie in Oosterwolde”  blz. 146 >

In  het eerste  volle boekjaar  werd er  2.585.637 kg  melk  [148]  verwerkt en die stroom melk werd elk jaar groter. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog was dit 4.240.958 kg en bij het begin van de Tweede Wereldoorlog 11.037.334 kg. Een zeer voorspoedige, maar ook zeer geleidelijke groei. Ook de fabriek in Boornbergum heeft meegewerkt aan verbetering van wegen in haar werkgebied. Voor verharding van de weg Boornbergum-Nij Beets werd f 10.000,­ bijgedragen en in 1939 werd nog bijgedragen aan de verbetering van de Boornbergumer Hooiweg. De periode van de Tweede Wereldoorlog was uiteraard een moeilijke. Deze kreeg voor de fabriek in Boornbergum nog een bijzonder triest accent. De toenmalige direkteur J. Schultz werd in december 1944 door de Duitsers gearresteerd en overleed te Assen op 21 maart 1945 als slachtoffer van de Duitse terreur. Hij was 16 jaar direkteur geweest. Zijn opvolger werd de assistent C. van Weperen. Van 12 april tot 6 mei 1945 had de fabriek geen brandstof meer om de ketel te stoken en de melk werd naar andere plaatsen vervoerd. Op 17 december 1949 werden statuten en huishoudelijk reglement gewijzigd en werd de naam Coöp. Zuivelfabriek „Boornbergum” gewijzigd in Coöp. Zuivelfabriek „Mei-Inoar Ien” te Boornbergum. Het duurde tot het boekjaar 1959-1960 eer de melkaanvoer het vooroorlogse peil overtrof. Daarna ging het weer crescendo en in het jaar 1962-1963 was de aanvoer ruim 12½  miljoen kg. Het 50-jarig bestaan op 26 maart 1953 werd op sobere wijze herdacht in een op die dag gehouden ledenvergadering. De direkteur schetste de wederwaardigheden van de vereniging gedurende die halve eeuw. Hij hoopte dat ook in de toekomst de vereniging een steun zou mogen zijn voor het welzijn van de boerenstand in Boornbergum, Kortehemmen, Nij Beets en omstreken.


De lotgevallen van de [149] fabriek in Boornbergum waren natuurlijk vrijwel identiek aan die van de bedrijven in de omgeving. In het begin van de jaren zestig oriënteerde men zich vanzelfsprekend op de concentraties in de zuivelwereld. Er werden besprekingen gehouden met fabrieksbesturen uit de omgeving. Maar men werd het uiteindelijk eens met „Gorredijk e.o.” en Olterterp. Op 7 april 1966 vond in café Huisman te Nij Beets een buitengewone ledenvergadering plaats, waar met grote meerderheid van stemmen het voorstel werd aangenomen tot het aangaan van een fusie met de Coöp. Zuivelfabriek „De Hoop” te Olterterp en de Coöp. Zuivelindustrie „Gorredijk e.o.” G.A. te Gorredijk tot de Coöp. Zuivelindustrie „Mei-Inoar len” G.A. te Olterterp, met inbreng van alle bezittingen en schulden. De andere fabrieken namen besluiten van dezelfde aard. De fusie zou ingaan op 15 mei 1966. Er waren echter nog wat strubbelingen en het werd eind augustus 1966 voordat alles in orde was. De fusie betekende wel het einde van de fabriek te Boornbergum, want in de loop van 1967 werd de fabriek met direkteurs­ woning verkocht.

voorgaande

Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

voorgaande pagina