#11c/2024-
voorgaande
Geplaatst als © versie
Morra-
De Zuivelfabriek van Morra-
Aan het eind van de 19e eeuw, tijdens de industriële revolutie, werden op veel plaatsen in Friesland en elders Zuivel-
Bijzonder was dat de zuivelfabriek in een regio werd opgericht waar hoofdzakelijk akkerbouw was. De boeren hadden naast hun akkerbedrijf vaak echter ook nog een paar koeien. De 340 leden van De Dongeradelen bezaten gemiddeld slechts 8 koeien. In de regio waren melkfabrieken in Metslawier, Anjum, Dokkumer Nieuwezijlen en het Steenvak bij Ee. Zoveel fabrieken dicht bij elkaar leverde uiteraard veel concurrentie op en dat betekende dat er fabrieken verdwenen. De fabriek in Morra-
De lunchkaasjes die hier gemaakt werden vonden gretig aftrek. Er werd wekelijks uiteindelijk zo’n 25 ton kaas geproduceerd. Die kaas werd dan per schip naar Leeuwarden gebracht. In 1951 kreeg deze kaas een eerste prijs bij de keuring van Goudse kaas. En dat uit maar liefst 185 inzendingen. In 1971 fuseerde de coöperatie met de fabriek te Betterwird bij Dokkum. De productie verdween uit Morra-
Het zou jammer zijn als het oude directeurshuis en het kantoor en voorgevel van de fabriek zouden verdwijnen. Deze gebouwen in Berlage-
https://moarre-
Een oud-
Hessel de Haan, nu 90 jaar en woonachtig in Morra, begon op zijn 17e te werken in de zuivelfabriek. Vanaf zijn 13e werkte hij bij de boer, maar na de oorlog wilde hij wel wat anders. Hij werd uiteindelijk stoker/machinist en heeft hier nog een opleiding voor gevolgd in Leeuwarden. Gelukkig was voor zijn komst de stoommachine al vervangen door moderne elektrische apparaten. Dat scheelde een hoop gedoe met kolen en maakte het ook minder gevaarlijk in de fabriek. In de tijd van de stoommachine liepen er grote banden door de fabriek te draaien naar de verschillende apparaten. Daar zijn heel wat ongelukken mee gebeurt.
Hij kan zich nog goed herinneren hoe zwart hij werd als hij weer eens kolen moest sjouwen, want de ketels werden nog wel met kolen gestookt. De kolen werden aanvankelijk per boot aangevoerd, later gebeurde dit met auto’s.
Hessel werkte 24 jaar bij de fabriek in Morra-
Er werd in de melkfabriek kaas en melkpoeder gemaakt. De kinderen uit het dorp waren dol op de weibrokken. Weibrokken ontstaan als je het vocht uit de melk laat verdampen, de rest wordt vermalen en dan hou je melkpoeder over. Er werd door de kinderen gebedeld om melkbrokken en kaas en als je even niet oplette dan werd het gejat. Op een gegeven moment kwam de hele meisjesvereniging van Lioessens bedelen om kaas en weibrokken. Van maandag tot en met zaterdag was de fabriek 24 uur in bedrijf. Op zondag werd de melk wel ontvangen maar deze werd dan op maandag verwerkt.
Er werkten ongeveer 20 mensen in vaste dienst en daarnaast nog zo’n 20 losse krachten. Na de sluiting in 1971 werd het personeel uit Morra-
Hessel kijkt met veel plezier terug op zijn leven in de zuivelfabriek. Hij heeft het er goed gehad. Met het eigenlijke productieproces heeft hij eigenlijk nooit te maken gehad. Als stoker/machinist was hij verantwoordelijk voor de machines. Toen hij 60 werd kon hij stoppen met werken. Hij had toen 43 jaar in de melk gewerkt. 24 jaar hier en daarna in Dokkum.
Wat nog rest zijn de gebouwen en verhalen van enkelen die nog leven op dit moment. De kaas komt allang niet meer hier vandaan. De akkerbouwers in de regio hebben hun kleine kudde koeien allang van de hand gedaan. De melk wordt allang niet meer 2 keer per dag bij de boer gehaald en naar de fabriek gebracht. Levendigheid is verdwenen uit het dorp en geschiedenis is ontstaan.
Doede Douma & Feike van der Zee
Geen frame -