#11c/2024-11-03

voorgaande

versie-7.0

  Geplaatst als © versie

Morra-Lioessens - 2/2

De Zuivelfabriek van Morra-Lioessens



Aan het eind van de 19e eeuw, tijdens de industriële revolutie, werden op veel plaatsen in Friesland en elders Zuivel-coöperaties opgericht. In Friesland werd in Warga de eerste opgericht. 25 jaar later volgde Morra-Lioessens. Op 8 februari 1914 werd de coöperatie De Dongeradelen opgericht. Helemaal zonder slag of stoot ging dat niet, want de coöperaties in Anjum en Metslawier waren na oprichting snel in particuliere handen gekomen, dat was de boeren een doorn in het oog. En van zuivelfabrieken uit de regio kwam ook nogal wat tegenwerking.


Bijzonder was dat de zuivelfabriek in een regio werd opgericht waar hoofdzakelijk akkerbouw was. De boeren hadden naast hun akkerbedrijf vaak echter ook nog een paar koeien. De 340 leden van De Dongeradelen bezaten gemiddeld slechts 8 koeien. In de regio waren melkfabrieken in Metslawier, Anjum, Dokkumer Nieuwezijlen en het Steenvak bij Ee. Zoveel fabrieken dicht bij elkaar leverde uiteraard veel concurrentie op en dat betekende dat er fabrieken verdwenen. De  fabriek in Morra-Lioessens overleefde echter dankzij de steun van de kleine boeren. Lange tijd werkten zo’n 40 mensen in de fabriek. De fabriek was dus heel belangrijk voor de werkgelegenheid in beide dorpen. Vele Heiten en Pake’s van de huidige bewoners zullen dan ook in de fabriek gewerkt hebben of er op de een of andere manier mee te maken hebben gehad. In de fabriek werd kaas, boter en weibrokken gemaakt. Als je weipoeder maakt dan droog je de wei  en wat overblijft zijn de weibrokken. Deze werden dan weer vermalen tot melkpoeder. Melk die over was ging naar Leeuwarden naar de Coöperatieve Condensfabrieken.


De lunchkaasjes die hier gemaakt werden vonden gretig aftrek. Er werd wekelijks uiteindelijk zo’n 25 ton kaas geproduceerd. Die kaas werd dan per schip naar Leeuwarden gebracht. In 1951 kreeg deze kaas een eerste prijs bij de keuring van Goudse kaas. En dat uit maar liefst 185 inzendingen. In 1971 fuseerde de coöperatie met de fabriek te Betterwird bij Dokkum. De productie verdween uit Morra-Lioessens en daarmee kwam een eind aan de fabriek hier. De gebouwen werden in 1973 verkocht aan Soepboer die er een manege van gemaakt heeft. Dat duurde echter maar een paar jaar en toen stond de hele boel weer leeg. In 1980 kocht Eelke de Groot uit Morra de boel weer op. Eelke was een paar jaar daarvoor naar Schotland verhuisd maar wilde weer terug komen. De fabriek werd toen opslag, delen werden aan bedrijfjes verhuurd en er kwam een benzinepomp. In die jaren is de schoorsteen ook gesloopt. Het verdwijnen van de Melkfabriek was een hele aderlating voor Morra-Lioessens. Veel werknemers konden in Betterwird wel aan de slag, maar het betekende ook dat mensen op den duur gingen verhuizen en dat er een hoop levendigheid uit de dorpen verdween.


Het zou jammer zijn als het oude directeurshuis en het kantoor en voorgevel van de fabriek zouden verdwijnen. Deze gebouwen in Berlage-stijl hebben na meer dan een eeuw hun plek in Morra-Lioessens verdiend. Nu nog een nieuwe bestemming voor de oude fabriek!

https://moarre-ljussens.frl/zuivelfabriek-morra-lioessens/   (2019-03-05)

Een oud-werknemer van de zuivelfabriek aan het woord.


Hessel de Haan, nu 90 jaar en woonachtig in Morra, begon op zijn 17e te werken in de zuivelfabriek. Vanaf zijn 13e werkte hij bij de boer, maar na de oorlog wilde hij wel wat anders. Hij werd uiteindelijk stoker/machinist en heeft hier nog een opleiding voor gevolgd in Leeuwarden. Gelukkig was voor zijn komst de stoommachine al vervangen door moderne elektrische apparaten. Dat scheelde een hoop gedoe met kolen en maakte het ook minder gevaarlijk in de fabriek. In de tijd van de stoommachine liepen er grote banden door de fabriek te draaien naar de verschillende apparaten. Daar zijn heel wat ongelukken mee gebeurt.


Hij kan zich nog goed herinneren hoe zwart hij werd als hij weer eens kolen moest sjouwen, want de ketels werden nog wel met kolen gestookt. De kolen werden aanvankelijk per boot aangevoerd, later gebeurde dit met auto’s.


Hessel werkte 24 jaar bij de fabriek in Morra-Lioessens; daarna is hij meegegaan naar de fabriek in Dokkum, waar hij tot zijn pensioen bleef. In het oude pand van de melkfabriek zit nu kringloopwinkel De Wissel.


Er werd in de melkfabriek kaas en melkpoeder gemaakt. De kinderen uit het dorp waren dol op de weibrokken. Weibrokken ontstaan als je het vocht uit de melk laat verdampen, de rest wordt vermalen en dan hou je melkpoeder over. Er werd door de kinderen gebedeld om melkbrokken en kaas en als je even niet oplette dan werd het gejat. Op een gegeven moment kwam de hele meisjesvereniging van Lioessens bedelen om kaas en weibrokken. Van maandag tot en met zaterdag was de fabriek 24 uur in bedrijf. Op zondag werd de melk wel ontvangen maar deze werd dan op maandag verwerkt.


Er werkten ongeveer 20 mensen in vaste dienst en daarnaast nog zo’n 20 losse krachten. Na de sluiting in 1971 werd het personeel uit Morra-Lioessens met een bus van het bedrijf gehaald en gebracht. Veel werknemers verhuisden uiteindelijk of kochten zelf een auto.


Hessel kijkt met veel plezier terug op zijn leven in de zuivelfabriek. Hij heeft het er goed gehad. Met het eigenlijke productieproces heeft hij eigenlijk nooit te maken gehad. Als stoker/machinist was hij verantwoordelijk voor de machines. Toen hij 60 werd kon hij stoppen met werken. Hij had toen 43 jaar in de melk gewerkt. 24 jaar hier en daarna in Dokkum.


Wat nog rest zijn de gebouwen en verhalen van enkelen die nog leven op dit moment. De kaas komt allang niet meer hier vandaan. De akkerbouwers in de regio hebben hun kleine kudde koeien allang van de hand gedaan. De melk wordt allang niet meer 2 keer per dag bij de boer gehaald en naar de fabriek gebracht. Levendigheid is verdwenen uit het dorp en geschiedenis is ontstaan.



Doede Douma & Feike van der Zee

 

voorgaande pagina

   Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

voorgaande pagina