#Ge 19/2024-10-19

voorgaande

voorgaande

versie-X7-3

Onderzoek naar zuivelhistorie in Achterhoek, Liemers en het Gelders Rivierengebied, door Prof. Ir. Jos Lankveld *


Jos Lankveld heeft zich verdiept in de geschiedenis van de opkomst van de industriële melkverwerking.

De zuivelindustrie is ongeveer een eeuw lang onderdeel geweest van de vele dynamische veranderingen die de agrarische sector heeft gekend. De verwerking van agrarische producten is veelal kleinschalig, ambachtelijk begonnen op de boerderij en van daaruit lokaal op bescheiden industriële schaal voortgezet. Eerst in een lokale zuivelfabriek en op zeker moment in een groter verband.

Eind 19e eeuw zijn in een groot tempo veel zuivelfabriekjes opgericht en rond de 70-er jaren van de vorige eeuw weer even zo snel verdwenen.

* Prof. dr. ir. Jos Lankveld heeft meer dan dertig jaar in de zuivel gewerkt, o.a. als R&D directeur bij Campina in Zaltbommel. Sinds zijn pensionering in 2002 is hij twee dagen per week bijzonder hoogleraar Zuivelkunde aan de Universiteit te Wageningen. Onderzoek van de rijke zuivelhistorie is een onderwerp van zijn vrijetijdsbesteding

Succes of falen hing vaak af van initiatieven van enkele voortrekkers.

De oprichting was ook vaak afhankelijk van lokaal toevallige omstan-digheden en was voor elke streek weer verschillend.


Jos Lankveld heeft al veel informatie en fotomateriaal verzameld over de zuivelindustrie in de Achterhoek, Liemers en het rivierengebied. Wanneer de inventarisatie geheel is voltooid, zal de geschiedenis van de zuivel-fabrieken in een boek worden vastgelegd.

In de tussentijd wordt door het geven van lezingen en de daarbij verkregen reacties het beeld gecompleteerd.




Hij beperkt zijn onderzoek tot de melkfabriekjes in Achterhoek Liemers en het Gelders Rivierengebied, inclusief Arnhem en Nijmegen. Totaal zijn in dat gebied ongeveer 100 zuivelfa-brieken, groot of klein, kortere of langere tijd operationeel geweest, dit is ruim  5 % van het aantal landelijke bekende zuivelfabrieken. Van al deze fabriekjes heeft hij een inven-tarisatie gemaakt en de onderlinge samenhang in kaart gebracht.

zuivelfabriek - plaats in dorp niet juist

Het gebied en de fabrieken die in het onderzoek zijn opgenomen

Bron: http://www.hetkontakt.nl/mijn-nieuws/bericht/2722/lezing-vroegere-melkefabrieken.html (404)


Lezing Prof. Dr. Lankveld in Tricht “Vroegere melkfabrieken”.


WOENSDAG 14 OKTOBER 2009 in het Dorpshuis in Tricht, Prins Johan Frisoplaats 1, spreekt de heer Prof. Dr. Jos Lankveld over vroegere Melkfabrieken in het Rivieren-gebied. Aanvang 20.00 uur.


Melk en melkproducten zijn door de eeuwen heen benut als voedingmiddel. Boter en kaas, bereidt op de boerderij waren zeer gewaarde handelsproducten. De kennis voor de ambachtelijke bereiding van boter en kaas berustte op ervaring en werd steeds door de boerin doorgegeven.

Eind 19e eeuw kwam hierin een drastische verandering en ontstonden er op meerdere plaatsen melkinrichtingen en zuivelfabrieken. Het was het begin van een zeer dynamische periode voor de melkverwerking. In een relatief korte periode kwamen er in bijna in elke stad of dorp zuivelfabrieken: met handkracht of stoom aangedreven, met private dan wel collectieve middelen gefinancierd. De meeste van deze fabrieken waren binnen driekwart eeuw weer verdwenen.

Zuivelfabrieken kwamen en gingen!

Het is nu bijna allemaal geschiedenis en de vraag is nu wat is hiervan vastgelegd. Eind van de 19e eeuw was een zeer dynamische periode voor de gehele agrarische sector. Grote veranderingen brachten problemen en kansen. De landbouwcrisis, de slechte kwaliteit van boter en knoeierijen leidde tot groot verlies in marktaandeel voor boter op de Britse markt. Door de opkomst van de margarineproductie werd deze situatie verergerd. Kansen kwamen er echter in dezelfde periode door de opkomst van het gebruik van kunstmest en de introductie van de continu werkende roomcentrifuge.


De oprichting van een vakzuivelschool door de Geldersch-Overijsselse Maatschappij van Landbouw (GOMvL) in 1889 en de aanstelling van een wandelleraar moest de kennis van melk en melkverwerking op de boerderij op een hoger plan brengen.

Al in de beginjaren van de vakzuivelschool kwam de wandelleraar J.J. van Weydom Claterbos in december 1889 naar de Betuwe om lezingen te geven in Elst, Echteld en Zoelen. Later volgende er enkele cursussen van een maand op geselecteerde boerderijen voor boerinnen in Ingen (1892), Elst (1894), Heteren (1896). Deze lezingen en cursussen waren veelal het sein voor de vorming van “een commissie tot oprichting van een zuivelfabriekje”.


De opwinding was groot, de bedoelingen goed maar het resultaat veelal teleurstellend. In de Betuwe was weinig melk, wat er was werd dan ook nog “weggezogen” door de grote steden. Ingegaan zal worden op het tot stand komen van melkinrichtingen en zuivelfabriekjes te Arnhem, Tiel, Angeren, Buren, Doornenburg, Elst, Kesteren, Ingen, Gellicum, Rhenoij, Lienden, Tiel en Valburg.

De zuivelfabriek te Elst (1891-1942) was de eerste in de Betuwe, een investering van de tabakshandelaren Philips te Zaltbommel en al na twee jaar failliet! De zuivelfabriek “Oranje” te Buren (1895-1987) werd na de oorlog een fabriek waar naartoe de meeste Betuwse melk stroomde.

Het verhaal van de melkverwerking in het Gelders Rivierengebied is onderwerp van de lezing op woensdag 14 oktober 2009 voor de Historische Kring West-Betuwe. Deze lezing zal worden gehouden aan de hand van een power-point presentatie met veel beeldmateriaal en verlevendigd met verschillende anekdotes.

Lankhorst Onderzoek Zuivelibndustrie Oostelijk Gelderland

J. Lankveld Onderzoek Zuivelindustrie Oostelijk Gelderland

Inmiddels verschenen: Boek ‘Zuivelfabrieken kwamen en gingen’ - ©  J. Lankveld 2012 test



▲ Naar TOP