#NBr/2020-
voorgaande
voorgaande
Chaam
Bron: http://www.bndestem.nl/weekend/article237938.ece 07-
Landbouwers varen wel in Chaam
Zaterdag 8 april 2006 -
Dat zouden ze nu met het water eens op een andere manier gaan doen. J. P. A. – Jaan – Schoenmakers, wethouder, deed het voorstel aan burgemeester Schram. „Iedereen in Chaam krijgt water, of niemand.“
Jos Schoenmakers, zoon van de toenmalige wethouder, heeft het verhaal vers in zijn geheugen. Het speelde in 1952. Heel Chaam werd aangesloten op de waterleiding. Om de kosten te drukken, staken de boeren de handen uit de mouwen. Ze groeven gezamenlijk de sleuven. In zeven weken tijd werd twintig kilometer leiding gelegd.
Samenwerken, dat waren de Chaamse boeren gewend. Grote dingen van de grond krijgen ook. De zuivelfabriek van coöperatie Landbouwers Welvaren bij voorbeeld. In 1899 werd de eerste melkfabriek in Chaam in vijf maanden tijd gebouwd. Dertig jaar naderhand verrees de tweede, ook aan de Boterfabriekweg.
In boerendorp Chaam draaide veel om de coöperatie en de fabriek. De boerenbond had zijn plek bij de fabriek. De jongensschool lag ernaast. Het was er altijd bedrijvig. Schoenmakers’ vader zat in het bestuur van de coöperatie, en werd er ook voorzitter van. Schoenmakers zelf zou in de voetsporen van zijn vader treden. Ook bestuurslid in Chaam, en later kringvoorzitter van de Campina in West-
Eerst was er Landbouwers Welvaren in Chaam, met zo’n 180 aangesloten boeren, dat in 1968 fuseerde met de coöperaties van Ulicoten en Baarle-
„In het begin ging het in vergaderingen over een boer die een deksel van een van zijn melkbussen was kwijtgeraakt.
Later werd de mentaliteit anders, en ging het meer over de grote lijn. “Boeren werden mondiger op een goede manier.“
Mondiger, groter en misschien minder betrokken bij het wel en wee van de collega’s.
In de kleinschalige jaren was samenwerken meer geboden. Bij het wegbrengen van de melk bij voorbeeld. Boeren uit buurtschappen maakten samen een rooster en brachten om beurten de melk weg, die van zichzelf en die van vijf, zes buren. Met paard en een wagen vol melkbussen van dertig liter reden ze naar de fabriek.
„Dat was goed geregeld. Tot halverwege de jaren ’50 werd het melkgeld op de fabriek uitbetaald in papieren zakjes, die ook voor heel de buurt door één boer werden meegebracht. Mensen vertrouwden elkaar, en niemand dacht eraan dat je een overval zou kunnen meemaken“, zegt Schoenmakers. Vooral in de zomer kwamen de boeren vaak terug van de fabriek met de melkbussen vol. Vol water dan wel. Het water uit de putten bij de boerderijen smaakte te veel naar ijzer en zag er soms wat roestbruin uit. De fabriek had een put van zeventig meter diep, dat was andere kost. Daar kwam helder water uit, goed voor lekkere koffie en thee.
Het welvaren nam hand over hand toe in Chaam, met de komst van de waterleiding. Toevallig in dezelfde periode verdween de runder-
Het was ook in die tijd dat een verslaggever van het Officieel Orgaan van de Koninklijke Nederlandse Zuivelbond een lovend stuk schreef over de boterfabriek en de boeren, onder de fraaie kop: ‘Waar de zijgdoek in de ban ging, Chaam.’ De zijgdoek, een lap stof die gebruikt werd om het grove vuil uit de melk te filteren, werd langzaamaan vervangen door hygiënischer filters met watten. Tevreden noteerde de gezant van het Officieel Orgaan dat de vooruitgang aan Chaam niet voorbij ging. Ronkend en lang was zijn slotzin.
„En zo ligt dit dorp, omringd door uitgestrekte bossen en vennen, die de streek ten zuiden van Breda zo schilderachtig maken, als een gezonde werkzame en tevreden plaats waarvan de coöperatieve zuivelfabriek zich met recht mag noemen: ‘Landbouwers Welvaren’.“
|
|
Chaam Landbouwers Welvaren 1899- |
Gaat in 1965 op in De Hoop Baarle- |
|
|
# = J.C. Dekker / in nw venster |
|
Chaam CZ. Landbouwers Welvaren 1899 -
Geen venster -
▲ Knipsels zuivelfabriek Landbouwers Welvaren Chaam 1900-