#NBr/2020-
voorgaande
voorgaande
Melkproducten fabriek St Maarten in Cuijk 1904 -
Waar nu op deze plaats appartementen zijn gebouwd door Maasland, het Maasveld, stond vroeger de Coöperatieve stoomzuivelfabriek St. Maarten.
De woning naast deze appartementen was de vroegere directiewoning van dit bedrijf.
Rond 1880, op het einde van de 19e eeuw, waren er voor de boeren weinig mogelijkheden om hun producten aan de man te brengen, en daarmee voor voldoende inkomsten te zorgen.
Door het ontbreken van een goed inkomen waren de levensomstandigheden niet al te best. Met de plaatselijke winkeliers vond enige ruilhandel plaats, waarbij zelfgemaakte boter werd geruild tegen de benodigde andere levensbehoeften.
Dit was uiteraard niet naar tevredenheid van de boeren.
Het kwam vaak voor dat deze ruilhandel in het nadeel van de boeren uitpakte.
Het was dan ook voor de boeren een hele vooruitgang, toen in Cuijk een initiatief ontstond om te komen tot het oprichten van een botermijn.
Het initiatief kwam van de boeren, enkele winkeliers en de gemeente.
De gemeente zorgde voor de aanbesteding. Er werd een plek gevonden in de Maasstraat en wel in de veldwachterswoning annex brandspuithuisje.
Vanaf 1883 werd er iedere week een botermijn gehouden.
De landbouwvereniging Cuijk richtte in 1892 een tweede botermijn op in het stationskoffiehuis.
De boteromzet steeg van 10.000 kg in 1885 naar 85.000 kg in 1903.
Maar tot volle tevredenheid van de boeren was dit niet. De boeren zochten naar een andere oplossing. Er moest een coöperatieve vereniging komen waaraan de melk geleverd kon worden. De melk moest gebruikt worden voor het produceren van allerlei zuivelproducten, waaronder boter.
Op 19 december 1903 werd in het gebouw van de St. Jozefvereniging in Cuijk, op een besloten vergadering door de Boerenbond afdeling Vianen, het besluit genomen tot het oprichten van een roomboterfabriek in Vianen, aan de weg naar Beers.
Tegelijkertijd werd in Haps de melkproductenfabriek ‘de Volharding’ opgericht.
Er waren toen ook al zogenaamde handkrachtfabriekjes: in Beers de ‘Helpt Elkander" en in Linden ‘St. Isodorus".
We verlaten Cuijk, langs de St. Agathaseweg beschermd door de Maasdijk. Hoog steekt de schoorsteen van de Stoomzuivelfabriek, opgericht in 1904 en genoemd naar de Cuijkse patroonheilige St. Maarten, in de lucht.
(Het weiland ervoor wacht op de vestiging van de melkproductenfabriek de Lacto, later Nutricia.)
Eigenaar van het ‘St. Maarten-
De krant schreef toen dat de fabriek even buiten de kom van het dorp kwam te liggen.
Het centrum van Cuijk was toen blijkbaar nog van geringe omgang.
In opdracht van St. Maarten doet Rijkswaterstaat in mei 1904 metingen naar de structuur van de grond op het “Moorenweidje", zoals het perceel in die tijd in de volksmond ook wel werd genoemd. In augustus 1904 gaat de eerste spade in de grond.
Het verwijderen van een keiharde anderhalve meter dikke kleilaag gaat gepaard met veel inspanning.
Hierna wordt het perceel weer opgehoogd met 2 ½ meter zand om de waterlozing naar de Maas goed te laten verlopen en het onderlopen bij hoog water tegen te gaan.
Op dit perceel heeft de St. Maarten gestaan tot de afbraak in de jaren zeventig
In de Echo stond het volgende bericht: “In januari 1905 -
werkzaamheden te kunnen aanvangen. De machines zijn proefklaar opgeleverd. Maar, er is een foutje geslopen in de organisatie. Want de deelnemers, de boeren, hebben vergeten hunne melkbussen aan te vragen, zodat zij geen melk kunnen leveren."
De start loopt enkele weken vertraging op, maar 18 januari 1905 is het dan zover.
De aanvoer van de melk wordt door de melkophalers uitgevoerd. Meestal boeren die bij de coöperatie aangesloten waren.
Bij het ophalen van de melkkannen, bij de leden van de coöperatie, maakten zij gebruik van een platte kar die werd getrokken door een paard. Iedere melkophaler had zijn eigen gebied. De eerste boter die de fabriek produceerde, kwam in Maastricht op de markt en leverde de hoogste dagprijs op van 67 1/2 cent per kilogram.
Het bedrijf werkte aanvankelijk op eigen energie in de vorm van stoomaandrijving.
Een belangrijke stap voorwaarts wordt gezet in 1912. Met de komst van de electriciteitscentrale in Cuijk kon worden overgeschakeld op deze krachtbron.
Omstreeks 1919 werd er gestaakt bij de zuivelfabrieken St. Maarten en Lacto in Cuijk.
De staking had mede als oorzaak de hogere lonen die elders, vooral in het westen werden betaald. In Cuijk werd voor een 54 urige werkweek 16 gulden en vijftig cent uitbetaald. Arbeiders die geen lid waren van de bond kregen een gulden meer.
Ter vergelijking, in Alkmaar werd 24 gulden per week betaald bij een 51 urige werkweek.
In november 1922 bericht de Graafsche courant dat bij een inbraak in de nacht van 14 op 15 november f 20.000,-
De inbrekers moeten geweten hebben dat de kas goed gevuld was, omdat de volgende dag de betaling moest plaatsvinden aan de boeren.
In diezelfde nacht werd ook ingebroken bij de Lacto, dat volgens de krant meer achteraf is gelegen. Hier werd niets meegenomen.
In 1929 werd het 25 jarig jubileum gevierd.
Om 10 uur is er een H Mis uit dankbaarheid. Om drie uur volgt dan een drukbezochte feestvergadering in de St. Jozef Vereeniging. Om vier uur kon de voorzitter de Heer Gerrits uiteraard zoals toen gebruikelijk met een christelijke groet, de vergadering openen.
Het woord is hierna aan pastoor Offermans uit Lierop ?, een der oprichters van de fabrieken en destijds kapelaan in Cuijk.
In zijn toespraak schetst hij het ontstaan van de fabriek.
In 1904 hadden de aangesloten leden een veestapel van 185 koeien. Ten tijde van het jubileum lag dit aantal rond de 2000.
De omzet bedroeg in 1904 f 50000,-
Er wordt een miljoen liter melk verwerkt.
Hij brengt verder ter nagedachtenis hulde aan de oprichters van de coöperatie, waarvan er nu nog vier achter de bestuurstafel zitten. De heren vd Bosch, Heijming, v Bracht en de Vocht. Ook de Deken houdt een toespraak. Hij mag namens het bestuur mededelen, dat nog deze maand aan de leden een extra uitkering van f 20.000,-
verdeeld.
Er wordt een zuivelfilm getoond en het Cuijkse symfonieorkest zorgt voor de muzikale opluistering -
In de laatste jaren van de oorlog, vanaf augustus 1943 werd het bedrijf volledig stil gelegd. Het is niet helemaal duidelijk wie of wat de directe aanleiding was van de sluiting.
Volgens zuiveldeskundige van NCR zou dit gedaan zijn, omdat er teveel zaken werden gedaan met Duitsland. Ook het feit dat leveringen plaatsvonden aan het fascistische Italië speelde mogelijk een rol.
Waarschijnlijker is echter, de anti coöperatieve houding die in het Nederlandse bedrijfsleven heerste.
In 1946 kwam een fusie tot stand met de melkfabriek “De Volharding" uit Haps.
In 1949 ging ook de melkfabriek in Ottersum op in de coöperatie. De Heer Arts uit Haps werd de nieuwe voorzitter. Onder zijn leiding komt het bedrijf, dat enkele jaren van stilstand heeft gekend, weer tot bloei.
Begin jaren vijftig werd begonnen met de bouw van een nieuwe fabriek, met een grotendeels nieuw machinepark. Met deze moderne outillage heeft de fabriek de mogelijkheid om consumptiemelk, melkpoeder, boter en kaas te produceren.
De dag van de opening van de nieuwe fabriek, in mei 1952, werd begonnen met een plechtige H. Mis, gecelebreerd door pastoor vd Acker, de geestelijk adviseur.
Daarna trokken de genodigden naar de nieuwe fabriek.
De voorzitter, de heer Arts uit Haps, heette de vele genodigden hartelijk welkom.
Pastoor v.d. Acker verrichtte de inzegening van de kantoren en fabrieksruimten en hield daarna een toespraak.
Burgemeester Jansen sprak namens zijn collega´s uit de kring Land van Cuijk. In zijn toespraak toonde hij dat hij er trots op was dat deze fabriek in Cuijk stond. De wereld is voor de durvers memoreerde hij en moge daarom deze daad beloond worden in een blijvende groei en bloei.
Namens de Raad van Toezicht ontving de Heer Arts voor zijn inspanningen een gouden horloge en mocht de Heer Bruinen, directeur van het bedrijf, een tapijt in ontvangst nemen. Bij een rondgang door de fabriek had vooral de kaasbereiding veel belangstelling. Er werd gememoreerd dat de St. Maarten kaas niet meer onder deed voor
de Friese en Goudse kaas. De voorzitter brengt in zijn toespraak hulde aan het personeel dat zich met hart en ziel geeft aan het aan hun toevertrouwde werk.
Namens de bestuurscommissie doet de Heer Gerrits verslag uit een inspectierapport. Het ledenaantal was inmiddels gestegen tot 898. De jaarlijkse aanvoer van melk bedroeg 10 miljoen liter. Het aantal koeien van de leden bedroeg 3650.
St. Maarten verwierf met haar boter en kaas diverse prijzen. In 1953 op de nationale tentoonstelling in Den Haag, ging de St. Maarten boter onder de 250 deelnemers met de hoogste prijs strijken. De vlag ging uiteraard in top. Het voltallige personeel en hun dames werden getrakteerd op een gezellige avond.
Bij een keuring door de CZNZ stond St. Maarten geklasseerd op de tweede plaats . Er waren 60 aangesloten fabrieken.
Het 50 jarig jubileum werd in 1954 groots gevierd. Vanwege het groot aantal deelnemers/feestgangers moest men uitwijken naar het gebouw van de Vereniging in Nijmegen.
De Zuid-
Spreker maakte verder gewag van de hoge kwaliteit van de producten en de onderscheidingen die bij diverse keuringen werden toegekend.
De financiële situatie was prima. In 1953 werd een winst gemaakt van ruim een ton. De geestelijk adviseur van NCB, Mgr. Bekkers hield een feestrede.
De Cuijkse Notenkrakers, omgedoopt tot de boerenkapel “De Cultivators" o.l.v. Bert van Heukelom, verzorgen de feestavond.
In de jaren 70 werd duidelijk dat ook de zuivelfabrieken aan fusies moesten gaan denken.
In 1977, als Cuijk allang zijn agrarisch karakter heeft verloren, verliest de coöperatie haar zelfstandigheid.
Zij wordt ondergebracht in de regionaal opererende " Maasvalle
Later volgen onderhandelingen met DMV Campina gevestigd in Veghel. Deze onderhandelingen leiden ertoe, dat het bedrijf uiteindelijk een fusie aangaat met Cunera in Rijkevoort.
Het bedrijf wordt gesloten en het meeste personeel gaat werken in Rijkevoort.
Het pand aan de Grotestraat werd opgekocht door de gemeente.
Na enkele jaren leegstand en na ontvangst van een stevige geldelijke bijdrage van het Rijk voor de sloop, werd de fabriek in januari 1978 afgebroken om plaats te maken voor woningbouw.
De 34 meter hoge schoorsteen, die jaren een gezichtsbepalend beeld vormde voor het centrum van Cuijk, ging onder grote belangstelling eveneens tegen de vlakte.
http://fotoarchiefdienst.nl/wp-
Geplaatst als © versie
Cuijk -
Cuyk CZ. St. Maarten 1904 -
Op deze plaats stond tot medio jaren zeventig de melkproductenfabriek St. Maarten
De Coöperatieve Stoomzuivelfabriek “St. Isodorus" te Linden was in bedrijf tot 1938
Met de sloop van de fabriek verdween in het centrum van Cuijk een industrie die door de jaren heen kwalitatief goede melkproducten produceerde en aan vele werknemers in Cuijk en omgeving werk bezorgde.
Gelukkig kunnen we ons de melkfabriek blijven herinneren, omdat de directiewoning bij de afbraak in de jaren zeventig gespaard is gebleven voor de slopershamer. Maar ook door het feit, dat de woning in particuliere handen is gekomen en daardoor tegenwoordig in luisterrijke uitvoering te zien is. Nog steeds een verfraaiing van de Grotestraat.
De FAD heemkundegroep Maart 2015
Alleen de directiewoning herinnert heden ten dage nog aan de melkfabriek.
Geen frame -