Lutten-Knipsels-01

#Ov/2020-08-04

voorgaande

Lutten Part. Fa. Fritzlin en Maas 1882 *- 1908**

* In ‘knipsel’ 13-06-1882 gaat het om de start van een ‘stoomboterfabriek‘, eerdere knipsels niet gevonden.

Op deze pagina zijn alle knipsels geplaatst van de ‘fabriek’ te Lutten - vaak met plaatsnaam Dedemsvaart - en de knipsels van enkele plaatsen met een ontromingsstation als Steenbergen (ook als Zuidwolde) (Dr.), Balkbrug

** Over einde / opheffing niets gevonden, wel over ‘overdracht’ roomboterproductie van Margarinefabrikant # Fritzlin te de Lutte # aan CZ. Dedemsvaart in 1908 - zie knipsel

# Vraag me af of Margarinefabrikant en De Lutte juist zijn - enige bericht

Delpher getest (1875-1945) op:

Fritzlin Lutten / Fritzlin Balkbrug

Fritzlin Maas / Fritzlin Steenbergen

Noordelijke Couranten op Fritzlin

Lees uitvoerig verslag van deze lezing in MAP J J van Weijdom Claterbos (1890-03-07) en (1890-03-14)

Lutten hoofdfabriek

Ontroomstations

Steenbergen (Dr.) 1890-03-20-1903-03-09 (werd ten tijde van de sluiting ook boter gemaakt) - ook bij Zuiwolde-Part

Koekange in gesprek 1890-05-22 - of dit ook van de grond kwam is niet duidelijk!

Balkbrug 1898-04-04 verkocht aan J.Kingma en Co.

Gramsbergen geen vergunning 1899-09-23

Nieuwleuzen knipsel 1893-12-01 met plannen voor melklevering - levering is onbekend!

#Lutten

INGEZONDEN De Telegraaf 1893-09-01

Roomerijen.

M. de Redacteur!

In de landbouwkroniek van uw blad dd. 28 Aug. betuigt de geachte schrijver van deze rubriek zijne onbekendheid met het bestaan van zoog. roomerijen hier te lande. Toch is er eene fabriek, die op dit „creamery principle” werkt, nl. die van den heer A. J. Fritzlin te Lutten aan de Dedemsvaart. De daar gevestigde hoofdfabriek ontvangt 's-morgens en 's-avonds, behalve de melk die ter plaatse ontroomd wordt, de room van twee bijfabriekjes, gelegen te Balkbrug en Zuidwolde, die per stoomtram naar de fabriek te Lutten gevoerd wordt. Reeds verscheidene jaren werkt genoemde heer volgens dit systeem.

Dit stelsel is echter niet overal in toepassing te brengen. Het is slechts daar mogelijk, waar de fabriek een zoo groot gebied melkaanbrengende boeren omvat, dat óf de tijd voor ontrooming á costi der fabriek zou ontbreken, óf door een te lang traject van vervoer de melk schadelijken invloed moest ondervinden. Het is ook dan alleen mogelijk, waar de boeren, gelijk in Overijsel, de ondermelk als onontbeerlijk voor hun fokvee beschouwen en deze steeds terug eischen.

In een provincie als Friesland daarentegen, waar de zuivelfabrieken nu reeds op vele |plaatsen te dicht bij ekander staan en waar op slechts weinige uitzonderingen na, de ont-roomde melk tot kaas verwerkt wordt, is dit stelsel niet in practijk te brengen.

Htt aangehaalde artikel in ‘t Ned. Landbouwkundig Tijdschrift is mij onbekend. Ook dit zal waarschijnlijk er wel op wijzen, dat in Victoria speciaal de groote afstanden, over welke de melk anders vervoerd moest worden, dit oprichten van “roomerijen” in de hand werken. Onder beleefde dankzegging voor de mij verleende plaatsruimte

Hoogachtend

Uw dw. Dienaar

Amsterdam, 29 Aug, 1893

Th. J. Klaverweide