#04/2020-08-19

voorgaande

terug naar lijst personen versie-7.0

Zuivelhistorienederland.nl

Bron Leeuwarder Courant 1950-12-28


Frico's directeur Nijholt nam afscheid


Groot man gaat heen

De grote Harmoniezaal was gister ge­heel vol met bestuursleden van de aangeslo­ten zuivelfabrieken en met geno­digden, o. w. vele autoriteiten. Zij allen kwamen naar de afscheidsbijeen­komst, die ter ere van de heer Nijholt gegeven werd. Bo­vendien werd de nieuwe directeur ir. J. B. Ritzema van Ikema gistermid­dag inge­haald. Een en ander kreeg een feestelijk karakter door het optreden van de zange­res mej. Annie Pot en een aantal artisten.



 Op  3 Maart 1945 had de heer Nijholt de pensioen-gerech­tigde leeftijd bereikt, zo vertelde de heer W. J. Schenk, voor­zitter van het Frico­ bestuur. Men kon echter geen ge­schikte opvolger vinden en men kon hem niet missen.


Eenige weken geleden profiteerde de Frico precies veertig jaar van de ongekende werkkracht van de heer Nijholt.


De deelgenoten van de Frico hebben kunnen genieten van zijn waardevolle advie­zen, eerst in zijn kwaliteit van be­drijf-adviseur, als hoedanig hij niet direct op waarde is geschat. In 1922 werd hij technisch directeur met verantwoordelijkheid aan het bestuur. In 1929 toen de heer Eriks met pensioen ging, volgde de heer Nijholt hem als directeur op. Deze benoeming kwam als een verrassing. Be­halve in Friesland bekleedde de heer Nijholt ook landelijke bestuursfuncties in het zui­velleven en ook vertegenwoor­digde hij op buitenlandse conferenties of bij handels­besprekingen Nederland. Tij­dens zijn directeurschap is de Frico sterk geworden en daarin heeft hij een groot aandeel gehad, aldus besloot de heer Schenk.


De vertegenwoordiger van de minis­ter en hoofdinspecteur van het zuivel­wezen, dr. Ir. P. N. Boekel, noemde de heer Eriks de grondvester en de heer Nijholt de consolidator en uitbouwer van de Frico. De Frico is het machtigste lichaam, dat wij op zuivelgebied in Nederland kennen, wel een bewijs, dat de denkbeelden van de scheidende directeur tot grote resultaten hebben geleid. Hij hield sterk vast aan zijn eigen ideeën en bracht ze met grote duidelijkheid naar voren. Men meen­de wel eens bij hem een zekere stroefheid te kunnen vaststellen. Ir Boekel meen­de, dat dit echter niet het geval was.


Hij deelde mee, dat het de koningin behaagd had de heer Nijholt te benoe­men tot officier in de Orde van Oranje Nassau.


Vervolgens voerden het woord de wnd. Commissaris der Koningin, de heer J. L. Hoogland, de heer H. L. Dedden, voorzitter van de Friesche MIJ. Van Landbouw, de heer J. J. Visser van Ter­wispel namens de deelgenoten, de heer S. van der Berg als oud-voorzitter van de Frico, de heer Van der Meer namens de vertegen­woordigers, van wie er ook uit Duitsland, België en Frankrijk waren overgekomen, de heer Blauw namens het personeel, de directeur van de Coöp. Zuivelbank, dr. R. Kuperus, als voor­zitter van het Instituut van Landbouw­ coöperatie voor de zusterorganisaties in Friesland, de heer P. Lettinga, wnd. voorzitter van de Bond der Verkoop­verenigingen, Ir. Van Dam, voorzitter van het Bedrijfschap voor Zui­vel, prof. dr. H. J. Frietema, dir. van de Nat. Coöp. Raad, de heer J. Koopal, dir, van Excelsior en de heer J. Roos namens de Ned. Verbruiks-coöperaties. De heer Visser bood een schilderij van de hand van Cor Reisma aan, waarop de heer Nij­holt afgebeeld stond. Dit schil­derij zal een plaatsje krijgen in het Fricogebouw te Leeuwarden.

S. Nijholt directeur  FRICO neemt afscheid - 1950

S. Nijholt

   Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

Toen de heer Nijholt voor de hulde bedankte overstemde hem een groot ge­voel van dankbaarheid. „Er zijn zoveel schijnwerpers op mij gericht, dat alle schadu­wen zijn weggevallen. Het heeft geen zin, dat ik daar uitvoerig bij stil sta, maar het heeft wel zin het gesprokene in dit licht te zien”. De heer Nijholt schetste de ont­wikkeling van de zuivel­techniek en de veehouderij in Friesland.


De Frico is daarbij een bedrijf gewor­den. dat dit jaar een omzet heeft van                  f 100.000.000, waarvan f 60.000.000 voor export.


Op de boerderij leerde hij van zijn moeder het botermaken en van zijn vader het kaasmaken. Daar maakte hij ook de landbouwcrisis van 1890 mee en hij onder­vond die aan den lijve. Daarna, begon hij zijn loopbaan in de zuivel­wereld. Eerst de zuivelschool in Bols­ward, daarna de zuivelfabrieken van Luinjeberd en Wei­dum tot hij directeur werd in Irnsum, zijn laatste station voor de Frico. De ban­den met de Frico wor­den nog niet geheel verbroken, want volgend jaar gaat de heer Nijholt voor de Frico een reis naar de Verenigde Sta­ten maken.

Over de ontwikkeling van de Frico zei de heer Nijholt, dat de verwachting niet on­gegrond is, dat de toetreding van deelgenoten in versnel tempo zal gaan.


Onnodige concurrentie wordt dan uitge­schakeld. Voor de bloei van de Frico is geen groot aantal deelgenoten nodig, maar wel coöperatieve zin, verdraagzaam­heid, opofferingszin en solidariteit.


De jongeren moeten zich vooral niet blind staren op techniek en financiële uit­komsten.


De nieuwe directeur

Ir. J. B. Ritzema van Ikema werd daarna .ingehuldigd als nieuwe directeur

Alle coöperatieve ogen zijn op u gericht en u krijgt een moeilijke taak, zo sprak de heer Schenk tot hem. Evenals mevr. Nijholt kreeg ook mevr. Ritzema van Ikema bloemen.


Ir. Ritzema voerde daarna het woord. Hij sprak over de afzet van de producten, die op het ogenblik goed lijkt. Maar men mag niet vergeten, dat het bijzondere omstandigheden zijn, die op het moment nog een vlotte gang van zaken bewer­ken. De interne organisatie van de Frico zal zijn weg moeten zoeken tussen de­centralisatie en centralisatie. Van het eerste is het gebouw in Wolvega het bewijs. Dit vraagstuk zal ook verder tot oplossing gebracht moeten worden, want reeds nu is er gebrek aan opslagruimte.


De rest van de middag en avond  werd gezellig doorgebracht. Niemand hoefde zich te vervelen of van honger en dorst om te komen.