#04/2020-08-19

voorgaande

terug naar lijst personen versie-7.0

Zuivelhistorienederland.nl

Bron Zuivelzicht 1994-06-01


Yvonne Mors


Directeur Piet Boer Acmesa Assen neemt afscheid na fu­sie


Acmesa blij met sterke fusiepartner


Met de fusie tussen Acmesa en De Zuid-Oosthoek (ZOH.) laat de 86-jarige Kaas­maker van Drenthe zijn naam achter. De productie gaat echter op volle kracht door. Scheidend directeur Piet Boer is blij met de sterke fusiepart­ner. De ZOH. zal verder investeren en de Assener kaasproductie zal voortge­zet worden. En die heeft toekomst, want 'kaas is blijft de trekker van de Ne­derlandse zuivel', aldus Boer.


Piet Boer (61) was elf jaar lang directeur van Acmesa. In een eerdere periode, van 1967 tot 1974 was hij er adjunct-directeur. In de tien jaar daartussen werkte hij bij het Productschap voor Zuivel. Boer: „Bij het PZ heb ik ook een verschrikkelijk mooie  tijd gehad. Ik heb nog steeds goede contacten. Maar ja, het bedrijfsleven trok me. En toen toenmalig directeur Oosterloo wegging heb ik gesolliciteerd. Dat was ook de enige keer”. Ook de heer Boer sr., nu 97, was een zuivelman. Hij was de eerste directeur van zuivelfabriek 'De Eendracht' op Texel en later directeur bij 'Victaria', dat door Coberco is overgenomen.


Te veel bijkoopmelk

De Asser Coöperatieve Melkinrichting en Stoomzuivelfabriek, Assen (Acmesa) staat op de plaats waar vroeger de Centrale Boterknederij „Drenthe”stond. De toenmalige 17 fabriekjes die boterkorrels aan deze knederij leverden besloten in 1908 samen te gaan en een nieuwe coöperatieve boterfabriek te bouwen. In 1925 startte de kaasproductie. Nu maakt Acmesa bijna uitsluitend kaas. In 1993 werd 11.700 ton Goudse en Maasdamkaas in blokvorm geproduceerd, naast ruim 6.000 ton weipoeder. De geproduceerde room (20.000 ton) wordt verkocht aan Gerkesklooster.


Vroeger maakten we ook ronde kaas. En we maakten de „Milde Assenaar”, de eer­ste Nederlandse kaas met een lager zoutgehalte. Die had met 25 ton per week nog goede aftrek. Maar toen de anderen daar ook mee op de markt kwamen kon­den we het niet lang volhouden”, aldus Boer. Acmesa besloot zich toe te leggen op blokken.

 

Toen ik kwam in 1967 hadden we 30 miljoen kg melk en geweldig veel kleine boeren (600). Nu hebben we 65 miljoen kg eigen melk en 200 leden. Daarnaast kopen we melk bij. En dat deel is van jaar tot jaar steeds groter geworden”, aldus Boer. Vorig jaar kocht Acmesa 60 miljoen kg melk aan, bijna 50% van de totaal verwerkte melkhoeveelheid. Dat vindt hij eigenlijk te veel: „Een verhouding 25 om 75% zou net mooi zijn, maar 50% drukt zwaar op de eigen melkplas”.


Toch had Acmesa de bijkoopmelk nodig: de kaasproductie is in tien jaar tijd ver­dubbeld en het aantal melkveehouders is alleen maar afgenomen. Een groot aan­tal melkveehouders heeft ruim baan moeten maken voor natuurgebieden, het mi­litaire oefenterrein van 450 hectare, de golfbaan. Ik sta er niet om te juichen, maar dat zijn ontwikkelingen die niet te keren zijn”, aldus de directeur.


Pekelbad bottleneck

Hij vervolgt: „Maar Acmesa is qua verwerking een leuk bedrijf”. Tien jaar geleden is Boer begonnen met investeren. In totaal is 25 miljoen gulden geïnvesteerd in een nieuwe centrifuge, kaasmakerij en een nieuw pakhuis, waarbij de opslag word uitgebreid. Boer: „Om toekomst te houden hebben we het royaal opgezet. We heb­ben een hoge uurcapaciteit en qua (arbeids)kosten kunnen we ons met de beste meten, volgens de resultaten-analyse van de Friese Zuivelbond”. Een bottle­neck is echter het te kleine pekelbad geweest. Dat dateert van 1970, toen Acmesa nog 4.000 ton kaas per jaar maakte. Inmiddels produceert Acmesa met hetzelfde pe­kelbad bijna vier keer zoveel en het gevolg is dat de kaas te kort gepekeld wordt. „Dat kost ons een cent op een liter melk”, aldus Boer. Al jaren geleden had hij bij de gemeente een vergunning voor nieuwbouw aangevraagd, en hoewel dat toen goed werd ontvangen besloot de gemeente uiteindelijk toch anders. Pas vorig jaar juni kreeg hij afbericht: de bouwplek was bestemd voor woningen. Inmiddels had de gemeente zolang getraineerd dat de termijn om in beroep te gaan verstre­ken was. Op grond van de eerdere berichten had Boer toen al contracten gete­kend voor meer bijkoopmelk. De directeur noemt het een staaltje van ambtelijke wille­keur. „Maar de gemeente is er mede oorzaak van dat wij onze zelfstandigheid heb­ben moeten opgeven”, aldus Boer.


Fusie tussen individualisten

De eerdere fusiebesprekingen tussen Acmesa en De Goede Verwachting, Twee Provinciën en Huisternoord liepen op niets uit. „Zij waren nog niet aan een fusie toe. Wij wel. Zoiets is nu eenmaal niet te sturen, die dingen moeten spontaan ko­men en in niet al te grote stappen”, constateert Boer nuchter. Jammer? „Ik zeg niet dat groot altijd beter is, maar als je samen de markt kan benaderen kan dat behoorlijke voordelen opleveren”.


Met de ZOH., waarmee Acmesa met terugwerkende kracht tot 19 december fu­seert, heeft het bedrijf een sterke fusiepartner: het is de vierde onderneming in Nederland. Het bedrijf maakt 40.000 ton kaas en Acmesa heeft een capaciteit van 15.000 ton.


Boer is optimistisch, en ook de leden hebben de fusie positief ontvangen. „Het as­sortiment van de ZOH. sluit goed aan bij dat van Acmesa. Zij maken geen blok­ken en produceren hoofdzakelijk voor de export. Bovendien past de mentaliteit van Drentenaren en Stellingwervers wel bij elkaar”. De ZOH. zal, voor het beno­digde pekellokaal, de huidige kantoorruimte ombouwen.


De nieuwe onderneming zal verdergaan onder de naam „Zuid-Oost-Hoek”, onder leiding van directeur Ing. J.W. Koek. De huidige voorzitter en secretaris van Ac­mesa, L. Timmermans en A.G. Schoon, zullen overgaan naar het bestuur van Oosterwolde, dat ander voorzitterschap staat J. Dolsma. Drie leden van de Raad van Commissarissen van Acmesa zullen Oosterwolde blijven adviseren. De huidi­ge bedrijfsleider van de vestiging in Oosterwolde, K.A. de Jong, is per 16 mei de nieuwe bedrijfsdirecteur. Eén en ander betekent voor Piet Boer dat hij al voortijd­ig met pensioen gaat. Er kan volgens hem maar één kapitein op het schip zijn. Dat is de kracht en tegelijkertijd misschien de zwakte van de Vrije Fabrieken: we zijn nou eenmaal „individualisten”, aldus Boer.


Kaas heeft toekomst

De toekomst voor de ZOH. ziet Piet Boer zonnig in: „De Zuid-oost-Hoek is een sterke onderneming die zelfs de moeilijke tijd in de kalvermelksector aan heeft ge­kund. En kaas is en blijft de trekker van de Nederlandse zuivel. Ik geloof niet in die praatjes dat het allemaal minder zal worden. De recessietijd die er nu is ver­andert nog wel eens. Oost-Europa zal zich ontwikkelen en dan gaan ze daar ook meer kaas eten. En het is nog altijd zo dat de Nederlandse kaashandelaar z'n wa­ren niet aan hoeft te prijzen, nou we moeten zorgen dat dat zo blijft. Het NZB ver­vult hier een uitstekende rol in en dat moet zo blijven”.


„Op de langere termijn zullen de vrije fabrieken misschien toch wat van hun vrij­heid moeten opgeven volgens Boer: 'Misschien dat een paar specialistische bedrij­ven, zoals Staphorst en Huisternoord, zelfstandig zullen blijven, maar op termijn zullen de bedrijven meer gaan fuseren,. De samenwerking in VVZC-verband werkt in ieder geval al goed, zo meent hij”.

 

Wij kunnen onze stem goed laten horen, ook in NZO-verband, en we zitten ook in alle commissies van de NZO. De tegenstellingen tussen groot en klein zijn ook minder scherp geworden, en dat is een goede ontwikkeling Het is allemaal wat za­kelijker geworden, misschien dat ook de nieuwe bestuurders hier een goede in­vloed op hebben”, aldus Boer.


P. Boer  directeur - ACMESA Assen - neemt afscheid na fusie met ZOH.  - 1994

P. Boer

   Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl