#04/2020-
voorgaande
Zuivelhistorienederland.nl
Coberco-
H. P. Prangsma
Geen frame -
Zo'n man moet ook enige kijk op zaken hebben, dus grote interesse hebben in het gehele gebeuren. Die eis staat eigenlijk voorop, zeker bij Coberco. Een voorzitter dient zoveel mogelijk kennis over zijn coöperatie te verzamelen, en mag daarbij de eigen inventiviteit niet schuwen. Naast een bindend, verzoenend element moet een voorzitter in bepaalde dingen toch wat hard kunnen zijn; in het ene geval zal hij impopulaire maatregelen duidelijk dienen te verdedigen, in het andere geval zal hij als dat nodig is zonder aanziens des persoons kritiek moeten durven uitoefenen".
Had Prangsma bepaalde stokpaardjes, en hoe hebben die gelopen? „Men mag in een coöperatieve onderneming nooit roekeloos te werk gaan, maar men mag ook niet al te bang zijn. Je weet bij voorbaat dat niet alles wat je aanpakt een succes kan worden, maar als je nooit iets doet, zul je zakelijk ook niet veel bereiken. Het ondernemen houdt ook een stuk durf in. Zo heb ik me een aantal jaren geleden, toen ons Riedel-
Terugblik
Hoe kijkt onze voorzitter nu op tien jaar Coberco terug? Zo: „Ik ben blij dat in ons gebied -
Functies
In het voorgaande is alleen gesproken over het werk dat de heer Prangsma bij Coberco had; hij heeft bewust daarvoor het gros van zijn tijd willen reserveren, zijnde zo'n 200 vergaderingen of andere activiteiten per jaar. Inclusief de benodigde studietijd is dit al bijna een fulltime job. Daarnaast waren en zijn er noch nog enkele „kleinigheden":
Voorzitter Coöp. Weiproduktenfabriek Borculo", bestuurslid van het Coöp. Verzekeringsfonds Leeuwarden, afdelingsvoorzitter GMvL, voorzitter Otterlo's belang (dorpsbelangen), voorzitter belangenvereniging Noord-
Een aantal activiteiten zal Prangsma aanhouden, maar hij krijgt zeker meer tijd voor zaken als boeken lezen, plaatselijke historie beschrijven, en het helpen leiden van zijn campingbedrijf (naast de boerderij). „Nee, er zal zeker geen leegte in mijn bestaan komen, maar ik verwacht wel in het eerste halfjaar het Coberco-
Meningen van anderen
Tot slot enkele uitspraken over de heer Prangsma uit de kring van personen waarmee hij tot voor kort of in het verre verleden heeft samengewerkt.
Plv, voorzitter A. J. Kolhoop: „Een voorzitter die vooral door zijn sterke bindende eigenschappen er in sterke mate toe heeft bijgedragen de ontwikkeling in Gelderland-
JCC-
Oud-
................
PW
Bron: Zuivelzicht FNZ. Nr. 20 1980 blz. 458
Coberco-
Toen in 1949 ene H. P. Prangsma in het bestuur kwam van de zuivelcoöperatie Concordia-
Een doener
Eerst enkele levensbijzonderheden.
H. P. Prangsma is in 1918 in Noordoost-
Zijn eerste baan vindt de jonge Prangsma in 1936 bij de Heidemij, waar hij voordien ook reeds praktijk had gelopen. „Daar heb ik erg veel geleerd; ben er begonnen als uitvoerder, daarna hoofd-
Een vaste kracht deed daar het werk, totdat ik in 1942 -
Prangsma zat al heel vroeg in het organi-
Wantrouwen in fusies
Er zullen in Nederland op zijn niveau vrijwel geen mensen zijn die zoveel en gedurende zo lange tijd fusies hebben meegemaakt, ook „meegemaakt" in de letterlijke betekenis. Dat begon al vroeg, in de vijftiger jaren klonterde zowat de gehele Veluwe samen rond de eenheid Concordia. Prangsma:
„De belangrijkste drijfveer was ook toen al de betere melkprijs, hetzij op korte, hetzij op langere termijn. Wij hadden destijds al een „breedgestoelde" onder-
Evenwel, met de Arnhemse buurtcoöperatie Camiz bleef het nog jarenlang „knokken" bij de afzet van consumptiemelk in de grensdorpen. We zeiden, we zijn daar eigenlijk met elkaar stom aan het doen, op deze manier smijten we centen weg op elke liter melk, laten we gaan praten.
Dat klinkt nu heel gewoon, destijds was dat nog vreselijk moeilijk. In 1962 is het dan toch gebeurd, de topcoöperatie Vecomi was geboren, die in 1972 met Coberco zou opgaan, na eerst nog Andi in zich te hebben opgenomen".
„In de zeventiger jaren is fusie de gewoonste zaak van de wereld geworden, dat lag 20 jaar geleden wel anders. In die tijd stond men nog heel wantrouwend tegenover grotere eenheden, de blik reikte niet veel verder dan het eigen dorp, het eigen gebied was sacraal. De gewone leden zagen het aanvankelijk helemaal niet zitten, de schoorsteen op
het dorp moest blijven roken, zo heette dat toen. Maar als je met hen ging praten, dan raakte men toch wel van de noodzaak overtuigd. Van het in elkaar passen van de fabrieken na een fusie herinner ik me dat dat aanvankelijk bij de directies veel meer weerstand opriep dan bij de besturen. Ook het sluiten van een bedrijf was in de zestiger jaren nog een hele ingreep, thans is men aan die processen meer gewoon geraakt".
De hamvraag: Hebben die tientallen fusies in enkele tientallen jaren tot een succes voor de veehouders geleid? Prangsma gaat er eens goed voor zitten en doceert: „Uiteindelijk is gebleken dat Coberco zoals het nu draait op een goede besluitvorming berust. Was namelijk in Oost-
Doch naar mijn mening is alles wel op een eerlijke manier gebeurd".
Illusie om „Havelte"
Nu over de zorgen van Prangsma, die naar buiten toe als één blok rust en zekerheid overkomt: „De laatste jaren heb ik meer zorgen gehad om de melkprijs dan vroeger; toen keek men alleen naar de paar buurtfabrieken, maar dat Friesland centen meer betaalde, dat „verwijt" hoor je pas de latere jaren. Mede door de perspublikaties is de blik van de boeren verruimd, men kijkt nu ook naar de melkprijs elders in het land. Dat vind ik goed, het is een rivaliteit die een zuivelcoöperatie noopt tot het leveren van prestaties.
Dat geldt zowel voor het bestuur als voor de directie. Als de leiding van een bedrijf zich niet meer om de melkprijs bekommert, dan is er iets mis, dan gaat zo'n onderneming naar de bliksem! We hebben rond 1971 (Havelte!) even in de illusie verkeerd dat er in Nederland één zuivelonderneming zou ontstaan. Ik ben blij dat dat niet is doorgegaan, het zou een te grote verambtelijking hebben gegeven. Met de enkele grote zuivelblokken die nu zijn ontstaan, is de zuivelconcentratie wat mij betreft ver genoeg gegaan, mits er voldoende overleg plaatsvindt. Enige gezonde rivaliteit moet er blijven". Landelijk acht onze scheidende voorzitter de zuivelkaart dus wel ongeveer uitgetekend, maar in de provincies Gelderland/Overijssel? „Samen kan men meer dan alleen. Niettemin valt nog een kleine 30 % van de melk hier buiten Coberco. Wij zullen echter nooit druk uitoefenen bij zelfstandige fabrieken om bij ons te komen. Dat moet uit vrije wil en eigen overtuiging gebeuren. Het zou een verkeerd zaak zijn als wij zouden gaan werven, op welke wijze dan ook".
Eigenschappen voorzitter
Welke eigenschappen moet een voorzitter hebben? Prangsma spreekt uit rijke ervaring: „Bij een organisatie als Coberco, waar je met zoveel organen, groepen en individuele mensen te maken hebt, is het van belang dat de voorzitter een bindend element is. Hij moet trachten de harmonie in dat gecompliceerde geheel te handhaven.
Naar pagina’s Coberco
Naar MAP Coberco