#04/2020-
voorgaande
Zuivelhistorienederland.nl
Bron: Leeuwarder Courant 1985-
De sfear fan froeger dy mis ik wolris wat
Dirk Scherjon halve eeuw in de zuivel
Dirk (Sjerjon controleert de kaasmelk op vetgehalte. (Foto Herre Kampen)
BERGUM -
„Kinst moandei fuort wol begjinne”, zei de toenmalige directeur Arend Hartmans, toen klompmakerszoon Dirk Scherjon bij het fabriekskantoor aanklopte om werk. Een bijna ongekend geluid in de jaren dertig met zijn grote werkloosheid. Dirk liet er de mulo voor in de steek, hij kon drie gulden vijftig per week verdienen. Beginnen beteken des ‘s morgens in alle vroegte de boer op om melkmonsters te nemen. Later op de dag moest er geholpen worden op de condensafdeling, in het laboratorium, in de kaasmakerij of in het pakhuis.
Dat afwisselende werk was een prima basis voor zijn huidige functie van bedrijfs-
Als bedrijfscontroleur was Scherjon sterk betrokken bij alle grote veranderingen in de zuivelbereiding. Hij stond mee aan de wieg van nieuwe kaassoorten als de „Kollumer” en de „Bergumer” en hij onderging de mechanisatie van de kaasbereiding, waarmee Bergum voorop liep. „De sfear en de gesellichheid fan froeger mis ik wolris wat”, zegt Scherjon. Vroeger stonden er zes man aan een kaasbak en dan vlogen de kwinkslagen over en weer. Nu bedient één man zes kaasbereiders tegelijk.
De Bergumer fabriek hield stand bij de talloze concentraties in de zuivelindustrie. Scherjon is blij, dat een gedwongen overplaatsing hem bespaard is gebleven. De schaalvergroting blijkt overigens wel uit de medailles die Dirk Schegon heeft gekregen van de Koninklijke Nederlandse Zuivelbend. De bronzen medaille kreeg hij destijds namens „Burgumerdaem, de zilveren namens de „Foarûtgong” en de gouden, voor vijftig jaar trouwe dienst, komt volgende week namens de combinatie Noord-
D. Scharjon -
D. Scharjon
Geen frame -