#04/2020-
voorgaande
Zuivelhistorienederland.nl
Bron: Leeuwarder Courand 1991-
“Ik heb altijd mensen om me heen gehad die meer wisten”
FEIJO SICKINGHE, EEN MANAGER MET EEN GLIMLACH
Door Willem Stegenga en Bert de Jong
Ruim anderhalf jaar na jonkheer mr. Feijo Sichinghes aantreden als voorzitter van de raad van advies heeft de zuivelcoöperatie Noord-
Wat dreef de topmanager uit Naarden om zich te begeven op het gladde ijs van de coöperatieve zuivel in het Noorden? Een keiharde man, zeggen de boeren. Eindelijk eens iemand die in staat is geweest de vinger op de zere plek te leggen en zonder aanziens des persoons zijn weg te gaan en zijn doel te bereiken. Rücksichtslos, een bulldozer, die met gemak heilige huisjes omver kegelt.
Sickinghe, de man die met zichtbaar genoegen massale boerenvergaderingen in doorgaans te kleine dorpszalen toespreekt en die niet verzuimt de leden van de coöperatie op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Weglopen? Bedanken?
“Die verhalen en dreigementen, daar word ik zo moe van. Als ze dat zeggen, dan gaan ze maar.
Ze moeten nu in deze fase durven zeggen: wij gaan er pal achter staan en niet lopen te zieken.”
Sickinghe, de redder in de nood? “Ik weet het niet. Ik vind nood wat een zwaar woord”, zegt hij in zijn kamer op het hoofdkantoor van Stork in Naarden. Het gebouw heeft de positie die straks het nieuwe hoofdkantoor van Friesland FricoDomo in Oranjewoud ook moet krijgen: midden in het werkgebied, maar op enige afstand van de produktie-
Een voorbeeld. Stork zat jarenlang in de hoek waar de klappen vielen. Sickinghe saneerde. Vorige week liet directielid Hans van den Boogaard weten dat Stork over 1990 een recordjaar achter de rug heeft f 100 miljoen winsten om orderportefeuille die 20 procent groter is dan een jaar geleden. Van den Boogaard maakt ook deel uit van de raad van advies van Friesland Frico-
Eenvoud
Sickinghe ging als Storktopman in mei 1989 met pensioen, maar hij heeft nog een kamer in dat kantoor in Naarden. Als eenvoud het kenmerk van het ware is, dan straalt die kamer dat uit: een tafel en een paar stoelen, familieportretten die naar een bijzettafeltje zijn verbannen, hier en daar ordners en paperassen. De bewoner zal bij de toewijzing hebben gezegd: laat maar, zo kan het wel. De lunch van drie sneetjes brood, een glas karnemelk en een appel kleurt bij het interieur als gordijnen bij het behang
Van tijd tot tijd spreidt Sickinghe beide armen als dreigt hij zichzelf de beginselen van de vlinderslag bij te brengen. Hij gebruikt dit gebaar echter om zijn woorden te accentueren. Sickinghe spreekt gelijkmatig. nooit fel, eerder vriendelijk met de neiging uit te wijden. Hij vermijdt ferme taal, maar ontkomt er niet helemaal aan dat er af en toe een woordje tussenglipt dat ook in een produktie-
Achter elkaar gezet lijkt dat meer dan dat het in werkelijkheid is. Hij relativeert van begin tot eind. Niet alleen de positie van de onderneming en de weg die ze de laatste anderhalf jaar heeft afgelegd, maar zeker zijn eigen inbreng. Op 1 mei, de Dag van de Arbeid, wordt hij 65 en krijgt hij AOW. “Ik heb wel eens tegen de vakbonden gezegd: ik ben voorbestemd met jullie te onderhandelen”
Vakbonden
“Bij Stork had ik goede contacten met de bonden. Het was soms moeilijk, maar altijd positief. Er werd nooit misbruik van gegevens gemaakt. Toen ik bij Noord-
“Laat ik dit zeggen: ik ben onder de indruk van hun grote kennis van zaken. Tal van ontwikkelingen die een organisatiebureau als McKinsey signaleerde, wist de vakbeweging al zonder McKinsey. Ja, ja, beslist. Het is mijn ervaring dat dat heel vaak het geval is. Ze spelen een goede rol in ondernemersland. Heel anders bijvoorbeeld dan in Groot-
Historie
Jonkheer Sickinghe brengt zijn komst naar Noord-
“Een nichtje van mij heeft nu weer in Groningen gestudeerd en is daar cum laude geslaagd. Toen ik zestig werd, hebben de kinderen een soort surpise-
“Ach, dan denk je, wellicht ook wat idealistisch, dat je wat voor het Noorden terug wilt doen. Of niet terug doen. Ik moet op mijn beurt ook proberen een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingen van het Noorden. Een taak ja, adel verplicht. Zoiets voel je toch wel. Ik denk dat als ik die vraag uit het Zuiden er zeker ’nee’ op had gezegd. Wat zou mij daar heen moeten voeren?”
Hij kwam niet alleen. Hij komt er eerlijk voor uit eigenlijk nooit omvangrijke zaken alleen te doen. “Ik heb er altijd voor gezorgd mensen om mij heen te hebben die meer wisten dan ik. Ik geloof niet dat er eerder mensen op deze onderneming waren afgeknapt. Kijk, het maakt natuurlijk een groot verschil, wanneer je adviezen moet uitbrengen of dat je ook de mogelijkheid krijgt die adviezen realiteit te doen worden. Ik heb grote bevoegdheden gekregen om maatregelen te nemen die nodig waren voor het herstel van het rendement.”
Sickinghe had al veel verhalen over de zuivelonderneming Noord-
“Toen ik kwam, bleek mij dat de kanalen waren verstopt. Dat wat heel belangrijk. De mensen konden niet meer met elkaar communiceren. Men had stellingen betrokken en kon daar moeilijk meer overheen kijken. Er was een zekere mate van eeuwenoude argwaan die historisch was bepaald. De zorgen over het resultaat verscherpten die situatie.”
“Jazeker, er lagen adviezen. Ik heb ze gelezen, want je steekt er altijd wat van op, maar je moet toch je eigen oordeel vormen. Ik heb op een gegeven moment McKinsey binnengehaald. Daar had ik al verschillende keren mee gewerkt. Ik kende het bureau erg goed en daarom ben ik er mee in zee gegaan. Ze waren toen al bezig bij CCFriesland”.
“Dat bureau heeft uitstekend werk geleverd. Kijk, ze werken met gemengde groepen: een paar van hen, een paar van ons. Zo heb ik het altijd met McKinsey gedaan. Het was dus niet zo dat McKinsey binnenkwam en zei: zo, nu gaan wij eens op eigen houtje door die onderneming stappen. Zo heb ik dat bij Stork zo wilde ik het ook bij Noord-
Een merkwaardig advies van McKinsey was dat Noord-
“Dat is op zichzelf helemaal niet vreemd. Dat zie je bij heel veel ondernemingen. Dan ben je toe aan een face-
“Wat zeker niet aanwezig was, was de daadkracht om de moeilijk te aanvaarden consequenties uit de fusies te trekken. Samenvoegen van activiteiten kan men over het algemeen wel opbrengen, maar bij de noodzaak om te rationaliseren komt iedere bloedgroep toch met zijn eigen wensen. Dat is overigens niet iets specifieks voor het Noorden. Ik heb mij laten uitleggen dat er destijds bij de fusie van DMV en Campina ook heel wat problemen zijn geweest.”
Spijker
Sickinghe vindt dat het Noorden ‘een spijker aan de balk verdient’ voor de uiterst korte tijd die de operatie heeft geduurd. “ledereen zat op het moment te wachten dat er wat ging gebeuren. De onderneming was gewoon toe aan herschikking van activiteiten. Dat is heel normaal.
Het is ook heel bekend dat men daar voor mensen van buiten binnenhaalt. Kijk maar eens naar het orderboek van McKinsey. Waar die niet allemaal bezig zijn. En denk maar niet dat er altijd grote problemen zijn, als zij worden ingeschakeld. Men wil gewoon eens van een derde horen: waar staan wij nu vandaag met onze onderneming.
Op het moment dat Sickinghe c.s. aan het werk gingen deed het bestuur een flinke stap terug. Sickinghe vindt dat een groot compliment waard. “De bestuurders zijn immers erg betrokken bij de coöperatie. Ze zijn bereid er veel tijd in te steken. Ze hebben ook vaak veel inzicht in de problemen, maar ze zaten niet altijd op één lijn. De onderliggende coöperaties, die nu niet meer bestaan, stonden nogal eens tegenover elkaar.” Hij kreeg de ruimte, ook van de boeren die waren uitgekeken op de verhalen dat het volgend jaar beter zou worden, wat dan weer niet lukte.
Als een Karel Lotsy in zijn beste dagen stond Sickinghe voor de troepen. In Naarden, op zijn kantoortje: “Ach ja, je moet een stuk inspiratie overbrengen. Het is je verantwoordelijkheid als maniger om dat te doen. Je moet mensen enthosiast maken. Het is een illusie, als je meent dat je het alleen af kan. Je kunt een voortreffelijk solist zijn, maar je moet het prettig vinden met anderen samen te werken, anders blijf je niet meer dan een solist.”
Wat er nu staat is een “heel goed gepositioneerde onderneming”, met een sterk produktenprogramma en “uitstekende mensen die alleszins in staat zijn om er oen prima bedrijf van te maken”. Sickinghe. “Het stond bekend als een leeuwenkuil en zo’n reputatie poets je natuurlijk niet een-
Glimlach
Hij komt nog even terug op het samenwerken, op het teamwork. “Ook als je een heel zware dag hebt gehad moet je ‘s avonds lekker met elkaar kunnen eten. Erg belangrijk is dat. Kees Storm, lid van de raad van bestuur van Aegon, verantwoordelijk voor het hele binnenlandse bedrijf van die maatschappij, heeft een boekje geschreven ‘Managen met een glimlach'. Een heel dun boekje dat je in één adem uitleest. Ik heb dat boekje aan alle hogere leidinggevenden van Friesland Frico-
“Als je niet een zekere mate van ontspanning kent, kun je niet goed functioneren. Ik relativeer veel. Ik heb nooit de moeilijkheden mee naar huis genomen. Je verslaat de tegenstander, nee, je weerstaat de tegenstander -
Niet alle directieleden zijn echter tot het einde gebleven. Sickinghe, al weer relativerend: “Je moet wel eens ruimte scheppen voor nieuwe verhoudingen. Dat betekent niet dat er grote kritiek was op personen, maar soms is het voor alle partijen goed dat er nieuw bloed binnenkomt.”
“Om de hele directie weg te sturen, dáár was geen enkele aanleiding voor. Als je iemand eens een andere plaats in het team geeft, als je de opstelling eens wat verandert, dan kun je een ongelooflijk goede bijdrage aan de onderneming leveren. Sommige gaan bij de een weg en beginnen bij de ander een voortreffelijke carrière. Je ziet trouwens bij veel ondernemingen voortdurend mensen weggaan en komen.”
Binnenkort treedt André Olijslager als nieuwe topman van de coöperatie aan. Hij heeft geen affiniteit met de zuivel. Sickinghe: “Dat is niet nodig, dat had ik ook niet. Tot dat moment zal ik de onderneming nog sturen. Ik let bijzonder op de afdeling buitenland. Straks overwegen wij of en op welke manier wij de directie met nog een lid willen uitbreiden.”
De voorzitter van het overgangsbestuur deed zijn intrede: Albert Hagting. Sickinghe: “Zijn komst
had mijn instemming, maar laat ik zeggen: mijn oordeel is er niet over gevraagd. Dat is niet merkwaardig. Ik had er bij het bestuur namelijk met de meeste nadruk op aangedrongen dat op de dag dat de fusie een feit zou zijn, men dan ook zou zeggen: die meneer wordt voorzitter van het bestuur. Dat is gebeurd en daar heb ik ze zeer mee gecomplimenteerd.”
“Jazeker, wij hadden toen ook een voorzitter van de directie willen presenteren. Meneer De Boon (Cebeco-
Uitstraling
“Kennelijk heeft de coöperatie toch zo'n uitstraling dat iemand zegt daar ga ik leiding aan geven. Dat iemand eerder heeft afgezegd werkt niet in het nadeel. Mensen voor dit soort functies laten zich daardoor niet afschrikken. Die zeggen: hij niet? Nou ja, gezien de omstandigheden begrijp ik dat ook wel. Dat is het hét grote voordeel van de man die nu voorzitter van de directie wordt, is dat hij het Noorden kent. Doordat hij in Friesland woont, heeft hij bovendien alle verhalen over de coöperatie gelezen. Hij kan het dus ook in de juiste proporties zien.”
“Of ik de boeren straks nog een keer toespreek, wanneer zij vinden dat de melkprijs te laag is? Dat heb ik bij herhaling gedaan. In de eerste plaats bepaalt straks het bestuur of het met deze raad van advies wil doorgaan. Dat wacht ik eerst maar eens af. Misschien zeggen ze wel: meneer Sickinghe, ontzettend bedankt voor wat u hier de afgelopen tijd heeft gedaan, maar wij gaan nu eens andere mensen benoemen. Kijk Churchill is na de Tweede wereldoorlog ook na verkiezingen niet teruggekomen.”
“Als ze het graag wíllen ben ik bereid om door te gaan maar als er anderen komen ook prima. Ik vind het wel verstandig om een raad van advies te houden. Een particuliere onderneming heeft een raad van commissarissen met mensen met grote ondernemingservaring. Bij een coöperatie heeft men die niet, daarom is zo'n raad ook van belang.”
Op de rails
Dezaak staat op de rails, zo besluit Sickinghe. “Nu moet er worden ingelopen: erop en erover. Daar zal men de handen vol aan hebben. Samenwerken met anderen? Dat is een zaak van de directie en van het bestuur. Eigenlijk is een coöperatie op zich al een voortreffelijke vorm van samenwerking. De boer is als lid de aandeelhouder die lijfelijk bij de onderneming is betrokken. Heel goed is dat.”
“Er iséén grote maar: je moet van hoog tot laag bereid zijn een coöperatie als een normale onderneming te runnen, dat wil zeggen: als een particuliere onderneming. Dus met Schwung en met drive...”
“Kijk, een coöperatie loopt een groot risico doordat men zoveel met elkaar moet doen en daardoor soms moeite heeft met het rollenspel: wat is iedere taak? Wat is het terrein van de directie? Waar ligt de verantwoordelijkheid van het bestuur? Je hoeft niet de ervaring van een grote ondernemer te hebben om goed bestuurder te kunnen zijn. Met een goed verstand, met kennis van de zuivel en de bereidheid naar anderen te luisteren kun je de -
F. Sickinghe grondlegger Friesland Foods (Noord-
F. Sickinghe
Geen frame -