#04/2020-
voorgaande
Zuivelhistorienederland.nl
Bron: Leeuwarder Courant 1967-
Ir. Van Balen Walter voerde 40 jaar strijd voor kwaliteit
Belangwekkend stuk zuivelhistorie afgesloten
Oude en nieuwe fouten hebben lange nasleep
Met het afscheid van ir. B. C. van Balen Walter als directeur van het Kaascontrolestation Friesland is een periode afgesloten in de Friese en ook in de noordelijke zuivelhistorie. Met de intrede van ir. Van Balen Walter als scheikundig ingenieur als opvolger van ir. Mesdag werd een begin gemaakt met de zuivelresearch. Tot dat moment werd de zuivelbereiding beheerst door overlevering met heel den aankleve van verkeerde veronderstellingen. Daarbij behoorde ir. Van Balen Walter tot die groep mensen in de zuivel, die zeer bepaalde meningen hadden over het zuivelbestel en over wat daarin goed en kwaad was. Hij was daarin niet een schipperende figuur, hoewel ook hij de teruggang in de kwaliteit onder invloed van de massaproductie, nieuwe distributiemethodeik en een veranderende smaak bij de consument niet heeft kunnen tegenhouden.
De verantwoordelijkheden, die hem als directeur van de kaas-
Er was hier toen nog een voorraad van elf tot dertien miljoen kg kaas en verder nog wat boter en melkpoeder. Het was overigens verboden deze voorraden afgezien van wat kaas naar Holland te sturen. Deze kaas ging bij kleine hoeveelheden de Afsluitdijk over. De kunst was om met zo’n officieel transport zoveel mogelijk ander voedsel meer te sturen o.a. melkpoeder, het meest aangewezen voedsel in gevallen van hongeroedeem. Toen tenslotte de bevrijding gekomen was, wilde men vanwege het rijkszuivelbureau ir. Van Balen Walter ter verantwoording roepen voor 4.000 kg kaas, die tussen de wal en het schip verdwenen ware. „De deur uit,” zei hij.
Ir. Van Balen Walter is veertig jaar aan het kaascontrolestation verbonden geweest, maar zijn werk daar leidde tot vele andere activiteiten in de zuivel en daar buiten. Het station werd betrokken bij de crisiszuivelmaatregelen en men moest er zelfs een heel schema opzetten voor de productiebeperking van melk in de veehouderij. Een half jaar is men aan het rekenen geweest om voor iedere boer te bepalen hoeveel melk hij mocht produceren. Toen kwam men in Den Haag tot de ontdekking, dat het plan onuitvoerbaar was. Iets wat men in Leeuwarden allang wist.
Niet welkom
Toen ir. Van Balen Walter naar Leeuwarden kwam, was de 77-
Ir. Van Balen Walter ontdekte al gauw, dat er verschillende verkeerde begrippen over de kaas bestonden o.a. over het ouder worden. Zo meende men in zuivelkringen, dat er vet uit de kaas verloren ging bij het rijpingsproces. Dit klonk hem els chemicus vreemd in de oren. Ir. Van Balen Walter kon de oorzaak van deze foutieve mening aanwijzen. Het bleek een verkeerde monstername te zijn en zijn onderzoek leidde tot een herziening van de voorschriften voor bemonstering en onderzoek.
Het was de eerste bijdrage aan de zuivelresearch van een onafhankelijk denkende geest, die gescherpt was toen hij als particulier assistent van prof. F. A. H. Schreinemakers diens omgang met de grote geleerden Lorenz, Kamerlingh Onnes en Ehrenfestt meemaakte. Vooral de laatste staat nog bekend om zijn scherpe stimulerende critiek. Nog prijst ir. Van Balen Walter zich gelukkig, dat hij zo intensief met prof. Schreinemakers heeft kunnen samenwerken. Het heeft hem inzicht gegeven in het universele van de wetenschap. Van hem leerde hij een zaak objectief en wetenschappelijk aan te pakken. Hij hoefde nooit terug te komen op een van zijn wetenschappelijke publicaties.
Ir. B.C. Van Balen Walter -
B. C. van Balen Walter
als Pdf versie
Geen frame -