#NH/2024-10-08

voorgaande

voorgaande

versie-7.0

Melk op Texel


Van oudsher worden er koeien op Texel gemolken.

Rond 1900 waren er meerdere kleine melkfabriekjes over het eiland verspreid.


Boeren van Melkfabriek "De Samenwerking" uit Eierland waren de grondleggers voor de bouw van een moderne melkfabriek.

In maart 1930 word de eerste melk aangeleverd aan deze nieuwe Melkfabriek cv "De Eendracht", die halverwege Den Burg en Oudeschild is gebouwd.Hier werd kaas en boter gemaakt.


In 1946 nam "De Eendracht" de laatste kleine melkfabriek van Texel over. Dit was "De Onderneming" uit Den Hoorn.

Vanaf toen was er nog maar één melkfabriek op Texel.


In 1961 leverde 415 boeren, 16 miljoen liter melk aan de fabriek.

Een snelle rekensom leert ons dat dat gemiddeld zo'n 38.500 liter melk per bedrijf per jaar was.

Dat zijn nog geen 3 bussen (40 liter) per dag.(in vergelijking met nu: Gemiddeld 500.000 liter melk per bedrijf, zouden 34 melkbussen per dag per bedrijf zijn geweest )


In 1969 is er een grote fusie tussen verschillende melkfabrieken in Noord-Holland en ontstaat er een onderneming die "cv Noord Holland" gaat heten.

Ook de "Eendracht" heeft zich bij "cv Noord Holland"  aangesloten.


In augustus 1970 word de eerste melktank op Texel geplaatst, bij de familie Hoedjes aan de Postweg. De melk werd opgehaald met een RMO, een rijdende melk ontvangst. Oftewel, een tankauto.


Deze RMO had een tankinhoud van 9000 liter.

Eén November 1977 wordt het bussen tijdperk afgesloten, en moet elke boer een melktank hebben. Een aantal boeren zag dit niet zitten en stopte met de koeien.


In 1980 fuseert "cv Noord Holland" met "CMC Melkunie" en gaat "Melkunie Holland" heten.


11 Juni 1987 word de Texelse melkfabriek "De Eendracht" gesloten. Tot spijt van heel Texel. Sindsdien gaat de Texelse melk naar de overkant, naar de kaasfabriek in Lutjewinkel waar er Noord Hollandse kaas van word gemaakt.

Later volgt er nog een fusie met Campina en daarna nog met Friesland Foods.


Alle Texelse boeren zijn lid van Campina, welke ondertussen een grote wereldspeler op de zuivelmarkt is.



Als 6-7  jarig jongetje hielp ik m'n vader al met de koeien.

De melkketels in elkaar zetten, want die werden na iedere melkbeurt uit elkaar gehaald om schoon te maken. Slangen los, pulsator eraf en de melkklauw werd in een rekje met een omgekeerde fles met chlooroplossing erboven opgehangen.


 En dat alles moest ook weer in elkaar gezet worden. Leeg kon ik de ketels net tillen, en naar de eerste koe brengen. Ik mocht met m'n vaders hulp wel eens proberen een melkstel onder de koe te hangen. Dit viel niet mee met m'n kleine handen. Te klein om de slangen dicht te houden, en daardoor valse lucht zuigen en alles weer op de grond. Ondertussen wat hooi en stro opzuigend.


We hadden een "melkwagentje" waar 8 bussen op stonden.

Die ging mee op de achtergang in de grupstal. De theems op de bus, een soort van trechter met papieren filter erin. Als de koeien gemolken waren moest dat melkwagentje met de volle bussen  naar de weg, want de melkauto kwam zo. Dat moest ik ook wel doen. Maar ons erf was wat "gaterig" dat wil zeggen dat ik regelmatig vast stond met het melkwagentje en m'n vader moest dan helpen.

 

Soms gingen we op zondag een ijsje halen op de haven, en dan kwamen we over de Redoute. Bij de boerderij "Oedelem" stond dan zo'n zelfde melkwagentje met bussen boven aan de dijk. Ik vroeg me af hoe ze die naar boven kregen. Zeker als er wat sneeuw was gevallen. Ik fantaseerde van een hele sterke boer of misschien het paard ervoor...


Eén keer ben ik samen met m'n vader mee geweest met Dick Slegh de melkrijder. Bussen ophalen bij andere boeren en dan naar de fabriek. Bij Kikkert van de Driehuizerweg molken ze in een schapenboet middenin het land. Ze kwamen met het melkwagentje met bussen achter de trekker aanrijden.

Dat maakte best indruk, want wij hadden nog geen trekker.

Dat wou ik ook wel.


In de fabriek werden de bussen achter elkaar op een lopende band gezet. De laatste bus van elke boer had een zwarte rand. Dit was de herkenning van een bus die misschien niet helemaal vol was. De bussen gingen achter elkaar, deksel eraf, en een mooi mechanisme draaide de bus op z'n kop zodat de melk in een bak kwam. Dan gingen ze over een sproeier en kwamen ze weer terug bij de melkauto, die de lege bussen weer terug naar de boeren moest brengen.

Toen ik 7 was kwam er bij ons een melktank en melkleiding en waren de melkketels en de melkbussen niet meer nodig.


Anton


Bron:  https://pa3ems.home.xs4all.nl/Uit-de-oude-doos.html

Texel - 2/2

  Geplaatst als © Versie

voorgaande pagina

A. Slegh, Texels eerste beroeps melkrijder sinds 1924. Begonnen met een T Fordje voor de melkfabriek van Den Hoorn, wat uitgroeide tot vrachtwagens vol bussen naar de melkfabriek "De Eendracht".  Later nam zoon D. Slegh het melkrijden over

Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

 Meer foto’s op link: