#Ut/2020-08-04

versie-7.0

voorgaande

voorgaande

40e Boekjaar

 

JAARVERSLAG van de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek "HOOGLAND"
Opgericht 5 Maart 1909

 

Aan de leden van de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek "HOOGLAND" te Hoogland.


Mijne Heren,
Wij hebben de eer, U hierbij het verslag over het boekjaar 1948 aan te bieden

De Directeur:
W. H. GUDDE.

Het Bestuur:
C. v. 't KLOOSTER, Voorzitter.
A. KUYER, Secretaris,
G. v. d. BERG. Vice-Voorzitter.
G. VOORBURG.
W. HILHORST Pzn.
J. BOKKERS.
H. C. v. DIJK.


ORGANISATIE.


Bestuur.

De samenstelling van het Bestuur is als volgt:
C. v. ’t KLOOSTER, voorzitter
G. v. d. BERG, vice-voorzitter
A. KUYER, secretaris
G. VOORBURG,
W. HILHORST Pzn .,
J. BOKKERS,
H. C. v. DIJK,
T. SCHOONDERBEEK, plaatsvervangend lid


De Heer C. v. 't Klooster werd in de algemene vergadering van 15 December herkozen en door het Bestuur wederom als Voorzitter aangewezen.

 

Commissie van Toezicht.


Leden van deze Commissie zijn:
J. v. d. WOLFSHAAR, voorzitter
H. VOSKUILEN,
W. KOK Tzn.,


In het boekjaar werden 14 Bestuursvergaderingen gehouden, waarvan 4 gecombineerd met de Commissie van Toezicht en 2 algemene vergaderingen.

Per periode van 4 weken brengt de Directeur aan het Bestuur verslag uit van de resultaten van het bedrijf; per kwartaal wordt met de Commissie de balans en de exploitatie-rekening behandeld, aan de hand van de rapporten van de Controleur van de Gelders~Overijsselse Zuivelbond.

Door deze bond wordt ook controle uitgeoefend op het onderzoek van het vetgehalte, alsmede op de nauwkeurigheid der weegwerktuigen en de samenstelling van de teruggeleverde producten voor veevoeder.

Van deze rapporten wordt een exemplaar toegezonden aan de Voorzitter van het Bestuur en aan de Voorzitter van de Commissie van Toezicht.

Bij beëindiging van het boekjaar wordt balans en exploitatie~rekening door de Commissie van Toezicht gecontroleerd. Een rapport van hun bevindingen is in dit rapport opgenomen.


Leden.

Op hun verzoek werden van het lidmaatschap ontheven wegens overdracht van het bedrijf: Wed. W. Eggenkamp en Wed. D. Voskuilen en wegens vertrek naar het buitenland: W. v. Dijk.

Als nieuwe leden traden toe: G. HUURDEMAN, G. J. KOK, J. C. v. ESVELD, R. v. d. HOEF, G. UPPELSCHOTEN,
A. W. W. HILHORST, J. KOK Pzn ., P. v. 't KLOOSTER, A. J. KAAS, P. J. TONDEUR, Wed. HUISKENS,
P. W. EIBERGEN, W. v. d. KLETERSTEEG, ANT. EGGENKAMP, G. EGGENKAMP, J. OSSENDRIJVER,
G. BERG, H. G. NOORDENBURG, Wed. J. SMINK, L. W. SMINK, T. LAGEMAAT, H. TOLBOOM, B. BERG,
W. P. BOERSEN, H. v. d. POLL, Gebr. G. H. en J. v. d. TWEEL, J. A. v. ROSSUM, H. v. 't KLOOSTER,
G. WERNSEN, H. v. d. HOEF, H. E. v. BEEK, W. G. v. WEERHORSTHet aantal leden bedraagt thans 292


T.B.C.-BESTRIJDING.


Het Bestuur van de T.B.C.-bestrijding is als volgt samengesteld:

H. BROUWER. Voorzitter.
J. KOK Pzn., Secretaris.
C. HERDER.
J. v. MIDDELAAR Johzn., Leden.
A. W. J. HILHORST,


Voor het jaar 1947-1948 gold voor het eerst de algemene verplichting van onderzoek op T.B.C., uitgaande van de Gezondheidsdienst voor dieren in de Provincie Utrecht, waarvan iedere veehouder lid behoort te zijn.
Doordat nu verscheidene bedrijven werden gecontroleerd waar nog nooit aan bestrijding werd gedaan, waren de resultaten minder goed als voorgaande jaren. In het dienstjaar 1947 - 1948 werden onderzocht 339 bedrijven met te samen 3686 stuks ouder vee en 857 stuks jong vee beneden 2 jaar. Het aantal reageerders van de oudere koeien bedroeg 476, waaronder 3 open lijders; van het jong vee 3 stuks. In procenten is dit van de oudere koeien bijna 13 %, van de gehele veestapel ruim 10 %. Het aantal T.B.C. vrije bedrijven bedroeg 152.


RUNDERHORZELBESTRIJDING.


Ook deze bestrijding is verplichtend gesteld. De medewerking van de veehouders is uitstekend en de resultaten worden ieder jaar gunstiger. De kosten van deze bestrijding werden, evenals het vorige jaar, door de fabriek gedragen.


SCHURFTBESTRIJDING.


In het seizoen 1947 -1948 kwamen slechts enkele lokale gevallen voor. Nu het gas weer behoorlijk verkrijgbaar is, kan ieder geval terstond behandeld worden. Een moeilijkheid is, dat de gascel op een vaste plaats is gesteld, wat nogal bezwaarlijk schijnt te zijn. Indien in het lopende jaar een nieuwe cel te krijgen is, kan het volgend seizoen behandeling wederom op de boerderij plaats vinden.


EXPLOITATlE.


In het boekjaar 4 Januari 1948 - 1 Januari 1949 werd ontvangen 8.957.694 KG. melk. Hiervan werd geleverd door de leden 8.257.689 KG., door de leveranciers 700.005 KG. Betaald werd voor melkgeld uit de exploitatie f 1.356.331,32, uit de melktoeslag f 394.471,85, te samen f 1.750.803,17.

De leden ontvingen hiervan f 1.617.081,90, de niet-leden f 133.721,27. Uit de exploitatie volgt nog een nabetaling van 5 % van het melkgeld, terwijl de leden nog 0.6 % van het melkgeld wordt bijgeschreven op het ledenkapitaal. De gemiddelde prijs wordt na deze nabetaling f 20,64 per 100 KG.

De uitbetalingsprijzen per periode werden met nabetaling als volgt per 1 % vet:
4 Januari - 25 April f 6.41.
25 April-6 November f 5,51.
7 November-4 December f 6.30.
5 December-1 Januari f 6,51.


De melkaanvoer was 2.550.345 KG. hoger dan in 1947. een stijging van bijna 40 %.
De aangevoerde melk bevatte 316.232 KG. vet of gemiddeld 3.53 %. Het vetgehalte lag 0.09 % hoger dan in 1947.
De meeste melk is aangevoerd in de periode 18 Juli-14 Augustus, n.l. 931.688 KG.
De laagste aanvoeren waren in de eerste en tweede periode, n.l. 323.000 KG.
De verhouding van de hoogste tot de laagste periode, welke in 1947 3 : 1 bedroeg, is iets gunstiger geworden.


Geproduceerd werden .328.696 KG. boter. welke opbrachten f 1.080.455,045. Gemiddeld per KG. f 3.29. In dit bedrag is niet opgenomen een nabetaling van de N.C.Z., welke nog volgen moet. Verpoederd werd 1.154.090 KG. ondermelk, waaruit geproduceerd 100.800 KG. poeder. welke opbrachten f 61.912,16.


Afgeleverd werd:
Volle en stand. melk aan slijters 209.010 L fl 33.940.44
Volle en stand. melk aan BZ. 1.061.518 KG fl.140.139.51
Karnemelk aan slijters 19.684 L fl. 1.814.52
Karnemelk aan grossiers 195.905 KG fl. 9.777.00
Karnemelk aan leveranciers 432.600 KG fl. 17.593.05
Ondermelk aan B.Z. 2.132.492 KG fl. 79.357.27
Ondermelk aan leveranciers 3.566.439 KG fl. 129.785.57
Spoeling 179.690 KG fl.4.492.25

Consumptieijs fl. 18.803.34


SLOTWOORD.


Gedurende het bestaan van de fabriek is geen enkel jaar zo gunstig geweest als 1948. Een mooi voorjaar, gevolgd door een prachtige, groeizame zomer, ja zelfs een herfst met een nog uitstekende grasgroei en tenslotte een zachte winter, waardoor alle groenvoer tot het laatste vervoerd is kunnen worden. Alle factoren om de melkproductie te bevorderen.
Niet alleen is de achterstand ingehaald, de aanvoer is zelfs boven het topjaar 1939 gestegen. Daarbij kunnen we nog een stijging van vet constateren van 0.09 %, wat neerkomt op een hoeveelheid van ruim 8.000 K.G. botervet. Bij de gemiddelde betaling van f 5.847 per 1 % vet vertegenwoordigt dit een waarde van ruim f 46.500,-.
Bij de hoge betalingen per 1 % vet van de laatste jaren wordt steeds meer toegelegd op het houden van goede productiedieren. De melkcontrole staat nu in het middelpunt der belangstelling en het ledental van de fok- en controlevereniging neemt jaarlijks toe.


De kwaliteit van de boter was het gehele jaar door goed. Dit getuigen de uitslagen van het Z.K.B. en N.C.Z., van welke laatste vereniging dit jaar wederom een diploma werd verkregen voor achtereen 52 keuringen le klas.
Om de hoge eisen, welke aan de producten worden gesteld, is voortdurend gewezen op het leveren van goede melk en voorlichtingen gegeven. welke maatregelen moeten genomen worden, zowel in de zomer als in de winter.
Over het algemeen zijn deze raadgevingen ter harte genomen, hoewel nog steeds veel te weinig goede koelbakken aanwezig zijn en ook de behandeling der melk in de polder gewonnen, nog wel eens te wensen over laat.
Wij vertrouwen, dat in 1949. vooral in de zomermaanden, de houdbaarheid beter zal zijn.
Ook de gefabriceerde poeder voldeed aan redelijke eisen en zo kon dan ook het grootste deel van het seizoen het praedicaat "Extra" kwaliteit worden gevoerd.


In verband met de grote stijging der melk, moest ook de apparatuur van de fabriek aan deze grote omzet zich aanpassen.

De platenpasteur, welke een capaciteit heeft van 5.000 L. per uur, zal worden uitgebouwd tot 10.000 L. De melkbascule is gebracht van 250 L. op 500 L.; evenzo de zuurmelkpasteur.
Doordat ook de ketels niet berekend zijn op een zo grote stoomproductie als thans wordt gevraagd, zal overgegaan worden tot het stoken met olie inplaats van met steenkool. waardoor het rendement van de bestaande ketels aanmerkelijk wordt verhoogd.


Met deze vernieuwingen zien wij het komende seizoen weer vol vertrouwen tegemoet. Moge het in alle opzichten zo gunstig zijn als het afgelopen jaar.

Wij willen dit verslag niet besluiten zonder nog eens om te zien naar de periode van 40 jaren, waarin Uw fabriek bestaat. Klein en in eenvoud ontstaan op initiatief van energieke mannen, is de fabriek thans uitgegroeid tot een bedrijf. dat aan de eisen des tijds voldoet.

HET BESTUUR.

Januari 1921 werd Hoogland aangesloten aan de electrische centrale en de fabriek was een van de eerste aangeslotenen. Maart 1921 waren de lage boterprijzen ten opzichte van andere zuivel-producten aanleiding tot besprekingen, of bouw van een kaasmakerij wenselijk zou zijn. Door onzekerheid der tijden kwam men toen niet tot een besluit. Eerst in 1923 toen ook in ons werkgebied van een ondermelk-vraagstuk kon gesproken worden, werd tot een kaasafdeling - zij het dan in kleine omvang - besloten. Hoewel de kwaliteit van het product goed was, heeft deze afdeling niet lang kunnen bestaan, door de geleidelijk groter wordende vraag naar ondermelk door toenemen van varkens- fokkerij en mesterij.


Juni 1923 werd de eerste koelmachine aangeschaft. April 1924 werd besloten tot verbouwing van het kantoor.
Juni 1924 werd de boterafdeling electrisch gedreven.


De vergroting van de melkaanvoer in 1925 maakte het nodig dat de melkontvangst werd vergroot en een nieuwe centrifuge werd aangeschaft. In Mei 1926 volgde aanschaffing van een tweede karnkneder. Hierdoor was wederom verbouwing noodzakelijk. Het karn lokaal werd uitgebreid en van een kap voorzien; evenzo de ruimte voor de vergrote melkontvangst.

Dat de fabriek ook werkzaam was op het gebied van verbetering van melkwinning bleek hieruit, dat vanaf 1928 financiële steun werd verleend tot het geven van melkcursussen. In dat zelfde jaar werd een nieuwe centrifuge aangekocht alsmede een nieuwe vollemelk bascule.

De notulen van 17 Februari 1909 vermelden. dat nadat aanvankelijk een voorlopig bestuur was gevormd een definitief bestuur werd gekozen n.l. de heren:  A. Brouwer, C. Smink, P. Hilhorst, G. Schimmel, R. W. A. v. d. Burgwal, R. Voskuilen, W. M. v. Dijk. en als directeur benoemd de Heer J. W. Wehkamp.

Het dagelijks bestuur werd gevormd door de drie eerstgenoemden, die deze functie een reeks van jaren hebben waargenomen. Om hun grote verdiensten voor de fabriek, hun werken in moeilijkheden welke vooral de eerste jaren te overwinnen waren. het steeds op de bres staan waar het gold de belangen der fabriek te behartigen, komt hun de eerste plaats toe in dit verslag. We lezen verder dat 91 personen zich opgaven voor het lidmaatschap maar nog zo schroomvallig, dat ze zich slechts verplichtten tot het leveren van de melk van een gedeelte van de veestapel.

Op 5 Maart 1909 werden de statuten verleden voor Notaris J. Knoppers te Amersfoort, en zodoende bestond de vereniging "Coöperatieve Stoomzuivelfabriek Hoogland".


Met bescheiden middelen werd een fabrieksgebouw gesticht en wel voor de aannemingssom van f 5370.-. Op dezelfde bescheiden wijze kwam men ook tot een inventaris voor een bedrag van f 8830.- met een stoomketeltje van f 600.-. Op 8 Juli 1909 kon de eerste melk ontvangen worden. Hoewel in de loop van het jaar het ledental steeg tot 142 met 594 koeien, werd toch slechts ruim ½ millioen K.G. melk aangevoerd. Om te trachten de melkprijs te verhogen werd in de loop van 1910 overgegaan tot verkoop van consumptiemelk in Amersfoort. In 1910 werd aangevoerd 1.600.000 K.G., welke hoeveelheid toenam tot 2 millioen en dit bleef zo tot 1923.

Intussen was gebleken, dat het bezit van één ketel te veel stoornis gaf in het bedrijf, waarom in 1916 besloten werd tot aankoop van een tweede ketel. De bestaande ruimte in de fabriek gaf hiertoe geen gelegenheid, daarom werd het ketelhuis vergroot.
In Januari 1916 vraagt de directeur ontslag en tot opvolger werd benoemd de heer W. H. Gudde, die deze functie tot heden waarneemt.


Ten behoeve van de afdeling melkinrichting werd in de Maart-vergadering van 1916 besloten tot het bouwen van een pasteuriseerlokaal voor flessenmelk.

Niet lang mocht deze afdeling zich in bloei verheugen. In verband met toeslag op consumptiemelk ontstond meningsverschil tussen depothouder en fabriek aan wie deze toeslag toekwam. Uitspraak van het Ministerie leidde tenslotte tot breuk met depothouder. De melkverkoop moest weer geheel opnieuw worden opgebouwd. Dank zij de grote aanwezigheid van militairen en Belgische geïnterneerden verliep dit tamelijk vlot, temeer daar ons de levering was opgedragen aan het Kamp Soesterberg . Mei 1920 werd dit Kamp opgeheven, en ontviel ons de grootste afnemer van flessenmelk. Nog enkele jaren werd de verkoop voortgezet. In 1924 werd de rechtstreekse venterij overgedragen aan W. Brouwer, die tot 1948 melk van onze fabriek betrok.


De fabriek, die vanaf de oprichting lid was van de Gelders-Overijsselse Zuivelbond en Botercontrole station Zuid-Holland, trad in 1918 toe tot de Gelders-Overijsselse Coöp. Zuivelverkoop vereniging. Het lidmaatschap werd weer opgezegd met ingang van 1 Januari 1922. Tot aan Januari 1926 bleef de verkoop in eigen hand. In 1925 werd echter wederom behoefte gevoeld aan coöperatieve afzet. De algemene vergadering van 22-11-'25 besloot toe te treden tot de Nationale Coöperatieve Zuivelverkoopcentrale gevestigd te Amsterdam.

In 1918 werd begonnen met verbetering van inventaris van de fabriek, door aanschaffing van een karnkneder, bijbouw van een roomzuurlokaal met roomzuurbassins.


Op 25 Maart 1918 werd besloten rekening courant aan te vragen bij de Coöp. Boerenleenbank te Hoogland met een crediet van f 15.000.-. December 1918 werd besloten tot aankoop van een grotere stoommachine. Maart 1920 werden besprekingen gevoerd om te komen tot een controlevereniging. Staande de vergadering traden 12 leden toe. In December van het zelfde jaar volgde uitbreiding tot fokvereniging.

A.Brouwer                                                C.Smink                                                    P.Hilhorst
Voorzitter 1909-1948                                Vice-voorzitter 1909-19-6’46                    Secretaris 1909-1947

KORT OVERZICHT over het ontstaan van de fabriek van 1909 tot 1949


Bij gelegenheid van het 40-jarig bestaan van onze fabriek, biedt het bestuur U aan een jubileum-uitgave van het jaarverslag.

Reeds in 1939 toen de nieuwbouw gereed was, is dit plan door Uw bestuur geopperd en wilde deze uitgave verspreiden bij gelegenheid van het 30-jarig bestaan. Helaas heeft de 2e wereldoorlog verhinderd dit plan ten uitvoer te brengen. In angst en vreze hebben wij ons nieuwe bedrijf op 10 Mei 1940 door evacuatie moeten verlaten en wonder boven wonder bij onze terugkeer onbeschadigd aangetroffen. Nog in groter angsten kwamen wij, terwijl de bevrijdingsdag reeds begon te gloren. toen vernielzuchtige bezetters meenden dat een grote schoorsteen gevaar voor hen zou kunnen opleveren. Dit mooie bouwwerk moest vernield en werd zonder enige waarschuwing tot springen gebracht.


Daar lag nu in puin onze trots, na slechts enkele jaren het bezit gekend te hebben. Nauwelijks echter was de vijand verdreven en het bedrijfsleven begon weer op gang te komen of alle moeite werd gedaan om de vernielingen van het oorlogsgeweld weg te nemen. Het duurde al niet zo heel lang of een nieuwe schoorsteen verrees weer ten hemel en dreef zijn rookwolken ver over ons dorp.


Dankbaar, dat de gebouwen niet nog meer geleden hadden. wat door oorlogshandelingen dagelijks had kunnen geschieden, willen wij thans gaarne afbeeldingen geven van de in 1939 gemaakte foto's waarop tevens die uitgroei van ons bedrijf is afgebeeld.



Fabriek bij de oprichting 1909

Off-line versie van www. pagina april 2013  - zie blz -1 voor huidige URL

voorgaande pagina naar pagina-01 Hoogland volgende pagina



vervolg

Hoogland - 2/4

CZ. Hoogland delen uit jaarverslag 1948 met terugblik op 40 jaar zuivelfabriek “Hoogland”

Geen venster - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

volgende pagina voorgaande pagina