#ZH/2020-
voorgaande
voorgaande
Bron: Menken-
Een der eerste melkinrichtingen van ons land was in Leiden gevestigd. In 1879 vond op initiatief van mr. H. Obreen en de heer A. De Sturler de oprichting plaats van De Leidsche Melkinrichting, waar tevens de vervaardiging van boter en kaas ter hand werd genomen.
De eerste directeur was Jan Rinkes Borger, een Fries van origine, die zijn opleiding had genoten in het boerenbedrijf van Van der Ley in Haskerdijken. Hij achtte zich -
Rinkes Borger, die zich vestigde in de bovenwoning van de fabriek aan de Rijnsburgersingel, verhuisde in 1897 naar Den Haag om daar te gaan optreden als direkteur van de maatschappij Neerlandia. Deelnemers in dat samenwerkingsverband waren De Leidsche Melkinrichting, de melkinrichting Neerlandia en de Zuivelfabriek Sassenheim.
Concurrentie met De Sierkan in Den Haag leidde in 1905 tot liquidatie van deze opzet en Rinkes Borger vertrok daarop teleurgesteld terug naar zijn geboortestreek.
Om de verkoop van melk te stimuleren verscheen in 1880 de volgende advertentie in het Leidsch Dagblad.’Zondagochtend, den 29ste juni, zal in het hulplokaal der Leidsche Melkinrichting, staande in het Plantsoen bij de sociëteit Musis Sacrum, een aanvang worden gemaakt in het verkopen van melk per glas tegen de prijs van 5 cents’. Concurrent Van der Kloot uit de Diefsteeg -
Hoe dan ook, De Leidsche Melkinrichting groeide gestaag. Bedroeg de omzet in 1880 nog twee miljoen liter melk per jaar, een tiental jaren later was die al gestegen tot ruim drie miljoen liter. De afwisseling van de wacht op de door Rinkes Borger verlaten directeurszetel, ging overigens in hoog tempo door. Tussen 1905 en 1915 woonden en werkten op de Rijnsburgersingel vier verschillende directeuren. Het aantal melkwinkels steeg tot tien. Het merendeel was gevestigd in Leiden.
Inmiddels was De Leidsche Melkinrichting een naamloze vennootschap geworden onder de naam De Landbouw. Nog onwetend van wat er in de toekomst zou gebeuren, leverde dat later een juridisch steekspel op met het in 1925 te Noordwijkerhout gevestigde bedrijf De Landbouw van Theo Heemskerk. De Leidse fabriek betwistte die naam hevig, maar kreeg ongelijk van de rechter die vond dat er in agrarisch Nederland voldoende ruimte was voor meer bedrijven met de naam De Landbouw
Na een korte periode als coöperatie gefungeerd te hebben werd De Landbouw in 1939 weer omgezet in een NV met een geplaatst kapitaal van 300.000 gulden. Direkteur werd W. den Hollander die, al evenzeer onwetend wat de toekomst zou brengen, in 1942 een poging deed om het bedrijf van concurrent Leen Menten in Oegstgeest over te nemen. Dat ging niet door. Twaalf jaar later was het omgekeerde het geval en nam Leen Menken, samen met Theo Heemskerk, De Landbouw Leiden over. Tot direkteur werd benoemd de heer A. Witmuts.
Overigens verliep deze overname niet zonder problemen. Een met spoed gevormde commissie uit de afnemers van De Landbouw Leiden besloot onder het dreigement naar "de Holland in Leimuiden te gaan," 50% van de aandelen De Landbouw Leiden op te eisen.
Na vele vergaderingen werd besloten op de eis in te gaan, waardoor de kopers van De Landbouw(Menken en Heemskerk) genoegen moesten nemen met ieder 25%. Voor Menken en Heemskerk betekende deze overeenkomst wel het weren van een vreemde eend in ‘hun’ afzet gebied. Deze situatie zou zestien jaar duren. In 1970 werd besloten tot een totale fusie en ontstond Menken-
Leiden Leidsche Melkinrichting 1878 -
Leiden -
Melkinrichting De Vereniging
* zie wisseling van eigenaren en namen in stukje tekst
▲ Tekst en knipsel LMI >>
Geen frame -