#42/2020-
Zuivelhistorienederland.nl
voorgaande
voorgaande
Boek -
Leeuwarder Courant 1986-
DRS KLAAS TJEPKEMA: „Hoe boeren het bolwerken”.
Geschiedenis van Friese coöperaties kreeg vervolg
De geschiedenis van de Friese coöperaties heeft met het veertigjarig bestaan van het Instituut voor Landbouwcoöperatie een op schrift gesteld vervolg gekregen. Dat is wellicht iets te bescheiden uitgedrukt: er is een kloek boek over verschenen.
Drs. Klaas Tiepkema is er in geslaagd de omvangrijke materie en de soms eindeloos lijkende opsomming van gegevens -
Auteurs, die zich werpen op dit onderwerp, hebben soms de neiging te denken dat het wel leuk moet blijven. Pikante détails worden daarom vermeden dan wel overgelaten aan de opvolger die zich met de volgende fase bezighoudt. Tjepkema heeft die „leidraad” niet helemaal aan de kant geschoven. Zo komt een pikante zaak uit 1952 wel in dit boek voor, maar wordt het uittreden van Torenmeterboeren in Oldeboorn in het voorjaar van vorig jaar niet vermeld. Toch is dat een opmerkelijk détail in de geschiedenis van de Friese coöperatie. Enfin, de auteur die over tien jaar een gedenkwerk mag schrijven over het gouden jubileum van het ILC kan er mooi me beginnen.
Het boek geeft een goed beeld van de angst waarmee de concentratie van tal van kleine coöperaties werd benaderd, van voormannen die gas gaven en later weer wat bijremden, van boeren die „over mijn lijk” de samenvoeging trachtten te keren.
Het pikante détail uit 1952 is de toespraak van de toenmalige ILC-
De concentratie kwam eerst in de jaren zestig op gang, in grote, massale golven. Het resultaat is bekend. Friesland heeft van de 78 coöperaties aan het begin van de beschreven veertig jaar er 4 overgehouden. Daaronder is een hele grote: Noord-
Veel plannen zijn gerealiseerd, zij het vaak later dan aanvankelijk wenselijk werd geacht. Ze zijn bij voortduring ingegeven door de door Bierma al verwoorde angst dat Friesland zijn voorsprong zou verliezen als het niet direct zou gebeuren. Zo is het altijd gegaan en zo gaat het in wezen nog. Wie dit boek leest zal meer tegenkomen dat haar of hem bekend voorkomt. Al in 1952 kwam de toenmalige CCFdirecteur Dries Bouwes met het verhaal over melkvreemde zuivel: filled milk, gemaakt uit melkpoeder en plantaardig vet. De discussie over dit onderwerp is nu weer gaande.
„Hoe boeren het bolwerken” is een interessant lees-
* Uitgave: Instituut voor Landbouwcoöperatie in Friesland, Leeuwarden. 272 bladzijden, groot formaat, geïllustreerd met kleuren-
1986
1986 Hoe Boeren het bolwerken (achterblad)
Toen de Tweede Wereldoorlog eindigde verkeerde Nederland in een ontredderde toestand, maar met de bevrijding kon aan de wederopbouw worden begonnen. Op een herstelperiode na 1945 volgden jaren van economische groei, waarbij vooral de technische ontwikkeling een belangrijke rol speelde.
De decennia na 1950 kenmerkten zich door vele veranderingen op tal van gebieden. Deze waren ook van invloed op de landbouw en de daarmee verwante bedrijven. Machines, alsmede nieuwe grond-
Deze ontwikkeling gold met name het agrarisch gewest Friesland, sterk afhankelijk van de landbouw en met een wijd vertakt net van landbouwcoöperatieve bedrijven. Maar organisatorisch moesten er ook veranderingen komen. Reeds voor de oorlog bestaande problemen vroegen om een oplossing en nieuwe dienden zich aan. In een proces van vernieuwing en verandering gedurende de vijftiger jaren wijzigde het karakter van landbouwcoöperatie. De idealistische en propagandistische inslag maakte plaats voor een meer zakelijke benadering van de organisatie. Er werden opmerkelijke initiatieven genomen, waardoor nieuwe organisaties ontstonden.
De roerige zestiger jaren vormden ook voor de Friese landbouwcoöperatie een periode vol van organisatorische veranderingen en daarmee verband houdende spanningen. Meningen botsten, waarbij naast zakelijke motieven, emotionele en persoonlijke overwegingen een rol speelden. Er was kritiek op de trage voortgang van het veranderingsproces en verschil van mening over de weg die gevolgd moest worden.
Na een aarzelend begin raakte het concentratieproces, waarin vele gevestigde belangen werden aangetast, in versnelling. Er trad een periode in van heroriëntatie en bezinning, waarin een antwoord werd gezocht en gevonden op de vraag hoe tot een afronding van organisatorische verhoudingen moest worden gekomen, passend voor de toekomst. Maar daarmee werden geenszins alle problemen opgelost. Er bleken, behalve algemeen economisch, ook voor het agrarisch bedrijfen voor de landbouwcoöperatie grenzen aan de groei te zijn. De toegenomen produktie leidde tot marktverzadiging en dientengevolge tot produktiebeperking. Maatschappelijke opvattingen werden eveneens van invloed op de bedrijfsvoering en vroegen andermaal aanpassing. De vorm van landbouwcoöperatie zal steeds aan verandering onderhevig zijn, maar het wezen blijft gelijk, ook honderd jaar na 'Warga'.
▲ 1986-
Geen frame -