#Ge/2020-12-20

voorgaande

voorgaande

versie-7.0

MMB Tiel  Geplaatst op 16 februari 2013 door fahooft


MELKINRICHTING


MIDDEN  BETUWE  TIEL


Van 1967 tot 1980


In 1968 is het dan zover dat de Stichting Buren haar consumptiemelk afdeling wil gaan sluiten en wil deel gaan nemen in de nieuw op te richten onderneming de Melkinrichting Midden Betuwe in Tiel. In deze onderneming zullen drie partijen ieder voor 1/3 deel aandeelhouder zijn. Deze drie partijen zouden zijn de melkhandelarenafnemers van Buren en Tiel verenigd in de NMO (de Nederlandse Melkhandelaren Organisatie), de VM uit Utrecht (MU) en de coöperatie de Stichting uit Buren. De eerste partij zou dan UA (uitgesproken aansprakelijk) zijn, geen aansprakelijkheid in verliezen maar wel mee doen met winstdeling.


De commissarissen die toen benoemd zijn waren de heren van Brenk en Sterkenburg(voor de melkhandel), Wim Hooft en van de Beld (voor VM Utrecht) en van Veen en van Zanten (voor Buren).


De investeringen voor het bedrijf zijn op dat moment niet zo groot. Wel komen er enkele medewerkers mee over naar Tiel. Dat was om te beginnen Gerrit Termeer als productieleider die ’n echte waardevolle medewerker was en ook gebleven is tot het einde, wat ook gold voor de administratieve kracht Bert Snoek, die de rechterhand werd van Henk Belgers. Snoek Sr. mogen we ook zeker niet vergeten. Voor het vervoer kwamen ook de gebr. Verseveld mee over, zij het dat zij min of meer zelfstandig opereerden.


De verkoop omvatte nu toch wel een groot stuk van de Betuwe. De plaatsen waar wij nu onze afzet hadden  zal ik proberen  zo veel mogelijk te noemen. Tiel, Echteld, Varik, Geldermalsen. (oud afnemers), Ophemert, Opijnen, Waardenburg, Beusichem, Zoelmond, Rijswijk, Maurik, Eck en Wiel, IJzendoorn, Buren en Culemborg. Deze laatst genoemde had een gezamenlijke inkoop en een eigen depot in Culemborg. Voorzitter van deze club was Piet van Barneveld.


Wij waren er eigenlijk wel een beetje trots op dat wij van al deze afnemers die naar ons waren overgekomen er geen van waren kwijtgeraakt, terwijl zij op geen enkele manier aan ons bedrijf gebonden waren.


De aanvoer uit Utrecht bestaat nu uit 2 volle vrachten per dag, waarvan het gesteriliseerde gedeelte is uitbesteed aan Wim Stap uit Kerk Avezaath die dat ook tot het laatst heeft verzorgd en goed. Eerst vanuit Utrecht, daarna Breukelen, toen Amsterdam Noord en tot slot Leimuiden.


De overige producten die in eenmalige verpakkingen gebracht worden, worden door eigen rijders in Utrecht gehaald. Dat zijn bijna alle producten die ook in de fles geleverd worden en nog een aantal speciaal producten. Melk in kartonnen verpakking, melk in plastic zakken, diverse pap en vla soorten in plastic bekers zowel vierkante als ronde bekers. Daarvoor zijn te veel en te dure machines nodig om dat zelf te kunnen produceren.


De omzet van ons is nu ongeveer 6 miljoen liter op jaarbasis, die afgezet worden bij zo ongeveer 60 afnemers maar wel over een te omvangrijk gebied vergeleken met de grote jongens in het westen des lands.


De investering die in eerste niet zo groot was viel natuurlijk ook wel weer wat tegen, de flessenlijn begon toch wel moeilijk te doen en een wat hogere capaciteit was ook wel wenselijk. Ons kwam ter ore dat Melkunie Velzen ging sluiten en dat daar ’n goede flessenlijn stond met een capaciteit van 6000 per uur. Dat was voor ons net mooi, omdat zoiets nog net handmatig viel te bedienen en voor ons voldoende was. Dus op naar Velzen. Vooraf werd er nog wel gespeculeerd wat de vraagprijs zou kunnen zijn. De nieuwprijs zou toch gauw 5 à 600.000 gulden zijn, de vraagprijs werd door mij geschat op meer dan 100.000 gulden. Dat was volgens vader Gerrit ’n onmogelijke vraag. Daar aangekomen eerst maar eens goed gekeken, het zag er allemaal picco bello uit. Na ’n kopje koffie vraagt Gerrit wat dat spulletje op moet brengen. Het antwoord was 125.000 gulden. Nou zei Sr., dan zijn we gauw uitgepraat en gaan we snel weer naar Tiel. Wat had U dan gedacht? Als je nu eens begint met 25.000 gulden, dan wil ik wel praten. Na nog wat over koetjes en kalfjes te hebben gepraat gingen wij heen. Onderweg werd er nog het nodige over gezegd want wij hadden dat spul toch wel heel hard nodig. Gerrit zei, ze komen er wel op terug. En inderdaad na zo’n 2 weken werd er gebeld, er was een koper en die wou er 25.000 gulden voor betalen en omdat wij de eerste waren geweest met dat bod, vond hij dat wij daardoor als eerste in aanmerking kwamen om te kunnen kopen. Het antwoord van Gerrit Hooft was, dan zou ik het maar gauw verkopen, want ik heb er geen bod op gedaan maar als je dat zou vragen zou er te praten zijn. Wij, Cor en ik, hoorden pa dat zeggen en waren het er niet mee eens, we zaten er zo om verlegen. Hij zei, hij belt nog wel en ja hoor de volgende dag telefoon, de koop was toch niet doorgegaan en wat of hij er wel voor zou willen geven. Nou, 12.500 gulden heb ik er wel voor over. Eerst nee natuurlijk, maar na wat onderhandeling kwamen zij 17.500 gulden overeen. Het duurde toen niet lang meer of na een grondige revisie stond het geheel bij ons te draaien.


Tegelijkertijd met deze operatie hebben wij ons papbordes uitgebreid met een moderne 5000 liter papketel van Terlet. Dat gaf ons echt wel veel ruimte in onze productie


Al met al legde al die werkzaamheden heel veel beslag op ons. Cor en ik waren 6 dagen in de week vol bezet en soms ook nog op de zondag, vooral in de zomer. Dan moest de productie achterstand van yoghurt en karnemelk worden ingehaald


Investeren was voor Gerrit Hooft toch altijd wel een probleem, er moest eerst cash geld zijn voordat er wat kon worden verkocht. In tegenstelling tot een afnemer, de IFA baas dhr. Zeldenrijk, die steeds zei, je moet werken met geld van de bank. Na ruim ’n jaar was deze IFA zaak ter ziele en Gerrit zei, zie je wel zelden rijk. De flessenlijn was er dan eindelijk, maar het vervoer bleef een stiefkindje. ’n Keer ’n nieuwe Bedford, dan ’n Leyland occasion, daarna 2 afgeschreven DAF’s van de Melkunie en uiteindelijk een goede SCANIA 81. Het was toch wel vaak je behelpen.



In het begin van de jaren “70 begon Gerrit Hooft, inmiddels ruim 60 jaar, zich meer en meer terug te trekken en de zaak over te laten aan zijn zoons Cor en mij. Neef Wim Hooft, nu directeur van de VM in Utrecht, was ter ore gekomen dat de Vijfheerenlanden in Schoonrewoerd die door Baars Kaas uit Woerden was overgenomen van de fam. Boterkooper zich zou willen specialiseren in de kaas. Zij zouden dan de afdeling consumptiemelk willen afstoten. Dat specialiseren, is hen ook goed afgegaan met de succesvolle Leerdammer. Gerrit Hooft was rond die tijd op overwintering in Tenerife en Wim Hooft vroeg toen aan Cor en mij of wij mee wilden gaan in de onderhandelingen voor de overname van dat deel van hun bedrijf. Samen met de rechterhand van Wim Hooft, dhr. Poort, zijn wij diverse keren in Schoonrewoerd geweest en wisten daar ook de overname succesvol af te ronden. Wel zei dhr. Baars tegen ons aan het einde van de onderhandelingen; hier krijg ik nou echt HOOFTPIJN van. Maar daar zaten wij niet zo mee. Samen met de VM in Utrecht hebben wij toen afgesproken, dat wij de omzet ten zuiden van de lijn Leerdam – Culemborg zouden gaan verzorgen en Utrecht het deel ten noorden van deze lijn. Voor beide sloot dat het beste aan het verzorginggebied op dat moment en ook zat de meeste omzet in glasverpakking ten zuiden van die lijn. Achteraf bleek dit toch voor ons wel een hele grote klus te zijn, bijna een verdubbeling van onze omzet. ’s Nachts ’n dubbele rit voor de vrachtauto’s, de eerste rit laden om 01.30 uur en de tweede rit laden om 04.30 uur. In de tijd dat de auto’s onderweg waren werden dan de bestellingen dan weer klaargezet. Dat betekende voor ons dat het bedrijf draaide van 01.00 uur tot ’s avonds 18.00 uur en de bestellingen voor de volgende dag dan ook nog lang niet binnen waren. Wij besloten dan ook al snel om een antwoordapparaat te gaan gebruiken, maar die moest wel voor 01.00 uur afgewerkt worden om de ritten goed te kunnen plannen.


















Koeling


We zaten aan de top van onze mogelijkheden, eigenlijk er al overheen, wat betreft onze vestiging in de Stationsstraat. Aan de productiehal hadden wij alweer extra een grote koelcel gebouwd van zo’n 75 m2 (zie foto) en zaten daarmee al bijna in de keuken van de fam. Menting onze achterburen. Vooral het lossen ’s nachts van de emballage moet  voor de omwonenden toch een  heel opbrengen geweest zijn. In deze huidige tijd is dat gewoon ondenkbaar. Achteraf, maar ook toen waren wij hen daar ook wel zeer dankbaar voor. Maar we bleven zoeken naar oplossingen daarvoor.


Het eerste was het opzetten van een filiaal in Leerdam waar dan de afnemers uit die omgeving hun producten tegen een afhaalvergoeding konden afhalen. Dat was dan in ieder geval één grote vracht die overdag naar Leerdam kon worden vervoerd. Dat was in 1971. Eerst werd het filiaal gerund door mijzelf, daarna door Joop Hooft (ja ook ’n zoon van Anton) en later daarna door Co Hooft (’n broer van Gerrit die lange tijd geïmmigreerd is geweest naar Argentinië).


Van de afnemers die we van Schoonrewoerd waren overgenomen zijn ze op 1 na allen bij ons afnemer gebleven. Die ene was de firma Heysteeg (Joop van Wijk) die vaak ontevreden was, is naar de Lisa te Giessenburg gegaan, Lisa werd Graafstroom Bleskensgraaf en die is weer Melk Unie geworden. Tussenbroek en Teus ’t Lam lagen ook wat dwars, maar die wilden er ’n slaatje uit slaan. Dat is gedeeltelijk gelukt en zijn gebleven. Adri van Leerdam was ook niet de gemakkelijkste maar was toch ’n trouwe goede afnemer. Ja, wij hadden het toch wel in de gaten, de mensen uit het westen zijn toch harder en zakelijker.


 

Wat we ook nog tijdelijk hebben gehad was ’n kaashandel, maar dan alleen voor de kleine lunchkaasjes van bijna een kilogram. Dat was een van de voorwaarden bij de overname van Schoonrewoerd. Het was echt geen handel voor ons, daar waren wij niet op ingesteld. Eerst verkochten wij die per gewicht, maar de indroging ging zo snel dat daar veel geld bij ging. Toen zijn wij ze maar per stuk gaan verkopen. Op ’n moment kwam de mogelijkheid om ermee te stoppen en die hebben we dan ook met beide handen aangegrepen.


Verkoop en distributie naar de Bulkweg

Dan komt er ’n mogelijkheid om een voor ons heel nieuw pand te kopen in Tiel aan de Bulkweg waarop dat moment een liftenfabriek in gevestigd was, maar waar daarvoor de limonadefabriek van van de Bergh, de HILO COLA in had gezeten. Voor ons dus een mooie gelegenheid. De bedoeling was om daar eerst de verkoop in onder te brengen en daarna ook de productie. De aankoop van dit pand vond plaats in 1973. Om snel en doeltreffend te kunnen laden en lossen moesten wij langs deze hal een los en laadput aanbrengen, een grote koelcel plaatsen en het geheel betegelen. Nu hadden wij de mogelijkheid om onze afnemers met containers te kunnen beleveren, wat zeer veel arbeidstijd bespaarde.


Wat nog niet ter sprake is gekomen is dat wij ook medewerkers van de Vijfheerenlanden hadden overgenomen. Dat waren de 2 chauffeurs Johan Visser en Joop Uitenbogaard, manusje van alles Albert Boterkooper, de voor ons waardevolle centrifugist Wim van Klei en de productieman Gijs van de Broek.


 Wat betreft de producten stoten wij ook weer op het probleem van de hoog en laag gepasteuriseerde melk. Dat wat in de grote steden en toevallig in Tiel ook allang gemeengoed was, de laaggepasteuriseerde melk dat was voor de consument in de Betuwe en omgeving nog steeds een hele grote verandering. Gelukkig zijn wij ook dat weer te boven gekomen en is de omzet van de laaggepasteuriseerde melk snel in omzet gestegen. Wel raakten wij in die tijd veel omzet kwijt aan het grootwinkelkanaal, zij werden verzorgd door de grote melkinrichtingen uit het hele land, met behoorlijk hoge kortingen. En bij onze afnemers over het algemeen de zelfstandige kleine melkhandelaren en de buurtwinkels daar liep de omzet gestaag terug. Er was een ontwikkeling op gang gekomen die niet meer te stuiten was. De glasverpakking per afnemer liep zwaar terug, en om de totale omzet proberen te behouden moesten wij ’n steeds groter gebied gaan bestrijken wat meer kilometers en dus meer kosten met zich mee bracht. Daarbij komt dat wij meer producten in eenmalige verpakking moesten bijkopen die voor ons weer veel te duur waren omdat wij vastzaten aan een leverancier en die geen plannen had om ons ’n grotere winstmarge te geven. Het was toen al vechten tegen de bierkaai.


In 1974 wordt Gerrit Hooft 65 jaar en gaat met pensioen. De raad van commissarissen benoemde toen Cor en mij tot directieleden waarbij ik de eindverantwoording zou gaan dragen, om voor het bestuur een aanspreekpunt te hebben.


Nog steeds zagen wij de mogelijkheid om, zij het met ’n bescheiden winst, te kunnen blijven draaien. Voornamelijk kwam dat door de eigen productie in de Stationsstraat en ook wel door wat bijverdienste in de emballage sfeer. Dat er daar geld viel te verdienen was grotendeels de schuld van de grote melkbedrijven. Zij verkochten hun overschot aan emballage voor zeer lage prijzen en hadden niet geheel afgedekt dat de kleinere bedrijven in Nederland wel eens gedeelten hiervan op konden kopen. Wij waren er hier een van. Het mooiste was dat als wij ’n overschot hadden, dan leverden wij dat weer tegen statiegeld terug aan de grote bedrijven. Zo was het kringetje dan weer rond. Zelfs de accountants wisten daar geen raad mee, wat voor ons weer geen probleem was. Waardoor was dat overschot voornamelijk bij de grote bedrijven, dat was omdat zij zo’n vreselijk grote verschuiving hadden naar de eenmalige verpakking.


 De glasverpakkingslijn die nog steeds aan de Stationsstraat was zouden wij graag willen overplaatsen naar de Bulkweg, dat pand was er uitermate geschikt voor. Deze plannen werden door de zg. kleine commissie van de commissarissen van tafel geveegd. De kleine commissie bestond uit van de Beld en Wim Hooft van de Melk Unie, van Veen en  v. Zanten van de Stichting Buren en Cees van Brenk uit Geldermalsen. Zg. NMO.


Daar werd toen wel overwogen om de productie te gaan sluiten en de aanvoer van de glasverpakking zou dan vanuit de Melk Unie Maasdam moeten gaan plaatsvinden. De vergoeding zou dan 15 cent per liter gaan worden, wat voldoende was om de zaak toch rendabel te kunnen laten draaien. Maar dan moesten er wel kostenbesparingen tegenover staan. En hier zat de grote fout, er was geen rekening gehouden met de op dat moment grote inflatiecijfers. Ook in de besprekingen is daar niet over gesproken. Als die 15 cent per liter die ongeveer overeen kwam met 15%, omdat gemiddeld de literprijs zo om de gulden lag, in de bespreking was vastgelegd als 15% marge, dan hadden de zaken heel anders gelegen.





























productie


En ja hoor, de productie werd in de zomer van 1976 stilgelegd, commercieel was alles geregeld nou kwam het probleem van onze medewerkers. Natuurlijk niet als eerste maar als tweede kwam deze zaak aan bod. Wij spreken vaak bij onze personele bezetting over medewerkers omdat wij bijna altijd als een team werkten. Er mag gezegd worden dat de sociale regelingen zowel nu als ook bij de laatste sluiting goed te noemen waren. Maar toch. Als we beginnen bij de leiding dan komen wij bij Cor Hooft die de volledige productie beheerde en Gerard die de verkoop en de expeditie onder zich had. Cor kon een baan krijgen in Utrecht bij Wim Hooft als tweede man. Hijzelf zag dat niet zo zitten om twee redenen ten eerste hoelang draait Utrecht zelf nog en kan ik wel als tweede man fungeren. Hij koos voor een afvloeiingsregeling en verkoos het om voor zichzelf te beginnen in een drukkerij waarvoor hij al een basis had gelegd. Gerrit Termeer kreeg een overplaatsing naar Woerden, Wim van Klei ging eerst naar Utrecht daarna naar MONA Woerden, Gijs van de Broek koos voor de afvloeiing en ging naar De Graafstroom in Bleskensgraaf, (later ook Melk Unie) Vanuit het onderhoud ging Adri de Keizer naar Utrecht en Wim Kegelaar ging naar Vrijthof in Tiel. Bob Harmssen centrifugist is een verhaal apart. De afvloeiingsregelingen die over 2 jaar liepen waren goed te noemen. Veel van de overige medewerkers maakten daar gebruik van en vonden dat zij dan zelf wel weer ’n nieuwe baas konden vinden.


















Team


Wat gebeurde er met het in onze ogen goede machinepark? Het is triest om aan te horen, maar de capaciteit was voor de hedendaagse bedrijven gewoon te gering, dus was er geen afzet voor. Voor ’n capaciteit van 5000 per uur is te veel mankracht nodig, dus onrendabel. De hele bottellijn ging naar de schroot. Pasteur, centrifuge, hogedrukpasteur, homogenisator, centrifuge onderging hetzelfde lot. De Spaarketel, de papketels en de koelmachine daar werd nog voorzichtig mee omgegaan, mogelijk hebben die nog ’n bestemming gevonden.


De huisvesting, het geheel is verkocht aan de projectontwikkelaar Vahstall. Hij sloopte het geheel samen met een mooi herenhuis ernaast en bouwde daar een groot kantoorcomplex. Hierbij ging het mooie historisch pand van de Geldersche Melkinrichting verloren. In dit pand is nu gevestigd het Gemeentelijk Arbeids Bureau


Achteraf kunnen wij gelukkig zeggen dat wij niet hebben meegewerkt aan grondvervuiling, wat meer op toeval dan op wetenschap berustte.


Het past ons nogmaals onze dank te betuigen aan onze buren die zoveel van ons hebben geaccepteerd. Wij noemen hier de namen nogmaals; in de Jacob Cremerstraat de fam Menting, de fam Voorthuizen, de fam. Schoots en de fam.van Ingen. In de Stationsstraat de fam. Van de Zwaag, de fam. Hulstein en de fam. Zondag.


Dan gaan we verder met alleen nog onze verkoop afdeling, zaak wordt het nu om kosten te gaan besparen. Nachtritten moeten worden afgebouwd. Dat kan door het plaatsen van demontabele koelcellen bij de afnemers thuis, dan kan de bezorging overdag plaatsvinden. De ritten moeten efficiënter gepland worden. Daarvoor komt een speciale planner van Melk Unie dhr. Verhoev, de ritten worden dan op de minuut af gepland. Door deze gang van zaken wordt het plezier in het werken bij onze medewerkers er niet beter op. Het zal blijken  dat  na korte tijd meerdere heel goede krachten ons bedrijf gaan verlaten. De werkdruk wordt te groot, dat zijn zij bij ons niet gewend. De ritten worden gepland van zoveel kilometer op de buitenweg en zoveel kilometer binnen de bebouwde kom en zoveel kilometer op de snelweg bij de gemiddelde snelheid die daar bij hoort, dan zijn daar zoveel minuten mee gemoeid. De laadklep moet 1 of 2 keer op en neer gaan, de bijbehorende werkzaamheden zoals karren wegrijden en de administratieve handelingen mogen zoveel minuten duren, dan mag die rit 2 uur en 14 minuten duren. Sociale contacten of persoonlijke verzorging, ja dat doen ze er maar tussendoor. Zo simpel zou dat moeten zijn, maar dat was echt niet zo.


Dan komt er een gesprek bij de hoofddirecteur van de Melk Unie dhr. Hoogendijk te Woerden. Hij vraagt waarom de bezorgkosten van de melk per liter in Tiel zo hoog zijn. Hij vergelijkt de kosten met de kosten van hun distributie centrum in Amsterdam. Hij gaat er gemakshalve aan voorbij dat hij daar afnemers heeft van 4, 5 of meer duizend liter per week waar bij ons de grootste afnemer zo’n 3000 liter heeft. In Amsterdam afnemers op ’n steenworp afstand en bij ons gemiddeld zo’n 20 à 30 kilometer. Hij bleef bij zijn mening  want hij had de gegevens van zijn deskundigen. Wij hebben hem meegedeeld dat hij dan toch maar andere deskundigen zou moeten raadplegen.


Maar om onze omzet te vergroten kwamen er van Utrecht een aantal afnemers over naar Tiel, en dat waren de afnemers die van Schoonrewoerd naar Utrecht waren gegaan. Deze afnemers zaten in het gebied onder de Lek zoals Hei en Boeicop, Hoornaar, Lexmond, Vianen en Hagestein. Veel kilometers rijden en weinig zoden aan de dijk voor het financiële resultaat.


Toch is de inflatie de grote boosdoener omdat wij nog steeds een vergoeding krijgen van 15 cent per liter. Veel aandrang hebben wij er op uit geoefend om een verhoging van deze marge te krijgen, maar dat leverde allemaal niets op. Achteraf bleek wel wat de bedoeling was, we moesten in de negatieve cijfers gaan belanden. Nou dat lukte aardig want ook het onroerend goed werd geherwaardeerd net zoals de machines en het wagenpark en over dat geheel moesten wij dan ook meer betalen. In de onderhandelingen had de groep melkhandelaren echt geen stem en De Stichting Buren liet hierin ook niets van zich horen. De grote baas en de initiatiefnemer was enkel en alleen de Melk Unie. Achter de schermen gebeurde er ook het een en ander, de melkinrichting Leerdam uit Den Haag was een lelijke prijsbreker in ons land. Drie grote melkinrichtingen in het land, Melk Unie, Coberco en DOMO besloten hier een eind aan te maken door deze melkinrichting weg te concurreren. Dat bereikten zij door zeer hoge kortingen te geven aan de grote afnemers van Leerdam van wel 15 tot 20 cent per liter. Omdat Leerdam zijn omzet door het hele land had en de krenten uit de pap moest gaan missen kwam hij in de problemen. Door de grote drie wordt er ’n bod gedaan op de aandelen van Leerdam, aandelen die grotendeels in bezit waren van de familie Leerdam, die nu dus nog geld waard waren en wie weet hoeveel nog na ’n korte periode. De directeur Ed van Leerdam voelde er weinig voor, maar zijn familieleden zagen de bui hangen en besloten tot verkoop. Dan moet de omzet verdeeld worden tussen de grote drie. De meeste omzet blijkt toch in het westen van het land te zitten en gaat naar Melk Unie. Dan blijft er dus voor Coberco en DOMO ’n claim op omzet, die tijdelijk zal worden gecompenseerd door ’n jaarlijkse betaling per liter. Hoelang zal dat zo blijven bestaan?


Daar zitten wij als M.M.B. in Tiel dan als een buffer tussenin. Wat is er nou mooier voor de Melk Unie dan het gebied in de Betuwe op te gaan delen met Coberco. Van de claim af en een minder rendabel gedeelte van het afzetgebied afgestaan.


Maar ondanks al deze verwikkelingen draaien wij gewoon verder. De begroting voor 1980 moet worden gemaakt uiteraard naar aanleiding van de cijfers van 1979. Met de beste wil van de wereld kunnen wij niet beter uitkomen dan een verlies van 300.000 gulden. Dan krijg je van die mooie oplossingen van, als je een derde van je personeel ontslag geeft dan kan je net quitte draaien, maar ze verwachten wel dat het werk gewoon doorgaat. Als je dan medewerkers hebt die zich echt voor 100 % geven wat moet je daar dan mee. Dan komt het bestuur tot het besluit om het bedrijf dan maar te gaan sluiten. We hebben er zelf aan meegewerkt dat de containerisatie helemaal is afgewerkt en dat er dus vanaf dit moment eigenlijk vanuit iedere Melk Unie vestiging de omzet van ons kan worden overgenomen. Dat is dan ook de afspraak geworden. Besloten was dat de omzet ten westen van de snelweg A 2, Utrecht –’s Hertogenbosch, door de Melk Unie Maasdam verzorgt zou worden en ten oosten ervan zou naar de Coberco Arnhem gaan. Opgelost is daarmee de claim van Coberco aan de Melk Unie.


 

Financieel :

De melkhandel die UA is levert om niets de aandelen in bij de Melk Unie, de Stichting uit Buren levert haar aandelen in en draagt bij voor de helft in het nadelige saldo en de Melk Unie blijft over als enige eigenaar van de Melkinrichting Midden Betuwe in Tiel. Melk Unie kan nu het hele verlies afschrijven van hun eigen winst. Geen vraag is het meer wie de winnaar is in dit geheel.


Maar waar blijven nu de laatste ruim 20 medewerkers van de MMB? Gezegd mag worden er is weer een heel goede afvloeiingsregeling. Voor iedere medewerker is er een werkplaats binnen de Melk Unie, zij het dat dit niet in de naaste omgeving is. We moeten dan denken aan Utrecht, Woerden of Hilversum. Ik regel met Wim Hooft uit Utrecht de afvloeiingsregelingen voor alle medewerkers alleen voor mezelf blijft het in het ongewisse. Diverse keren is me gezegd; voor jou komt het wel in orde, daar hield ik me aan vast. Alleen op die manier kon ik mijn verantwoordelijkheid blijven nemen voor mijn medewerkers. Enkele maanden voor de sluiting moest de boekhouding naar Utrecht worden overgeplaatst en zou Henk Belgers zijn werkzaamheden daar moeten voortzetten, waar hij zelf helemaal niets in zag. Enkele van zijn krachten op het kantoor waren al overgeplaatst en wat toen overbleef waren de dagelijkse boekingen en de orderadministratie. Henk heeft zelf naar een nieuwe baan gezocht en gelukkig ook gevonden en wel bij Orlemans Dranken in Tiel. Waar hij tot zijn pensioen met plezier heeft gewerkt. Henk, bij deze nogmaals hartelijk dank voor je geweldige inzet. Jou zullen we niet vergeten, je was ’n stafmedewerker.


 

In augustus 1980 is het dan zover, de Melkinrichting Midden Betuwe wordt gesloten, Ik mag  voor het laatst samen met mijn vrouw Diny de zaak sluiten. Dat was best emotioneel, vanaf dat moment was er ook voor mij geen werk meer in Tiel. Ja, en het gezegde bij de sluiting van voor jou komt het wel in orde, wat achteraf ook wel zo was, werd toch wel wat beschaamd. Ik ga de verkoop ondersteunen bij de Coberco in Arnhem en vooral bij de oud-afnemers van Tiel, Ik zou dat ‘n ½ jaar op proef doen en dan een besluit nemen Coberco of Melk Unie. Ik besluit Coberco, dan de overgangsregeling, geen pensioensbreuk. Als je er dan zelf maar goed naar kijkt, anders pakken ze je alsnog. Dat was niet zo’n fijne ervaring met het hoofd personeelszaken van Melk Unie dhr. de Kort. Maar gelukkig is het goed gekomen. Ik bleef onder de melkhandel actief bij Coberco, langzamerhand in heel Gelderland. In 1990 was er een regeling dat mensen die 55 jaar zijn en 40 jaar in de zuivel actief zijn geweest de mogelijkheid om in de VUT te gaan. Als je zoveel jaren als leidinggevende in de zuivel aan het werk geweest bent dan heb je er wel voldoende uren in zitten en dus heb ik daar dan ook een dankbaar gebruik van gemaakt.


90 JAAR MELKINRICHTING TIEL, dat is tot 1984. Tot die tijd heeft Roelof van Hensbergen het depot beheerd, omdat gedurende die tijd de ruimte werd gebruikt als opslag depot voor de verpakkingsmaterialen voor de Melk Unie Utrecht. Mijn zoon Gerard verving hem soms.


In 1984 werd ook het bedrijf in Utrecht gesloten en kon het pand in Tiel worden verkocht. Het werd verkocht aan de gemeente Tiel die er zijn gemeentewerf in onderbracht.


Ook de Stichting in Buren werd in zijn geheel overgenomen door de Melk Unie en ook gesloten.


Tot zover dit verhaal.



  © versie 2012

Tiel - 5/5

Bron: http://hooftstad.nl/test/mmb-tiel 1967-1980

Geen frame - ga naar - www.zuivelhistorienederland.nl

Previous (left) voorgaande pagina naar pagina-01 Tiel