#42/2020-
Zuivelhistorienederland.nl
voorgaande
voorgaande
Een erg leuk boekje: Volgens de auteur -
* zie bij’boekje ‘De Bakermat...’
Hoofdstuk I
Voorbij, voorbij en oh voorgoed voorbij*)
Merkwaardig: in de talloze herdenkingsboeken van de landbouw vindt men weinig of niets over de melkbus, die wordt qua publiciteit stiefmoederlijk bedeeld. Ook in de officiële handboeken vindt men slechts weinige, stijve regeltjes aan de BUS gewijd, alsof die niet het centrale punt van de oude zuivel is geweest. Alles draaide immers om die bus!
En toch: als men er wat meer over wil weten, dan is men aangewezen op twee niet direct toegankelijke bronnen:
Waarom zo'n 'herrie' om die simpele bus, zelfs een artikelenserie? Het gaat natuurlijk niet alleen om die bus, het gaat om de roerige tijd die de teloorgang van de bus inhield, de symboolwaarde.
De bus was het symbool van de traditionele melkveehouderij en zuivel, met veel handwerk, met ouderwetse werkmethoden, maar ook de tijd dat er op een boerderij meerdere mensen primitief en knus samenwerkten, die nauw contact met elkaar hadden.
De eenzame boerderijwerker van nu -
In de ledenbladen en kranten vindt men triomfantelijke verhalen uit die tijd: alle zuivelfabrieken maakten een feest van de zoveelduizendste tank die was aangeschaft. Dit ten koste van die arme bus, die onafwendbaar de ondergang tegemoet zou gaan. Dat gaf veel fricties, veel pijn. Met het oog op de toekomst wilden de zuivelondernemingen het proces van overgang tank-
Het voornemen om deze belangrijke fase uit de melkveehouderij -
De stapels papieren die binnenkwamen getuigden van diepe emoties: bij al die emoties om de bus niemand er meer naar terug wil. Wel heeft men de gevoelswaarde van die oude tijd willen vastleggen.
Een oude boerin zegt terecht: 'Het is meer aan die oude tijd dan de melkbussen zelf dat ik met nostalgie terugdenk. Het was de mooiste tijd van ons leven, de kinderen waren klein en ons bedrijf groeide elk jaar gestaag met enkele koeien'. Ondergetekende heeft dit willen aanvullen door interviews met mensen die lichamelijk nauw met de bus in aanraking zijn geweest. Enkele van die vraaggesprekken zijn al meer dan acht jaar oud. Achteraf blijken ze alleen maar aan inhoud gewonnen te hebben. Omstandigheden maakten dat uitgave van het bussenboek telkens werd uitgesteld, maar de inzenders van het materiaal hielden bij ondergetekende het besef levend dat er iets op tafel moest komen. Welaan, hier is dan het bussenboek! Behalve veehouders en zuivelmensen die eraan hebben meegewerkt, ben ik ook melkrijders dankbaar voor hun inbreng.
Er bleek in die 'stomme' bus een enorme gevoelswaarde te zitten; tranen met tuiten zijn er gehuild toen die 'tuiten' geen melk meer mocht bevatten! De gedichten, gedachten, anekdotes in dit boek getuigen er veelvuldig van. Vanuit de bus kijkend, bleek het mogelijk een apart zicht te krijgen op de gehele bedrijfstak die de oude melkveehouderij en zuivelfabriek inhield.
P.W.
*) Voorbij, voorbij en oh voorgoed voorbij. (Jac. Bloem)
*) De titel 'De laatste melkbus' heeft betrekking op 99% van de melkende veehouders van Nederland. Ongeveer 1 % van hen melkt nog in de bus, (1988) daarom deze voetnoot-
De secretaris van CZRouveen (in 1987 ontstaan door de fusie De Vlijt en De Kleine Winst) is gaarne bereid over zijn coöperatie wat nader informatie te verstrekken. De CZRouveen ontvangt jaarlijks nog een 20 miljoen kg, aangeleverd door 300 veehouders. Daarvan een 200 van de eigen vereniging en 100 leveranciers afkomstig uit wat verderafgelegen gebieden, zoals de Veluwe, Zwartsluis en veehouders uit het gebied van Coberco, Heino en Van Heel. Met de overige tankmelk wordt de bussenmelk verwerkt tot een speciale kaas, die dicht bij de boerenkaas zit. De gemiddelde jaaraanvoer van de bussenboer bedraagt nog wel een 75.000 kg, met een enkele uitschieter tot 200.000 kg. Ze ontvangen voor hun melk 2 cent per kg minder dan de tankboeren (tankmelktoeslag), een regeling die voorheen ook elders gold. Van de huidige bussenboeren gaan er jaarlijks nog wel een aantal over tot tankmelken, maar niet allemaal.
De heer Dunnink (56) legt uit waarom ze in de bus blijven melken: Nou, ze denken datze toch een keer zullen stoppen, vanwege de leeftijd en soms ook vanwege de ongerieflijke bedrijfomstandig-
De mensen zien het hier niet als bezwaar, ze leven ook niet in de sfeer van nostalgie naar de bus. De boeren doen het gewoon op deze manier nog voort. Hoe lang nog? Dat is moeilijk te schatten, maar het gaat nog wel even door. Misschien nog wel 10 jaar. Het aanzien van de bussen kan netjes genoemd worden, maar ze worden niet meer geschuurd zoals 10 à 20 jaar geleden'.
Wie dus echt een keer de laatste melkbus 'aan het werk' wil zien, moet een keer door Rouveen en Staphorst rijden, waar voor veel boerderijen de bussen nog vriendelijk bij elkaar gegroepeerd staan.
Ophalen: pdf-
Boek ‘De laatste melkbus / Willemsens 1989 blz. 5 uit boek
Boek ‘De laatste melkbus / Willemsens 1989 blz. 6 en 7 uit boek
Boek ‘De laatste melkbus / Willemsens 1989 blz. 6 uit boek
Melkbus eeuw op kar en paard ‘Veeteeld’ 2009
▲ terug naar top
▲ terug naar top
▲ terug naar top
Boek -
Geen frame -