#42/2020-
Zuivelhistorienederland.nl
voorgaande
voorgaande
Ten geleide
In 1872 werd, in de kop van Noord-
Bovenstaande vaststelling is één van de resultaten van het onderzoek dat de bedrijfshistoricus Peter van Druenen verrichtte naar de geschiedenis van de zuivelcoöperatie Melkunie Holland.
Het jaar 1990, het eerste jaar van de fusie tussen Melkunie Holland B.V. en DMV Campina bv, stond voor onze nieuwe onderneming Campina Melkunie bv in het teken van de toekomst. Het antwoord op de vraag hoe we ons in de komende periode in een steeds groter wordende Europese markt verder zouden kunnen ontwikkelen liet zich het beste samenvatten in slechts een enkel woord: 'Samenwerking'.
Juist in het afgelopen jaar is er door velen teruggeblikt op het verleden. Ook op dit verleden is eigenlijk maar één woord van toepassing: 'Samenwerking'.
De geschiedenis van Melkunie Holland is een bewogen geschiedenis. De beslissingen die door onze boeren, bestuurders, directies en medewerkers in de loop van de afgelopen 119 jaar werden genomen, zijn weliswaar ingegeven door rationele overwegingen, maar emoties, sympathieën en antipathieën speelden niet zelden een belangrijke rol.
De geschiedenis van Melkunie Holland kan niet los worden gezien van de tijd waarin deze zich afspeelde. Een tijdspanne van 1872 tot en met 1989, waarin twee wereldoorlogen woedden, de technische middelen verschillende malen ware revoluties veroorzaakten en de gemiddelde hoogte van de investeringen en omzetten zich ontwikkelde van enige tientallen tot honderden, duizenden, miljoenen en zelfs miljarden guldens.
In dit geweld is de mens en onze coöperatieve onderneming steeds dezelfde gebleven: inventief, soms emotioneel, maar voor alles een coöperator, een 'samenwerker'. Het is die laatste eigenschap die leidde tot de oprichting van de eerste zuivelcoöperatie. Het is dezelfde eigenschap, die ons, ook in de toekomst, de weg zal blijven wijzen.
Ik wil deze proloog niet besluiten zonder een woord van dank te richten aan alle bestuurders en medewerkers die onze coöperatie gedurende afgelopen 119 jaar met hun inzet en werkkracht hebben gesteund en gemaakt tot wat ze nu is.
Namens het bestuur van Melkunie Holland
A. van Leeuwen, voorzitter
Dat het snel ging met fusies eind jaren 80 -
Jammer is wel dat de bijgevoegde overzichtkaart van alle bij dit proces betrokken zuivelfabrieken niet nauwkeuriger is uitgewerkt, misschien geeft het ontbreken hiervan echter ook wel aan hoe ingewikkeld dit is.
Voorwoord
De geschiedenis van de geschiedenis
Op 2 februari 1988 werd het startsein gegeven voor de eerste fase van het Geschiedenisproject Melkunie Holland. Het doel van het project was om zoveel mogelijk materiaal met betrekking tot de geschiedenis van Melkunie Holland en haar voorgangers te verzamelen, te registreren en toegankelijk te maken. Een eerdere start van het onderzoek was in 1986 al gemaakt door oud-
De werkzaamheden en de resultaten daarvan namen in korte tijd zodanige vormen aan dat besloten werd een stuurgroep Geschiedenisproject in te stellen met als leden mevrouw C.J.Q. Aerts en de heren G. Huis in 't Veld, J. Schik, C. Witvliet, F. van Ede en ondergetekende. Daarnaast werden de heren C. Timmer, B. Konijnenberg en later W. Krol bereid gevonden het project als adviseurs te begeleiden.
Het onderzoek werd ingedeeld in 3 fasen:
De eerste twee fasen leverden een grote hoeveelheid boeken, archiefstukken en interviews op, die werden ondergebracht in een documentatiecentrum dat bij het afsluiten van deze fasen bijna 50 meter materiaal bevatte.
In december 1988 overleed plotseling de heer Huis in 't Veld die tot dan toe het leeuwendeel van de interviews voor zijn rekening had genomen en aan het uitwerken en uittikken ervan een bijna complete dagtaak had gehad. Het wegvallen van de heer Huis in't Veld betekende een gevoelig verlies voor de stuurgroep. Zijn inzet, werkkracht, accuratesse, maar vooral ook zijn aanwezigheid bij de stuurgroep-
In december 1988 besloot de hoofddirectie op basis van de onderzoeksresultaten opdracht te verlenen voor het schrijven van de bedrijfsgeschiedenis.
De maanden januari en februari werden gebruikt om tot een uitgewerkte opzet en hoofdstukkenindeling te komen. Aan de lange reeks interviews die in 1987, 1988 en de eerste maanden van 1989 gehouden waren, werden er vier toegevoegd: die met de heren C. Timmer en J. Ruiter (CMC) en B. Konijnenberg en N. Hoornsman (CV NoordHolland). Zij werden geconfronteerd met de opzet voor het boek en werden gevraagd commentaar te leveren. Het bleek dat deze vier gesprekken voor de uiteindelijke versie van het verhaal een zeer fundamentele bijdrage vormden.
De tekst werd verdeeld in vier hoofdstukken:
1 Een algemene inleiding met daarin de zuivelge-
2, 3 De (voor)geschiedenis van de CV NoordHolland en
de CMC van 1870 tot 1969;
4 De geschiedenis van de CMC-
NoordHolland tot 1980 en de geschiedenis van Melkunie Holland tot 1990. Na ieder hoofdstuk werden de stuurgroep en de adviescommissie in de gelegenheid gesteld commentaar te leveren. In januari 1990 werd de 'schrijffase' afgerond en kon de produktiefase beginnen.
Het geschiedenisproject Melkunie Holland heeft op het moment dat het boek verschijnt, een flinke hoeveelheid tijd, middelen en inzet gekost. Een woord van dank daarom aan het adres van de stuurgroepleden en iedereen die in de afgelopen vier jaar zijn of haar medewerking heeft verleend aan het project. Een woord van dank tenslotte aan bestuur en directie. Zij hebben bij het nemen van de voor dit boek cruciale beslissingen, de waarde van de eigen geschiedenis ingezien. Zij hebben het, daar waar helaas nog al te veel ondernemingen waardevol archiefmateriaal ten prooi laten vallen aan opruiming en vuilcontainer, aangedurfd tijd en middelen te steken in het vastleggen van het verleden.
Peter van Druenen
Onder
Kaasfabrieken in Noord-
● dag fabriek -
op de boerderij afgeroomd)
● zoet fabriek
Ophalen: pdf-
Zuivelfabriek te Dreumel De Boterbloem
Boek -
Ursem De Prinses
Geen frame -